Interview

In de biotoop van Gaby Hoogenboom

Tekst Stef Verhoeven
Gepubliceerd op 05-03-2014 Gewijzigd op 23-10-2016
Beeld Marike Knigge
Biotoop waagt zich maandelijks in de habitat van de homo sapiens educationis. Deze maand: hoe juf Gaby haar eigen sombere schoolgeschiedenis tot haar grootste drijfveer wist te maken.

We kunnen natuurlijk uitermate gewichtig debatteren over de vraag met welke didactische methodieken, schoolmodellen en toetsvormen we kinderen het beste kunnen wapenen voor de grotemensenwereld, maar je kunt ook elk kind gewoon een juf Gaby geven. De bovenbouwgroep van Montessorischool De Kleine Prins in Rotterdam heeft die mazzel. Gaby Hoogenboom (32) is niet alleen de juf die een professioneel oog heeft voor de talenten van haar leerlingen, ze is ook een beetje gek. Juf Gaby is namelijk ook streetdancer, kickboxer, dichter en stuntvrouw. Zo laat ze zich regelmatig, terwijl de camera's draaien, geketend in het water duwen of moet ze zich uit een brandend huis zien te redden. 'Hoe kan het toch', vroeg laatst een van haar leerlingen, 'dat u nog steeds van die spannende kinderdingen durft te doen.' Ze kan hartelijk lachen om zo'n opmerking.
Vanuit het raam van haar biotoop kijkt ze uit over Prinsenland, een keurige wijk in de Rotterdamse deelgemeente Prins Alexander waar haar leerlingen wonen. Jaren zestig-laagbouw met voor- en achtertuintjes. In de verte enkele enorme woonflats. 'Mijn missie was ooit kinderen in een achterstandswijk verder te helpen in het leven, maar ik ben erachter gekomen dat elk kind, ongeacht zijn achtergrond, recht heeft op een meester of juf die ze een stukje op weg helpt. Zo'n juf wil ik zijn.'
Ze voelt zich nu helemaal op haar plek op De Kleine Prins, maar dat ze het onderwijs tot haar vak zou maken, lag bepaald niet voor de hand. Met name haar middelbare scholen voelden als een gevangenis waaruit ze wilde ontsnappen. Ze had alle dagen stress op het tweetalige vwo waar presteren voorop stond. Haar eerste proefwerk wiskunde kwam als een mokerslag binnen: onvoldoende. Zie je wel, dacht ze, ik ben niet goed genoeg. De faalangst zette zich vast en zou haar lang blijven achtervolgen. Met gevoel voor theater: 'Ik zat in een enorm gebouw van honderd meter hoog en zeshonderd meter breed. Ik voelde me er reddeloos verloren na die veilige jaren op de lagere school waar ik met pantoffeltjes aan in de leeshoek mocht verdwijnen in een mooi verhaal. Ik kon alleen maar naar buiten staren. Ik wilde weg, ik wilde dansen, dansen, dansen.'

Stuntjuf
Haar ouders memoreren het nog wel eens op feestjes en partijen. Toen het Zwanenmeer op televisie werd vertoond, stond de driejarige Gaby al haar pirouettes te draaien in de huiskamer. Sindsdien heeft ze zich bekwaamd in alle varianten van het dansvak: jazz, klassiek en modern ballet en streetdance. 'In de danszaaltjes voelde ik me veilig en gelukkig maar op school was ik domweg verdrietig en gestrest. Na zeven maanden ging het niet meer en stapte ik over naar een gymnasium om tenslotte met hangen en wurgen een havo-diploma te bemachtigen.'
Eenmaal verlost, stortte ze zich als 18-jarige op musicals en dinnershows. Met veren op haar kop reisde ze in gezelschappen haar droom achterna, van Baltimore tot Berlijn. Ze rommelde wat in de horeca en tussen de bedrijven door bekwaamde ze zich in vechtsporten. En voor ze het wist speelde ze als stuntvrouw in de film European Gigolo waarin ze moest sprinten voor haar leven omdat er een auto op haar hielen zat.
Nu staat ze bekend als de stuntjuf van De Kleine Prins die af en toe mag stunten in een heuse Hollywood-film of op televisie. 'Dat vinden mijn leerlingen wel stoer.'
Toen de faalangst eenmaal was gesleten, koos ze er uiteindelijk toch voor om juf te worden. Het zou Montessorionderwijs worden. Gaby: 'Elk kind wil leren, daar ben ik van overtuigd. Een goede onderwijzer biedt de ruimte aan kinderen om te ontdekken wat ze willen leren en hoe ze dat willen doen. Je hoeft er dus niks in te stoppen, je moet er het beste uit willen halen.'
De Kleine Prins is een duurzame school waar sinds 2010 de groene vlag van Eco School wappert. Met een eigen Facebook-pagina maakt de school er echt werk van. Dit jaar staat in het teken van recyclen. In de klas van Gaby ontkom je er niet aan: in de hoek staat een geïmproviseerde hut, gemaakt van een oude pallet, wat lappen, takken en boomstammetjes. Met grove spijkers en touwen wordt het zaakje bij elkaar gehouden. Het is een blijvertje als het aan Gaby ligt, ook al vinden volwassenen het allemaal wat rommelig. 'Kinderen vinden het een geweldige plek en zijn er trots op. Ze hebben hem helemaal zelf in elkaar gezet.' Laatst kwamen twee jochies de klas binnen met een zelfgebouwde stoel van oude fietsbanden en afvalhout. Ook die blijft voorlopig in de vide staan.

Hysterie
Een school moet vooral een plek zijn waar je geprikkeld wordt om te leren, vindt ze. Lang leve de didactische speeltuin. Het is niet eenvoudig om die ruimte te behouden bij alles wat van buitenaf aan scholen en leerlingen wordt opgelegd. 'Voor je het weet ben je een toetsfabriek in plaats van een school. Natuurlijk', zegt Gaby, 'ouders hebben het recht om te weten wat de didactische leeftijd van hun kind is, of er een leesachterstand is, en hoe het scoort op de rekentoetsen. Maar de paniek die er ontstaat bij een kleine afwijking van het grijze midden, grenst soms aan hysterie. Met pilletjes, bijlessen, testen moeten de kinderen dan door de trechter geduwd worden. Verschrikkelijk.'
Ze houdt soms haar hart vast als haar achtstegroepers naar de middelbare gaan. Hoe zal het ze gaan in die wereld? 'Mijn eigen schoolgeschiedenis is mijn grootste drijfveer. Ik zeg: weg met de hokjes, iedereen hoort erbij!'

Click here to revoke the Cookie consent