Nieuws

Run op de kopgroep

Tekst Louise Elffers
Gepubliceerd op 10-04-2018 Gewijzigd op 25-10-2018
De opkomst van het zogenoemde schaduwonderwijs is reden tot zorg, schreef Louise Elffers al in september 2016 in Didactief. Er ontstaat immers kansenongelijkheid.  Elffers geeft met haar boek De bijlesgeneratie een indringende boodschap af. Kan het Nederlandse onderwijssysteem dit tij nog keren?

In de geschoolde samenleving zoeken leerlingen en ouders naar wegen om zo hoog mogelijk opgeleid te raken. Ze wachten niet rustig af welke schoolloopbaan de school voor een leerling in gedachten heeft, maar zitten er – meer dan vroeger – bovenop om de schoolloopbaan in de gewenste richting te sturen. In het reguliere onderwijs krijgen ze daartoe echter weinig ruimte.

Hoe stugger het onderwijsstelsel zich als poortwachter opstelt bij de toegang tot de verschillende routes in het voortgezet onderwijs, hoe harder leerlingen en ouders zullen duwen en trekken om alsnog toegang te krijgen tot de gewenste route. Ze oefenen druk uit op de leraar en proberen drempels die scholen opwerpen te omzeilen. En wat niet binnen het reguliere onderwijs lukt, zoeken ze daarbuiten. Schaduwonderwijs biedt ouders die daartoe de financiële middelen hebben een ingang om de schoolloopbaan van hun kinderen alsnog bij te sturen.

In de onderwijscompetitie willen ouders er zeker van zijn dat hun kind er ‘alles uit haalt wat erin zit’. Wanneer zij er onvoldoende op vertrouwen dat het reguliere onderwijs het beste uit hun kind weet te halen, wenden ze zich tot het schaduwonderwijs. Bijlessen worden ingezet om achterstanden weg te werken, maar ook om prestaties nog verder te verbeteren. Niet alleen om toegang te krijgen tot het gewenste onderwijsniveau, maar ook daarna om op dat niveau te kunnen blijven. Met behulp van examentrainingen, bijlessen en huiswerkbegeleiding, desnoods vijf dagen in de week en jarenlang, proberen leerlingen zich staande te houden op het hoogst mogelijke niveau.

Met de opkomst van de onderwijscompetitie is het gebruik van schaduwonderwijs in Nederland sterk toegenomen. Voor de huidige generatie leerlingen wordt het gebruik van bijlessen en andere vormen van begeleiding en training buiten de school steeds vanzelfsprekender. Verschillende andere landen hebben eerder eenzelfde ontwikkeling doorgemaakt. Schaduwonderwijs is in die landen inmiddels een standaard onderdeel van de schoolloopbaan. Het gevolg daarvan is dat leerlingen en ouders, maar ook het onderwijs zelf, leunen op het gebruik van bijles voor het realiseren van voldoende leerontwikkeling. Dat mechanisme versterkt zichzelf. Hoe meer leerlingen, ouders en scholen gaan leunen op bijlessen, hoe moeilijker het voor leerlingen wordt om zonder bijles te leren en presteren op school. Gaandeweg krijgt schaduwonderwijs daarmee een structurele plaats binnen het publieke onderwijsbestel. Als bijlessen een voorwaarde worden voor een succesvolle schoolloopbaan, hebben leerlingen van wie de ouders geen bijles kunnen betalen het nakijken. Het diploma zegt dan niet alleen iets over het vaardigheidsniveau van een individu, maar ook over de portemonnee van zijn ouders. Een signaalfunctie die voor sommige werkgevers overigens evengoed interessant kan zijn.

