Onderzoek

Samen “timmeren” aan een modern schoolgebouw

Tekst Karen Könings & Susan McKenney
Gepubliceerd op 25-10-2017 Gewijzigd op 15-08-2018
Beeld Werkplaats Kindergemeenschap
Hoe een lokaal eruit ziet, heeft grote invloed op het onderwijsleerproces. Zo wordt groepswerk moeilijk in een kleine ruimte en vraagt het werken met digitale leermiddelen om faciliteiten. De komende jaren ontstaan nieuwe kansen om schoolgebouwen te moderniseren.

In de Bouwagenda - een rapport van de bouwsector, kennisinstellingen en de overheid - staat dat veel schoolgebouwen gerenoveerd moeten worden, omdat het binnenklimaat (ventilatie, temperatuur, luchtvochtigheid) van lokalen niet goed genoeg is, gebouwen niet energie-zuinig zijn en niet flexibel genoeg voor de gewenste vernieuwing van het onderwijs.

Optimaliseren van onderwijsruimtes biedt kansen, vooral als docenten, schoolmanagement, architecten en leerlingen samen een goed plan maken.

Een nieuw schoolgebouw ontwerpen, hoe doen we dat?

Als eerste stap naar nieuwbouw of grondige aanpassingen aan een bestaande school is een heldere onderwijsvisie essentieel. Deze bestaat uit de belangrijkste onderwijsdoelen die alle betrokkenen voor ogen hebben. Het schoolmanagement en docenten beslissen samen met onderwijskundigen, leerlingen en soms ook de ouders over de gebruikte onderwijsmethode op school, zoals bijvoorbeeld samenwerkend leren of probleemgestuurd leren. Nadenken over praktische haken en ogen kan nu beter nog worden uitgesteld.

Onderwijsvisie
De Werkplaats Kindergemeenschap in Bilthoven heeft sinds 2006 een nieuw schoolgebouw voor het voortgezet onderwijs en gaat uit van de kernwaarden die door Kees Boeke (1884–1966) zijn meegegeven: samenwerking, gelijkwaardigheid, betrokkenheid en duurzaamheid. De Werkplaats wil samen met leerlingen bouwen aan een rechtvaardige en verdraagzame samenleving door hen verantwoordelijkheid te geven in een leeromgeving met veel ruimte voor samen leren en creëren. De onderwijsvisie van Boeke was richtinggevend in de vormgeving van het nieuwe schoolgebouw.

Ook voor scholen, die niet zo’n duidelijke inspiratiebron hebben, is het belangrijk om eerst gezamenlijk helder te krijgen wat je wilt bereiken met het onderwijs.  Daarna start het nadenken, experimenteren en verkennen van mogelijkheden voor de vormgeving van de school en de onderwijsruimtes of klaslokalen. Welke soort ruimte kan het beste de onderwijsactiviteiten ondersteunen die centraal staan in de geformuleerde onderwijsdoelen? En hoe moet het meubilair dan staan? Zelfstandig werken vraagt een andere fysieke omgeving dan bijvoorbeeld het oefenen van praktische vaardigheden.

Domeinen
Het onderwijs in De Werkplaats is georganiseerd in domeinen: grote ruimtes met daarin verschillende kleinere ruimtes waarin leerlingen in groepjes en zelfstandig leren (zie foto). Een team, bestaande uit 80-90 leerlingen (bijvoorbeeld vwo3 en vwo4) en meerdere docenten, maakt gebruik van twee domeinen. Onderwijs in deze onderwijsruimtes biedt docenten o.a. nieuwe mogelijkheden tot differentiatie. ‘Door de inrichting van domeinen kun je aandacht geven waar dat nodig is,’ aldus biologiedocente T. van Stek, biologie-docente. ‘Individueel, in kleine groepen of in grotere groepen. Het biedt de mogelijk om gedurende het jaar op een andere manier aandacht te geven. Als docent ben je aanwezig om verhelderende en verdiepende vragen te stellen. Het domein heeft hierbij het voordeel dat de werkers langere tijd aan een onderwerp kunnen werken in een verschillend tempo.’ Ook individuele aandacht voor leerlingen wordt gemakkelijker gemaakt door de vormgeving van de onderwijsruimte ‘Tijdens een zelfwerkmoment kun je bij de teruggave van een proefwerk één op één of in kleine groepen reflectie organiseren,’ aldus M. Backer, docent oude talen.

