Interview

In de biotoop van Sherida Marshall

Tekst Marlies Huisman
Gepubliceerd op 18-04-2014 Gewijzigd op 29-08-2016
'Ik heb boekhouden gedaan, maar toen ik zelf kinderen kreeg, wilde ik weten wat ze op school doen. Daarom heb ik de Ipabo gedaan.' Sherida Marshall, leerkracht op basisschool de Knotwilg in Amsterdam, staat inmiddels zes jaar voor de klas. Het lesgeven bevalt haar heel goed. 'Je ziet kinderen zo enorm groeien. Daar geniet ik van!'

Ze begon haar carrière als juf in groep 8 en geeft nu les aan groep 5. 'In groep 8 kun je niet zoveel meer doen en in groep 7 moeten leerlingen de einddoelen al behalen. In groep 5 ben je er nog wat eerder bij. Ik wil de leerlingen graag wat beter helpen.' Marshall zou het liefst alle leerlingen helpen een niveautje hoger te komen.

Diezelfde drive had ze ook in haar werk als rekenspecialist binnen de brede school waar ze hiervoor werkzaam was. Elke dinsdagmiddag hielp ze zorgleerlingen met rekenen. 'Ik analyseerde waar de zwakke punten liggen van de kinderen en zette in op juist die onderdelen. Dit deed ik bij leerlingen uit mijn eigen klas, maar ook bij leerlingen uit andere klassen en van andere scholen binnen ons bestuur.' De functie was Marshall op het lijf geschreven. 'Ik was altijd al goed in rekenen en wiskunde.'

Haar taak als rekenspecialist op haar huidige school bestaat vooral uit het geven van verlengde instructie en extra lessen na school aan de kinderen die dat nodig hebben. 'Met de zorgleerlingen ga ik weer even terug naar groep 5 of 6, dat helpt. Dan snappen ze de sommen vaak wel.' Dat geeft Marshall een heel goed gevoel: 'Ik heb het idee dat ik kinderen echt kan helpen. Als je iets uitlegt en dan een gezichtje ineens ziet oplichten van "nu kan ik het!" of "Juf, eindelijk snap ik de opdracht." Dan heb ik het gevoel dat ik iets goeds heb gedaan: het is gelukt!'

Een handige tool voor het bereiken van resultaten in de rekenles is een mapje met referentieniveaus voor rekenen dat ze altijd bij de hand heeft. Met financiële steun van de gemeente Amsterdam (Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam) mocht Marshall twee jaar geleden namens deelnemen aan het project Referentieniveaus van het CPS. Ze leerde er met collega's van twaalf andere scholen om op een opbrengstgerichte manier te werken met de referentieniveaus.

Marshall is enthousiast over de aanpak. 'Voor mij was het de eerste kennismaking met het domein rekenen van de referentieniveaus en het is best wel ok. Ik weet nu bijvoorbeeld waar ik een leerling moet plaatsen, op niveau 1F of 1S. Dat is handig zodat ik leerlingen niet overbelast of juist onderwaardeer.' Het niveau van haar leerlingen ging door haar nieuwe werkwijze absoluut omhoog, vertelt Marshall: 'Nu ik me er bewuster van ben wat leerlingen kunnen en op welk niveau ze zitten, kan ik ze in stapjes omhoog helpen.' Ook de leerlingen zelf weten welk niveau ze hebben. 'Dat vinden ze niet vervelend. We werken in de klas met maatjes: de sterke leerlingen helpen de zwakke en zo leren ze van elkaar. Daarvoor is veiligheid in de klas wel heel belangrijk.' Die is bij Marshall zo te zien in goede handen.

Click here to revoke the Cookie consent