Van Kruistums promotieonderzoek maakt deel uit van het Amsterdams-Utrechtse SALSA-onderzoek, naar factoren die van invloed zijn op de lees- en schrijfvaardigheden van vmbo-leerlingen. Zij onderzocht het mediagebruik van jongeren in de vrije tijd.
Je introduceert in je proefschrift een nieuwe definitie van geletterdheid. Kun je die toelichten?
'Iedereen zegt altijd dat boeken lezen goed is om taalvaardiger te worden, maar ik wil dat graag breder trekken. Waarom zou je de grens trekken bij geschreven media? Neem voorlezen, dat wordt gezien als een goede manier om de woordenschat van jonge kinderen te vergroten. Maar waarom zou het luisteren naar het journaal dat niet zijn? Voor mij is het niet houdbaar om geletterdheid te beperken tot het gebruik van geschreven media.'
Daarmee gooi je de knuppel in het hoenderhok van de leesbevorderaars.
'Ja, ik denk dat veel onderzoekers en vooral leraren boeken lezen als enig geschikt medium zien om de leesvaardigheid te verbeteren.'
En wat zeg jij dan tegen hen?
'Ik wil de discussie open gooien. Laten we ons afvragen wat het doel van leesbevordering is: dat leerlingen veel boeken lezen of dat ze taalvaardiger worden? Volgens mij dat laatste en dan moet je je afvragen of je dat doel op nog meer manieren kunt bereiken. Nieuwe media worden nu automatisch geassocieerd met ontspanning en plezier, maar daarmee onderschat je het leerpotentieel ervan. Scholen doen daar nog te weinig mee. Uit mijn interviews met vmbo'ers blijkt dat leraren hen wel stimuleren om gedrukte media te gebruiken, maar niet om nieuwe media te benutten. Dat is een gemiste kans. Want vmbo-leerlingen gebruiken in hun vrije tijd heel veel de computer, maar vooral voor sociale functies. Leer hen hoe ze informatie kunnen opzoeken op de computer. Dat medium ligt hen, je moet hen alleen leren die voor meer functies te gebruiken.'
Is er een verband tussen mediagebruik en leerprestaties?
'Daar zijn we nu binnen het SALSA-project naar aan het kijken. Er zijn aanwijzingen dat er een verband is tussen gebruik van nieuwe media en woordenschat. Niet alleen de media-omnivoren, die zowel boeken lezen als de nieuwe media gebruiken, maar ook de digitale netwerkers hebben een grotere woordenschat. Ons onderzoek lijkt erop te wijzen dat het veelvuldig gebruiken van sociale media bij kan dragen aan woordenschatontwikkeling, vooral bij vmbo'ers. Dat is iets wat we verder moeten uitzoeken. Waar ik zelf bovendien benieuwd naar ben, is of er een verband is tussen het gebruik van nieuwe media en bijvoorbeeld de woordenschat in het Engels. Uit Zweeds onderzoek lijkt dat het geval te zijn voor gamen.'
Dus van jou geen klaagzang over ontlezing?
'Nee, dat soort retoriek gaat altijd gepaard met de opkomst van nieuwe media. Op YouTube staat een filmpje over hoe het zou zijn als er eerder games waren geweest dan boeken. Dan had je kunnen horen dat boeken lezen zo'n passieve, geïsoleerde en asociale bezigheid was.'
Maurice de Hond jubelt over de onderwijskundige kwaliteiten van nieuwe media, iemand als Manfred Spitzer zegt dat we er dement van worden. Waar sta jij?
'Toch echt in het midden. Spitzer doet me denken aan Plato die in een dialoog iemand laat zeggen dat geschreven taal funest is voor ons geheugen, want waarom zou je nog iets onthouden als je het op kunt schrijven? Maar ik vind de onderwijskundige waarde van i-Pads nog te onduidelijk. Ik bepleit liever de media-omnivoor, benut het potentieel van alle media.'
Claudia van Kruistum, Changing engagement of youth in old and new media literacy: patterns, functions and meanings. Proefschrift Universiteit Utrecht.
Meer informatie over SALSA-onderzoek
Dit artikel is verschenen in de rubriek Onderzoek Kort van Didactief (januari-februari 2014).
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven