Onderzoek

Nieuwe school, oud geloof

Tekst Monique Marreveld en Peter Zunneberg
Gepubliceerd op 05-12-2011 Gewijzigd op 02-01-2019
Beeld Vijselaar en Sixma
Een nieuwe school is in Nederland vaak een confessionele school. Is dat niet vreemd voor een land dat massaal ontkerkelijkt? Zijn we religieuzer dan de cijfers doen vermoeden? Of zijn er andere redenen om een kruis boven het schoolbord te hangen? Geloof in het Nederlandse onderwijs blijkt vooral een papieren kwestie, met dank aan grondwetsartikel 23. De holisten en boeddhisten krijgen maar moeilijk een voet tussen de deur.

Het evangelisch onderwijs is een succesverhaal. In vijf gemeenten lopen initiatieven tot schoolstichting. Sinds 1997 is er gemiddeld jaarlijks een geopend. Hoezo: Nederland seculariseert?! Op evangelische basisschool De Rank in Arnhem geldt de Bijbel als richtlijn. Directeur Johan Andringa, tevens landelijk coördinator van het Platform Evangelisch Onderwijs Nederland, een samenwerkingsplatform voor besturen en directies van evangelische scholen: ‘Ouders kiezen heel bewust voor ons. Ze willen een school voor bijbelgetrouw onderwijs. Traditioneel gingen hun kinderen naar protestants-christelijke scholen, maar dat vanzelfsprekende is er af. Deze mensen willen niet alleen dat de statuten christelijk zijn, maar het onderwijs in de klas, elke dag en niet alleen met de feestdagen.’ In de scholen van het PEON is de Bijbel wáár en hebben leerkrachten een persoonlijke relatie met Jezus Christus, aldus Andringa. Het succes van het evangelisch onderwijs is opmerkelijk in tijden van secularisering. Het lijkt ingegeven door een nieuw zelfvertrouwen. Zoals Andringa het formuleert: ‘Vroeger moest je vooral niet zeggen dat je christen was. Maar anderen zeggen tegenwoordig toch ook waar zij voor staan? Waarom zouden wij dat niet mogen? Ik geloof dat je er mag zijn, op een ontspannen manier. Niet defensief, maar ook niet als een underdog. We willen als PEON de ruimte die we krijgen als christenen in Nederland vrijmoedig en herkenbaar innemen.’

14 richtingen
-Openbaar
-Rooms-katholiek
-Protestants-christelijk
-Gereformeerd Vrijgemaakt
-Reformatorisch
-Evangelisch
-Evangelische Broedergemeente
-Vrije School
-Hindoe 1
-Hindoe 2
-Orthodox islamitisch
-Liberaal islamitisch
-Joods
-Algemeen Bijzonder

Actief gelovig?

Volgens het CBS is nog maar 17 procent van de Nederlanders actief gelovig (en behoort tot een van de 14 erkende onderwijsnominaties). Toch bezoekt maar liefst driekwart van de kinderen tussen de 4 en 12 jaar een confessionele school. Niet zozeer om de identiteit van de school, maar om de bereikbaarheid, de goede naam of de onderwijskundige aanpak. Ouders kiezen met andere woorden voor van alles, maar niet per se voor een denominatie. In feite onderscheidt de gemiddelde protestantse of katholieke school zich tegenwoordig nauwelijks van een openbare, behalve in de statuten. En daar spint het PEON garen bij. Maar het PEON is niet de enige confessionele nieuwkomer die het goed doet. In Hardegarijp start bijvoorbeeld in 2013 een katholieke middelbare school, terwijl er een katholieke kerk noch een katholieke basisschool is. Heeft een moderne Bonifacius in Friesland succes of is er een andere reden? Vermoedelijk speelt Bonifacius geen cruciale rol meer in Hardegarijp. Het feit dat nieuwe scholen vaak confessioneel zijn, heeft te maken met artikel 23, of hoe de vrijheid van onderwijs in Nederland is georganiseerd. Dat zit zo. Artikel 23 van de grondwet garandeert iedere Nederlander recht op onderwijs naar eigen ‘richting’ (zie kader), zeg maar geloof. Praktisch de enige weg om toestemming te krijgen voor een nieuwe school is daarom een gemeente te vinden waar een bepaalde richting ontbreekt en daar een school te stichten. Het gaat niet om het geloof in de klas, maar om het geloof in de statuten: het is een papieren kwestie. Hardegarijp blijkt een witte vlek op de katholieke kaart van Nederland. Stichting voor Persoonlijk Onderwijs (SVPO, lees: niet katholiek) maakt daar gebruik van. De stichting wil kleinschalig onderwijs bieden (kleine klassen, meer lestijd), van welke richting dan ook. De invulling van de richting wordt samen met de ouders bepaald. Dat was ook de bedoeling in Amsterdam, waar de SVPO een aanvraag deed voor een islamitische school. Misbruik van de wet vinden sommigen. Hypocriet, zeggen anderen. Je moet wel, zegt SVPO, om een voet tussen de deur te krijgen in onderwijsland.