Wedstrijdstadion

De opwaartse druk in het onderwijs leidt in Nederland regelmatig tot meewarig hoofdschudden. Leerlingen en ouders zouden niet zo bezig moeten zijn met hogerop komen, wordt er dan gezegd. Het gaat er immers om dat ‘elke leerling op de juiste plek’ terechtkomt, en dat is niet per definitie het hoogst mogelijke niveau. Het Nederlands onderwijsstelsel werkt de opwaartse druk echter zelf in de hand. De ‘juiste plek’ wordt niet gezocht door samen met de leerling te verkennen welk type onderwijs het beste bij hem past.

In plaats daarvan worden leerlingen op basis van een onderlinge vergelijking verdeeld over routes met of zonder perspectief op doorstroom naar het hoger onderwijs. Voldoende in je mars hebben om op een bepaald niveau verder te leren, biedt geen garantie dat je daadwerkelijk toegang krijgt tot dat niveau. Door het relatieve vaardigheidsniveau als uitgangspunt voor de verdeling te nemen, worden leerlingen met elkaar in competitie gebracht. Wil je kans maken om verder te mogen leren op het hoogste niveau, dan dien je ervoor te zorgen dat je bij de kopgroep zit. De schoolloopbaan wordt daardoor een wedstrijd waarin leerlingen steeds harder moeten rennen om bij de kopgroep te kunnen horen. De snelste lopers zetten nog een tandje bij om zeker te zijn van een topscore. De runners up, voor wie het erop of eronder wordt, trainen extra hard in de hoop kans te maken op een plekje in de selectie. Wie in beslissende races net tekortkomt, heeft het nakijken.

In reactie op deze competitie is de vraag van ouders en leerlingen aan het onderwijs veranderd. Zij willen er meer dan ooit zeker van zijn dat het geboden onderwijs ze in staat stelt optimaal te presteren. De behoefte aan zekerheid resulteert in een toegenomen vraag naar individuele begeleiding en maatwerk, en in een kritische betrokkenheid van ouders bij de omgang van de school met hun kind. Doet de school wel genoeg om hun kind zo goed mogelijk te laten leren en presteren? Concludeert de school niet te snel dat een hoger niveau er voor hun kind niet in zit?

Ouders zijn – mits de bankrekening het toelaat – bereid aardig diep in de buidel te tasten om hun kind de begeleiding te bieden die nodig is om zo goed mogelijk te presteren op school. Ouders worden – niet zelden tot hun eigen verbazing – meegesleurd in de competitie van hun kinderen, die daarmee ook een competitie tussen ouders lijkt te worden. Wie zich vooraf nog zo had voorgenomen om later niet zo’n ‘streberige’ ouder te worden, vraagt zich vertwijfeld af hoe het toch zover heeft kunnen komen. Het antwoord is dat je in een wedstrijdstadion nu eenmaal niet als enige kunt blijven zitten als iedereen om je heen gaat staan.

Louise Elffers, De bijlesgeneratie. Opkomst van de onderwijscompetitie. Amsterdam University Press, € 19,99. 


Elffers waarschuwt: keer het tij

Drie op de vier leraren is ooit onder druk gezet om een basisschooladvies aan te passen, en meestal niet naar beneden. Dat beweert CNV Onderwijs op basis van een enquête die half maart publiek werd. Een op de vijf leraren zou zwichten onder die druk. Ouders willen er alles aan doen om er het hoogst haalbare voor hun kroost uit te slepen. En bon ton is extra les in te kopen. SEO Economisch Onderzoek becijferde onlangs dat ouders in 2016-2017 minstens 130 tot 214 miljoen euro uitgaven aan bijles, huiswerkbegeleiding en examentraining (Didactief, maart 2018). De opkomst van dit zogenoemde schaduwonderwijs is reden tot zorg, schreef Louise Elffers al in september 2016 in Didactief. Er ontstaat immers kansenongelijkheid. Bovendien bestaat het risico van overheveling van publieke taken naar ‘de schaduw’. Elffers geeft met dit boek een indringende boodschap af. Kan het Nederlandse onderwijssysteem dit tij nog keren? / Monique Marreveld

Dit artikel verscheen in Didactief, april 2018.

Click here to revoke the Cookie consent