Interview

In de biotoop van Ada de Metz

Tekst Stef Verhoeven
Gepubliceerd op 23-02-2015 Gewijzigd op 24-10-2016
Beeld Marike Knigge
Biotoop waagt zich maandelijks in de habitat van de homo sapiens educationis. Deze maand: hoe Ada de Metz de wetenschappelijke nieuwsgierigheid van haar leerlingen prikkelt.

Een groepje kinderen uit de klas van Ada de Metz (61) wilde wel eens weten wat nu sneller zwemt: koud of warm water? Ze namen contact op met het lokale zwembad en kregen alle medewerking van de badmeester. Sterker nog: speciaal voor deze jonge onderzoekers mocht het koude bad eerder open. En wat bleek? Koud water zwemt langzamer. Op vijftig meter borstcrawl scheelt dat zeker een paar seconden. 'Maar,' zegt een van de jongens er heel eerlijk bij, 'misschien waren we al wel een beetje moe van de eerste meting in het warme bad.'
De Metz stuitert er nog van. Vooral over de kritische kanttekeningen die de jongens bij hun eigen onderzoek durfden te plaatsen, is ze enthousiast. Onderzoeken en ontdekken zijn leuk, 'eerlijk' onderzoek doen is ultiem. De Metz haalde deze wijsheid van de Winterschool, een initiatief van de Radboud Universiteit Nijmegen. Er kwamen in het project Waarnemen en bewegen nog veel meer originele onderzoeksvragen uit haar groep 8. Bijvoorbeeld: gaat touwtjespringen beter als iemand steeds 'Spring!' roept? Of: kun je een schot beter richten als er in het doel een mikpunt hangt? De Metz: 'Fantastisch toch? Elk kind heeft een open en onderzoekende manier van kijken. Daar ben ik nog meer van overtuigd geraakt.'
Het zand knarst onder onze schoenen als we de uitgesleten trappen van de voormalige officiersschool bestijgen. Haar biotoop, openbare basisschool De Muze in Nijmegen, ligt midden op een oud kazerneterrein waar ooit de Koloniale Reserve van het 11de Regiment der Infanterie van Nijmegen zijn strijdplannen uitdacht. De schoonmakers van de school hebben deze week tijdelijk hun dweilen erbij neergegooid na kritiek over de kwaliteit van hun werk. De Metz haalt er haar schouders over op: 'Komt wel weer goed.'

Stofzuiger
Ada de Metz is een onderwijsdier dat haar praktische gedrevenheid op een wonderlijke manier weet te combineren met een groot relativeringsvermogen. 'Dat praktische heb ik van mijn moeder,' zegt ze. 'Die repareerde ook zelf de stofzuiger. In de jaren dat ik hier ict-coördinator was, schroefde ik, soms samen met leerlingen, de computers open om er bijvoorbeeld een geluidskaart in te bouwen. Natuurlijk wist ik daar weinig van, maar ik vind het gewoon leuk om dat zelf te ontdekken.' Onlangs heeft ze de nieuwe website voor de school gemaakt. Regelmatig hangt er een bordje 'niet storen' op haar deur. Dan maakt ze met Screencast-O-Matic korte instructiefilmpjes voor haar collega's.
De relativerende kneepjes van het vak leerde ze van meneer Trilsbeek, haar wiskundeleraar van de mulo in Slotervaart. 'Ik was het type leerling dat de koffie mocht halen voor docenten. Waren ze even van me verlost. Trilsbeek was op een eerlijke manier streng en tegelijkertijd onwaarschijnlijk relaxed. Als het te druk werd in de klas, pakte hij zijn krantje en begon hij rustig te lezen. 'Klets rustig door dames en heren, ik ben aan het kranten,' zei hij dan. Dat werkte nogal verwarrend. Zo doet ze het zelf ook: verhef nooit je stem, doe 'een Trilsbeekje'.

Kapster
'Juf' werd ze niet heel bewust – 'eigenlijk wilde ik kapster worden' – maar het bleek een schot in de roos. 'Ik loop al een tijdje mee en ga er mee door tot het niet leuk meer is. Maar er zijn steeds weer nieuwe projecten die mijn nieuwsgierigheid prikkelen. Zoals de onderzoeksprojecten van het Wetenschapsknooppunt van de Radboud Universiteit.'
Ze maakte tot haar grote genoegen afgelopen twee jaar deel uit van een projectteam van wetenschappers, jonge onderzoekers en docenten dat het onderzoekend leren van kinderen wil stimuleren. Onder de noemer 'wetenschappelijke doorbraken de klas in' staan er voor komend jaar weer nieuwe projecten in de steigers.
De Metz is een ware ambassadeur van het onderzoekend denken geworden. In haar klas hangt het zevenstaps denkmodel van het Wetenschapsknooppunt prominent aan het prikbord. De kinderen kunnen de stappen inmiddels dromen: introduceren, verkennen, onderzoek opzetten, onderzoek uitvoeren, concluderen, presenteren en verdiepen/verbreden. Ze past de methode nu ook toe op een kunstproject over textiele werkvormen dat onlangs schoolbreed in De Muze van start ging. Iedereen die langs de school komt, mag weten dat er creatief werk in uitvoering plaatsvindt, getuige de met alle soorten textiel behangen hekken.
Stagiaire Denise Francken – 'een buitengewoon talent' – schrijft nu haar afstudeerscriptie over het project voor de academische Pabo. De introductiefase is achter de rug. Vandaag neemt ze met de jonge onderzoekers de plannen door. Hoeveel schapen heb je nodig voor één bolletje wol?, wil een groepje weten. Een ander groepje buigt zich over de vraag: welke stof is het allersterkst? Over een paar weken weten ze het eerlijke antwoord door een zelfbedacht experiment uit te voeren.
'We hebben afgelopen jaar samen zo veel ontdekt,' zegt De Metz, 'dat smaakt naar veel meer. Leerlingen ontdekken dat wetenschappelijk denken helemaal niet saai is, maar juist praktisch en spannend. Wetenschap, dat is spelen.'

Meer weten? Kijk op www.ru.nl/wetenschapsknooppunt

Click here to revoke the Cookie consent