Het voorbeeld van De Werkplaats laat zien dat bij een nieuw schoolgebouw drastisch kan worden afgeweken van de gebruikelijke indeling in klaslokalen. Op veel scholen is in de periode sinds 1960 nauwelijks iets veranderd aan de opsplitsing van het schoolgebouw in klaslokalen. Docenten hebben vooral binnen de muren van hun klaslokaal de indeling van meubilair en het gebruik van onderwijsmaterialen aangepast om hun onderwijs te vernieuwen. Daarom is het lastig om je als docent, schoolmanager of leerling voor te stellen hoe een totaal andere vormgeving van de onderwijsruimte het leren en onderwijzen zal veranderen. Experimenteren kan hierbij helpen, bijvoorbeeld door van goedkope materialen prototypes te maken die kunnen worden uitgeprobeerd. Zo kun je met triplex platen provisorisch hoekjes creëren voor zelfstandig werken en met plakband op de vloer of verplaatsbare wanden een ‘mockup’ maken van een leerruimte en daar een tijd in werken om te ervaren hoe dat voelt.

Uitproberen
Docenten en leerlingen van De Werkplaats experimenteerden met geïmproviseerde leerdomeinen in het oude schoolgebouw. Zo konden ze de fysieke ruimte vooraf uitproberen en suggesties doen voor de vormgeving van het nieuwe gebouw. Ook het bezoeken van andere scholen, die al in een innovatief schoolgebouw gehuisvest zijn, levert nieuwe ideeën en geeft inkijk in de effecten van bepaalde keuzes in het ontwerp van het gebouw. Wie nu rondkijkt in het nieuwe schoolgebouw van De Werkplaats ziet hoe de vormgeving van de grote onderwijsruimtes in de domeinen het gedrag van leerlingen beïnvloedt. V. de Marez Oyens, wiskundedocent: ‘Deze ruimtelijke inrichting nodigt de leerlingen enorm uit zelf regie te nemen over planning, tempo en focus. Deze vrijheid vergt ook discipline. Als die lukt, zien we tevreden werkende leerlingen.’

Verder helpt de architect bij het aandragen van ruimtelijke ideeën en suggesties voor het oplossen van praktische uitdagingen. Architecten denken ook aan zaken als geluiddempende akoestiek van ruimtes waarin leerlingen samen overleggen, luchtkwaliteit, lichtintensiteit, en de brandveiligheid en vluchtwegen bij calamiteiten.

Werkgroepen
Bij De Werkplaats zorgde de architect samen met het schoolmanagement voor de vertaling van de onderwijsvisie in een ontwerp voor het schoolgebouw, dat daarna in werkgroepen werd besproken met docenten.

In de loop van het ontwerpproces worden steeds meer details van het plan voor het nieuwe schoolgebouw duidelijk, maar hoe het er concreet uit zal zien, daar kunnen architecten, schoolmanagers, docenten en leerlingen toch een ander beeld van hebben. Vraag de architect daarom om de plannen zoveel mogelijk te visualiseren met modellen of digitale visualisatie-programma’s, zoals Building Information Modelling (BIM) waarin iedereen kan zien hoe het schoolgebouw eruit gaan zien. Zo’n visualisatie vergemakkelijkt de gesprekken die alle betrokken samen hebben over het ontwerp van de school en voorkomt verwarring over details van het uiteindelijke ontwerp.

Zodra het schoolgebouw klaar is, staan docenten en leerlingen voor de uitdaging de vooraf opgestelde onderwijsdoelen en –methoden in de praktijk te brengen. Dit biedt enorme kansen tot innovatie van de lessen.

Nieuwe werkvormen
De Werkplaats ontwikkelde compleet nieuwe werkvormen, die alleen mogelijk zijn door de nieuwe ruimtelijke inrichting: Voor kansrekening werken we met 5 tweede klassen gelijktijdig aan een project,’ aldus V. de Marez Oyens. ‘Leerlingen ontwerpen een kansspel, waarvan ze de kansrekening moeten onderzoeken. Onderdeel van dit project is een kansspelmarkt, waarbij de spellen werkelijk gespeeld worden. Die vijf klassen samen werekn dan verdeeld over twee aangrenzende domeinen en één instructielokaal. De ruimte lijkt wel gemaakt voor deze markt. Deze projecten vormen inmiddels een essentieel onderdeel van ons programma.’

Het ontwerpen van een nieuwe school of de verbouwing van een bestaande school is geen bouwproject. Het is ook geen initiatief van enkele personen. Het maken van een plan voor een nieuwe fysieke leeromgeving vraagt samenwerking van alle betrokkenen in het onderwijsproces – docenten, schoolmanagers, leerlingen, onderwijskundigen – en architecten om zo tot een plan te komen dat gebaseerd is op gezamenlijke onderwijsdoelen en waarmee de gewenste nieuwe/vernieuwde school gerealiseerd wordt.

Meer info: Karen Könings en Susan McKenney

Verder lezen? Themanummer: Participatory Design of (Built) Learning Environments. European Journal of Education, September 2017.

Click here to revoke the Cookie consent