Papieren hobbels

diversiteitVoorzitter Micha van Denderen van SVPO: ‘Onze stichting exploiteert nu één middelbare school, de Isaac Beekman Academie in het Zeeuwse Kapelle.We willen al jaren een vergelijkbare kleinschalige school in Amsterdam. Maar alle inmiddels 14 richtingen zijn daar al vertegenwoordigd en ook algemeen bijzondere scholen zijn er genoeg. Je moet als initiatiefnemer dan ingewikkelde (en dure) papieren hobbels nemen om aan te tonen dat je toekomstige school in een behoefte voorziet. Afgelopen zomer was er een kans, toen het Islamitische College Amsterdam (ICA) moest sluiten.’ Er kwam weer een richting vrij…. SVPO diende een aanvraag in voor een zogenoemde Mezquita Amsterdam die uiteindelijk strandde op formaliteiten. Van Denderen: ‘Het ICA, de mensen die een school zagen mislukken, kreeg wel toestemming op formele gronden en mag het nu gewoon nog eens proberen. Wij vinden dat onbegrijpelijk.’ Overigens, het SVPO start de komende jaren met middelbare scholen in Harderwijk en Geldermalsen. Voor vijf scholen loopt een aanvraag. Het kan dus wel, een nieuwe school stichten, maar Van Denderen vindt toch dat artikel 23 behoorlijk begint te wringen. ‘Bestaande wet- en regelgeving werkt in het voordeel van zittende schoolbesturen. Het richtingbeginsel is het belangrijkste obstakel. Maar ook fusies hebben de markt beperkt en de regionale planorganen vormen eveneens een obstakel: scholen moeten van de overheid samen aan tafel om het onderwijs in een bepaalde regio af te stemmen. Iets vergelijkbaars noemden we in een andere sector bouwfraude. Iedereen begrijpt dat je zo nieuwkomers buiten houdt.’

Bekostiging

Ook de Onderwijsraad heeft het richtingbeginsel geïdentificeerd als een belangrijke bottleneck voor onderwijsvernieuwing. Zij baseert zich mede op een advies van vier onderwijsrechtdeskundigen die de oorspronkelijke intenties van de grondwetgevers onder de loep namen. Zij adviseerden deze herfst ‘richtingvrij plannen’. Met andere woorden: schaf het richtingenbeginsel af. Maar zittende onderwijsbesturen voelen minder voor dat idee. De belangenbehartigers van het katholiek onderwijs bijvoorbeeld reageerden deze herfst defensief en afwijzend op het advies van de hoogleraren onderwijsrecht. De VO-Raad zag het probleem niet, bij monde van voorzitter Sjoerd Slagter.

In zijn godsdienstles laat docent evert veurink een film zien over de apostel paulus.
Na een onrustig begin volgen de leerlingen, allemaal jongens uit de 4e klas vmbo-k techniek, op een enkele uitzondering na, aandachtig de film. Soms geeft er iemand commentaar, ‘lafaard!’ sist iemand naar een personage dat een verkeerde keuze maakt. ‘Wie is er nou goed?’ vraagt een leerling zich hardop af. ‘Dat zie je toch’, ‘Ben je blind of zo’, reageren twee klasgenoten fel. Achteraf legt Veurink uit dat zijn lessen enerzijds draaien om bijbelkennis, maar dat hij zijn leerlingen die lessen ook wil laten vertalen naar hun eigen leven. Veurink is godsdienstleraar op het Greijdanus, een gereformeerde school voor voortgezet onderwijs in Zwolle. Daarnaast heeft het Greijdanus ook vestigingen in Meppel, Hardenberg en Enschede. Wie door de gangen van de school loopt, zal zien dat de school niet anders is dan elke willekeurige andere school. Het zijn kleine dingen waarin de eigenheid zichtbaar wordt. In een van de lerarenruimtes hangen nog bijbelteksten aan de muren. En een leerling die vloekt, wordt door een klasgenoot direct gecorrigeerd met een bestraffend ‘let jij een beetje op je woorden’. Toch wil het Greijdanus de gereformeerde identiteit uit blijven dragen. ‘Van leerlingen die zich hier op school aanmelden, vragen wij dat zij en hun ouders onze beginselen onderschrijven’, zegt Veurink. De leerlingpopulatie is op het Greijdanus een stuk gemêleerder dan in het verleden. Leerlingen komen niet alleen meer uit traditioneel gereformeerde kring, maar zijn ook van PKN (Protestantse Kerk in Nederland), reformatorische en evangelische huize. Op docentenfora ziet Veurink geregeld vragen van collega’s die echt iets van hun vak willen maken. Maar identiteit gaat verder dan alleen de godsdienstles. Daarom neemt het Greijdanus deel aan het project ‘Identiteit en Kwaliteit’. In dit project zoeken zeven vo-scholen en de Christelijke Hogeschool Ede hoe zij hun christelijke identiteit kunnen versterken. Onder meer door een cursus christelijke wetenschapsfilosofie willen de scholen bereiken dat de docenten meer gaan nadenken over hoe zij hun christen-zijn kunnen vertalen naar de lesinhoud. ‘Behalve een gereformeerde willen wij vooral ook een goede school zijn’, zegt Veurink. ‘Daarom besteden we veel aandacht aan de zorg voor onze leerlingen. Zodat een ouder uit Urk weet waarom hij zijn kind elke dag twee uur laat reizen om hier op school te gaan. Anders kan dat kind ook naar de school om de hoek waar ook christelijk op de gevel staat.’ 

Identiteit

bidden‘Wat betekent dat eigenlijk, die katholieke of protestantse identiteit van uw school?’ Niet zelden moet een schoolleider een duidelijk antwoord op deze vraag van ouders schuldig blijven, zegt Jos Roemer, directeur van SOL, een centrum voor identiteitsbegeleiding. Hij ondersteunt zo’n 550 katholieke scholen met hun identiteit. ‘Een enkeling reageert gevat met “gelooft u mij maar mevrouw, daar merkt u niks van”, maar de meesten willen een duidelijk antwoord kunnen geven, terwijl die katholieke identiteit niet erg zichtbaar of tastbaar is. Steeds minder leerkrachten hebben bijvoorbeeld de catechetische aantekening die vroeger verplicht was om op een katholieke school les te mogen geven. Onze hulp wordt wel ingeroepen door schoolleiders die zich gevangen voelen tussen schoolbesturen en ouders.’ Maar de aandacht voor de katholieke identiteit wordt vooral ingegeven door de schoolbesturen zelf, zegt Roemer. ‘In de statuten moet die identiteit vastgelegd zijn om de bekostiging van scholen te garanderen.’ Niet de pastoor maar een professioneel bureau poetst tegenwoordig blijkbaar de identiteit van een school een beetje op.

Concurrentie

Zelfbewuste ouders of scholenstichters die niet bij een erkende richting horen, zijn de grootste verliezers in de strijd om de schaarse ruimte in onderwijsland. Bij de Vereniging Bijzondere Scholen (VBS) meldt zich elke maand wel een initiatiefgroep om hulp bij de stichting van een nieuwe school. De motieven verschillen: mensen zijn ontevreden met het onderwijsaanbod in hun omgeving of willen bijvoorbeeld een doorgaande leerlijn bieden vanuit een centrum voor voorschoolse opvang. Maar het wordt steeds moeilijker. Nederland raakt vol, het lukt vrijwel alleen nog in nieuwbouwwijken. Elders is er domweg te veel concurrentie van bestaande richtingen en maakt een scholenstichter vrijwel geen kans. Simon Steen, algemeen directeur van de VBS, is helder: ‘Omdat de overheid alleen godsdienst of levensbeschouwing als richting beschouwt en anders initiatiefnemers dwingt tot algemeen bijzonder onderwijs (waarvan er maar een per voedingsgebied gefinancierd wordt), zijn we afgedreven van de oorspronkelijke intentie van de grondwet. Het vergt moed om toch een poging te wagen als nieuwkomer, want behalve de richtingsnorm is ook de stichtingsnorm problematisch: een nieuwe basisschool moet binnen vijf jaar maar liefst 200 leerlingen hebben, ongeacht de omvang van de gemeente waarin zij staat. Moeilijk voor een school die er sowieso acht jaar over doet om volgroeid te zijn. En oneerlijk vergeleken met bestaande scholen. Als een bestaande school de laatste is van zijn richting, mag zij op het laatst zelfs onder de 50 leerlingen zakken.’ Bestaande (meestal confessionele) scholen lopen vaak in de weg: zij beroepen zich op onderlinge afspraken over goed nabuurschap, maar maken het de nieuwkomer –een concurrent immers – vaak niet makkelijk. Iedereen vist in dezelfde vijver. Directeur Sylvia van der Nol van algemeen bijzondere basisschool Blink in Culemborg: ‘Eerst negeren ze je, daarna vergeten ze je zogenaamd bij directieoverleg te vragen. Langzaam went het, maar dan nog reageren de meeste collega’s afwijzend en ongelovig. Dat kan nooit wat worden, zeggen ze.’ Blink zet in op samenwerkend, levensecht leren en gaat uit van een holistisch wereldbeeld. In samenwerking met de inspectie heeft de school verplichte reken- en taallessen ingevoerd en neemt ze COTAN-gecertificeerde toetsen (‘zeg maar Cito’) af. Verder werken de kinderen vanaf 11.00 uur ’s ochtends in workshops in verschillende ruimtes (autotechniek, Chinees, Frans, koken et cetera). Traditionele klaslokalen ontbreken. Eigen ondernemerschap van het leven, daar gaat het ons om, zegt van der Nol. ‘Beslissingen in de groep (4-12 jaar bij elkaar) komen op sociocratische wijze tot stand: inspraak voor iedereen, gezamenlijk besluit.’ Blink zou je een vertegenwoordiger van het nieuwe geloven kunnen noemen. De Iederwijs-scholen waren misschien wel de meest zichtbare uiting van deze stroming in onderwijsland, 17 stuks circa 2005. Kinderen mochten er leren wat ze willen, met wie ze het willen en op welk moment ze het willen. De VBS ziet momenteel nieuwe scholen steeds minder extreem worden. Dat heeft een reden. Hoe meer mainstream, hoe meer kans om alsnog aan te sluiten bij een groter schoolbestuur als het binnen vijf jaar niet lukt om aan de stichtingsnormen te voldoen. Dan maar wat minder idealen verwezenlijken. Met andere woorden, innovatie en idealen worden gematigd om een kans te maken. Zou Maria Montessori zo bekend zijn geworden, als ze zich had aangepast aan de toenmalige conventies? De regering heeft de Onderwijsraad gevraagd om een advies over de toekomst van artikel 23, dat verwacht wordt in maart. Voorzitter Geert ten Dam houdt haar kaarten voorlopig voor zich. In een discussiemiddag over het thema benadrukte zij wel het belang van de school als ontmoetingsplek in een land van minderheden. Zij stelde bovendien een gezaghebbende interpretatie van artikel 23 in het vooruitzicht. Als zij de voorzet van de vier hoogleraren in hun onderzoek naar de grondwet serieus neemt (zie kader), mogen we een advies voor afschaffing van het richtingprincipe verwachten. 

Met de grondwet op de loop
Artikel 23 van de Grondwet garandeert iedere Nederlander recht op onderwijs naar eigen ‘richting’, zeg maar geloof. Maar er is niet nader omschreven wat het begrip richting betekent. Dit hebben vier hoogleraren onderwijsrecht onlangs aangetoond na onderzoek van alle wetgeving en jurisprudentie, in opdracht van de minister (zie http://www.didactiefonline.nl). Volgens hen spreekt de grondwet van “elke opvoedkundige richting”. De vier concluderen met zoveel woorden dat de confessionelen in de vorige eeuw met de grondwet op de loop zijn gegaan. Omdat zij zo enthousiast scholen begonnen te stichten, en de liberale voorgangers van premier Rutte wilden voorkomen dat er een situatie zou ontstaan van ‘twee geloven, drie scholen’ werd in de loop van decennia het richtingbegrip nader omschreven. Er moet nu sprake zijn van een min of meer erkende godsdienst of levensbeschouwing (inmiddels zijn dat er 14 in Nederland) die voldoende georganiseerd is in de samenleving. Maar dit was niet wat de grondwetgevers bedoelden. Het hoogste rechtscollege, de Raad van State, bepaalt in geval van twijfel of een groep gelovigen ook echt een richting vormen. Is een rechter de meest aangewezen persoon om dat te beslissen? De boeddhisten in Amsterdam zullen deze vraag met nee beantwoorden. Zij werden afgelopen zomer als richting te licht bevonden voor het stichten van een school. Naast openbaar en confessioneel onderwijs mag wettelijk in iedere gemeente (of in grotere steden in ieder ‘voedingsgebied’) in ieder geval één algemeen bijzondere school staan. Denk aan Montessori, Dalton, Jenaplan. Iedere volgende algemeen bijzondere school moet aantonen in een behoefte te voorzien om te worden gefinancierd door de overheid. Ook dit vergt duur onderzoek. 

Dit artikel verscheen in Didactief, december 2011.  

     

    Verder lezen

    1 Ingezonden brief: nieuwe school, oud geloof

    Click here to revoke the Cookie consent