Deci en RyanDe zelfdeterminatietheorie (ZDT) is ontwikkeld door de Amerikaanse psychologen Ryan en Deci. Voor intrinsieke motivatie moeten de drie psychologische basisbehoeften vervuld zijn: autonomie, competentie en sociale verbondenheid. In het kort gezegd gaat het om het bieden van keuzes binnen duidelijke kaders in een warm en positief pedagogisch klimaat. Als je dit weet te bereiken, kun je uitdagend gedrag in veel gevallen voorkomen. Hoewel de ZDT wereldwijd zeer breed wordt toegepast, is de theorie niet onomstreden. |
Autonomie, competentie en sociale verbondenheid vormen de bouwstenen van de ZDT. Dit zijn de psychologische basisbehoeften van ieder mens. Bij autonomie gaat het er om dat leerlingen zich verantwoordelijk voelen voor hun leerproces en eigenaarschap ervaren. Leerlingen voelen dat ze zelf invloed kunnen uitoefenen op hoe ze leren als ze zelf leeractiviteiten of materialen mogen kiezen. Ze zijn meer gemotiveerd om te leren als ze beseffen dat de leerstof belangrijk is voor hemzelf en niet om een ander te plezieren of uit angst voor negatieve consequenties. Het helpt als je niet-directieve taal gebruikt, bijvoorbeeld hints, tips of suggesties geeft. Zo laat je ruimte aan de leerlingen. Vervolgens is het belangrijk dat je ze ook ondersteunt bij het maken van hun keuzes. Hierdoor krijgen zij steeds meer inzicht in hun eigen voorkeuren, sterke- en ontwikkelpunten.
In de situatie die we hieronder beschrijven geeft Juf Eelke haar leerlingen bijvoorbeeld de regie bij het zoeken van een oplossing voor een conflict op het schoolplein.
Na de pauze komt een van de leerlingen (A) naar mij toe en geeft aan dat het in de pauze niet goed ging: twee andere leerlingen uit haar vriendengroepje hebben weer ruzie over het spel. Nadat ze heeft uitgelegd wat er precies is gebeurd, heb ik gevraagd wat zij denkt dat goed is: het nu meteen met de andere kinderen uitpraten of het nu even laten en later bespreken? A. wil graag meteen een gesprek.
Ik vind het mijn taak om de kinderen te leren hoe ze zelf conflicten op een goede manier kunnen oplossen. Ik doe dit door de regie zoveel mogelijk bij hen te laten, maar hen wel te ondersteunen als het nodig is. Ik vind het belangrijk dat de leerlingen weten dat, als ze er zelf niet uitkomen, ze mijn hulp kunnen inroepen. Ik probeer hen daarna zoveel mogelijk zelf inzicht te geven in de situatie en een oplossing te laten bedenken. In dit geval kwamen de leerlingen er zelf niet uit en kwam één van de leerlingen naar me toe voordat het escaleerde.
Ik heb A. en de drie andere kinderen die het betrof aan mijn tafel uitgenodigd om de pauze-activiteit te bespreken. Ik liet elk kind kort vertellen wat er is gebeurd, zonder dat een ander mag inbreken. Daarna vroeg ik aan alle kinderen of het klopt of dat ze nog wat willen aanvullen. In dit geval bleek dat de regels van het voetbal niet duidelijk waren. Ze kwamen er zelf achter dat het vaker voorkomt dat regels niet zo duidelijk zijn. Nadat we samen deze conclusie hadden getrokken, vroeg ik hoe de leerlingen dit wilden oplossen. Ik vroeg hen of ze zelf de regels kunnen verduidelijken of dat ze willen dat ik dat doe. A. geeft dat ze dat zelf wel kunnen. We spreken af dat zij daarover nadenkt en met een nieuw voorstel komt voor verduidelijking van de regels.
A. heeft een voorstel gedaan voor duidelijker regels en die heeft ze met de betrokken leerlingen besproken. Hierop zijn nog een paar aanpassingen gedaan door andere kinderen en uiteindelijk heeft de groep aangegeven dat de nieuwe regels beter zijn. Dit groepje vrienden kan weer leuk buiten spelen en heeft vertrouwen gekregen dat zij kleine conflicten zelf kan oplossen. Eén van de jongens die nog moeite heeft met communiceren en samen spelen komt nog regelmatig naar me toe. Dan bespreken we wat er is gebeurd en hoe hij zou kunnen reageren.
Ik heb geleerd dat ik niet te snel moet ingrijpen als er een conflict dreigt, zodat leerlingen kunnen leren om dit zelf op te lossen. Door erop te vertrouwen dat leerlingen dit zelf kunnen of anders mijn hulp kunnen inroepen, voelen zij zich meer verantwoordelijk. In dit geval hoefde ik alleen het gesprek te leiden. A. kwam op tijd naar me toe en kwam zelf met de oplossing. Ik heb structuur aangebracht in het gesprek en steeds herhaald en samengevat. Ik ben trots op A. dat zij zelf het initiatief heeft genomen en nieuwe regels heeft opgesteld en zij is daar zelf ook trots op.
Eelke heeft effectief autonomie geboden en ondersteund. Natuurlijk kan dit ook op veel andere manieren. Wil je dit ook proberen in je klas? Ga aan de slag met onderstaande checklist en neem een kijkje op de leeromgeving.
Observeer een collega, medestudent of jezelf (eventueel met behulp van een video-opname) of vraag iemand om jou te observeren.
Aspect van autonomieondersteuning |
Aantal keren gezien (turven) |
Toelichting |
Laat leerlingen zelf doelen stellen |
|
|
Bespreekt het belang en/of nut van de leerdoelen |
|
|
Geeft leerlingen een keuze |
|
|
Stelt vragen over wat leerlingen willen doen |
|
|
Luistert aandachtig naar leerlingen |
|
|
Verplaatst zich in het perspectief van een leerling |
|
|
Erkent gevoelens van een leerling |
|
|
Geeft begeleidende instructies of feedback |
|
|
Moedigt leerlingen aan tot initiatief |
|
|
Nodigt kinderen uit om activiteiten uit te voeren zonder het woord ‘moeten’ te gebruiken. |
|
|
Laat leerlingen zelf oplossingen voor problemen bedenken |
|
|
(naar Van den Bergh & Ros, 2015; Verbeeck, 2010)
Het onderzoeksproject Passend leren omgaan met uitdagend gedrag: benutten van good practices wordt gefinancierd door NRO (projectnummer: 405-18-642). Ga ook aan de slag met de gratis leeromgeving: fontys.nl/passend-leren-omgaan-met-uitdagend-gedrag.
1 Rolmodel helpt bij uitdagend gedrag
2 Rolmodel helpt bij uitdagend gedrag (3)
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven