Interview

In de biotoop van Marco Baars

Tekst Stef Verhoeven
Gepubliceerd op 03-10-2013 Gewijzigd op 24-07-2017
Beeld Marike Knigge
Stef Verhoeven waagt zich maandelijks in de biotoop van de homo sapiens educationis. Deze maand: hoe de energieke verhalenverteller en docent geschiedenis Marco Baars in het verkeerde stripverhaal terecht kwam (en de weg terug vond).

Sommige verhalen schrijf je, andere krijg je gewoon cadeau. Binnentreden in de biotoop van geschiedenisdocent Marco Baars (52) – 'Dit is de moeder aller lokalen. Hier gebeurt het!' – betekent: getrakteerd worden op een goed verhaal. Laat je boek maar in je tas, pak een stoel en laat je overrompelen. 'Het mooiste is als ik aan het einde van een les op een plek in de geschiedenis uitkom die ik niet had voorzien. Op de zijpaden liggen de mooiste verrassingen', zegt hij met gevoel voor drama. 'Jouw lessen zijn vervreemdend", zei een collega die hem laatst mocht observeren. "Je kunt bij jou geen seconde verslappen.' Baars is, kortom, het type leraar waarvan je als oud-leerling hoopt dat hij aanwezig zal zijn op een schoolreünie.
De 'moeder aller lokalen' van ORS Lek en Linge in Culemborg draagt de sporen van de talloze reizen, theaterproducties, exposities en excursies die hij de afgelopen jaren met zijn bovenbouwleerlingen maakte. De achterwand is tot op de laatste millimeter beplakt met kleurrijke posters, land- en ansichtkaarten. Van Nooit meer Auschwitz tot Solidarnosc!, van Mao tot Che, van Uncle Sam tot vader Stalin. Deze maand vliegt hij met dertig leerlingen uit de examenklas naar Tel Aviv, vorig jaar zat hij met een groep in de townships van Kaapstad, en in de zomer van 2008 in Mongolië. Meer dan duizend leerlingen nam hij in zijn carrière mee naar Auschwitz of Yad Vashem. 'Hun verwondering is mijn diesel. Ik wil ze iets meegeven dat ze nooit meer vergeten.'

Michael Strogoff

Ook al schreef hij een aantal mooie historische reisboekjes over onder andere Indonesië en Vietnam, noem hem alsjeblieft geen historicus. Hij is léraar, het mooiste en belangrijkste beroep op aarde. Al op zijn dertiende wist hij dat hij dat zou worden. Het beroepentestje dat hij als puber invulde, heeft hij altijd bewaard. 'Marco Baars: leraar geschiedenis'. Natuurlijk had daar volgens de spelregels 'piloot' of 'iets met dieren' moeten staan, maar hij las nu eenmaal Jules Verne's Michael Strogoff, Koerier van de tsaar. Hij wilde naar Siberië, een avontuurlijke reis door tsaristisch Rusland maken en, eenmaal thuis, daarover honderduit vertellen. Voor zijn afstuderen kreeg hij van zijn vader een ticket voor de Transsiberië Express. De rest is – inderdaad – geschiedenis.

'Verhalen vertellen' en letterlijk 'reizen door de geschiedenis', het klinkt vrijblijvender dan Marco Baars en zijn collega Eric van der Donk het in hun onderwijs toepassen. 'Van onze leerlingen eisen we dat ze gemiddeld een 7 halen op het eindexamen, en het grappige is: dat gebeurt ook. Afgelopen jaar was dat een 7,1 bij een landelijk gemiddelde van 6,1. Van de 64 eindexamens geschiedenis op Lek en Linge scoorden 9 leerlingen een 9', zegt Baars trots. 'Als docent ben je een zaaier, oogsten is lastig in dit vak. Maar als vijf of zes leerlingen uiteindelijk besluiten geschiedenis te gaan studeren, dan hebben we het goed gedaan.' Geen passie zonder ambitie wil hij maar zeggen.

'Ik had ooit een leerling in de klas die uit Bosnië is gevlucht. Zo'n verhaal laat ik dus niet liggen. Ik geef een les over de Bosnische Burgeroorlog en vraag: wil je jóuw verhaal vertellen?' Zo ontstaat er, zomaar op een doordeweekse dag, een project à la Baars. 'We moeten er heen, vind ik, natuurlijk moeten we erheen! Ik wil de diepte in: kunnen we dit combineren met de verplichte profielwerkstukken? Er moet een theaterstuk komen over een vrouw uit Srebrenica die alle mannen uit haar familie verloor. Er is een goede tekstschrijver nodig, er moet een subsidieaanvraag gemaakt, een decorbouwer geregeld, een regisseur, publiciteit... Nee, we spelen niet op school, we regelen een echte theaterzaal.' Tot in de verre omtrek van Culemborg zijn de projecten van Lek en Linge inmiddels een begrip.

Regelbaan

Maar hoe gaat dat met gepassioneerde docenten die hun kop boven het maaiveld uitsteken? Die net iets eerder dan een ander zien wat er nodig is, en, van nature ongeduldig, en passant een hoop organisatorische problemen oplossen? Tegen wil en dank worden ze vroeg of laat in een regelbaan gedreven. Toen het kleine, overzichtelijke Lek en Linge-schooltje groter groeide, was het niet meer dan logisch dat Baars bovenbouwcoördinator werd. Hij wás het feitelijk al. En daarna conrector. 'Soit, als ik maar ook wat klassen kan houden.' En toen de school van een scheepje uitgroeide tot een mammoettanker met 2500 leerlingen verdeeld over vier vestigingen, werd hij vanzelfsprekend locatiedirecteur. Nee, lesgeven zou helaas niet meer kunnen.

'In week nul – de week voordat de leerlingen weer naar school komen– liep ik mijn fonkelnieuwe directiekamer binnen. De stoelen stonden nog in karton. Toen besefte ik dat ik in het verkeerde stripverhaal terecht was gekomen. Ik heb er even naar gekeken en wist: dit gaan we dus niet doen, Baars! Ik ben meteen doorgelopen naar mijn baas – wij hebben hier een onwaarschijnlijk goede rector – en die zei: 'Ik snap het, Marco'. In een paar dagen was geregeld dat ik weer gewoon voor de klas kon.'
Het klinkt nu eenvoudiger dan het was, zegt Baars. Zijn lichaam floot hem keihard terug. 'Op een dag kon ik mijn bed niet meer uit komen. Mijn lijf weigerde, zelfs mijn hoofd kon ik niet meer draaien. Alles zat muurvast.' Een virus? Burn-out? Overwerkt? Alle diagnoses passeerden de revue maar de echte verklaring kwam pas een jaar later toen hem precies hetzelfde overkwam: acute reuma. 45 Jaar oud en 100 procent afgekeurd volgens de UWV-standaarden. Dat gaan we dus ook niet doen, dacht Baars. 'Onderwijs is mijn leven. Je kunt me net zo goed begraven!' Nu werkt hij formeel 50 procent, met de juiste medicatie is dat goed te doen. 'Het heeft me jaren gekost om een nieuwe balans te vinden maar ik heb me sinds dat besluit geen dag meer ziek gemeld.'

Zijn hand rust op het projectplan van zijn volgende theaterproject: 'Circus 4 en 5 mei'. 'Wat is goed? Wie is fout? En wie bepaalt dat?' staat er op de cover. Begroting: €41.425. Een goed verhaal is nu eenmaal veel waard.

Dit artikel verscheen in Didactief, oktober 2013.

Click here to revoke the Cookie consent