Interview

Rekenen met taal

Tekst Jessie van den Broek
Gepubliceerd op 04-11-2013 Gewijzigd op 24-10-2016
Beeld Kars Tuinder
Hoe help je taalzwakke kinderen bij realistisch rekenen? Daar deed Fleur Deuling onderzoek naar. Ze won er de OnderwijsTopTalentPrijs 2013 van INOP en Didactief mee, in de categorie primair onderwijs.

Eigenlijk was de pabo haar plan B. Fleur Deuling (21) wilde eerst fysiotherapie studeren, maar werd uitgeloot. Van de Pabo heeft ze achteraf absoluut geen spijt: haar studie aan de Stenden Hogeschool vloog voorbij en voor de klas staan bleek ze geweldig te vinden.

Tijdens haar stages merkte Fleur dat taalzwakke leerlingen vaak moeite hebben met de taligheid van realistisch rekenen. Een interessant en onderbelicht probleem, vond ze. Het onderwerp voor haar afstudeerscriptie was dan ook snel gekozen: hoe kun je kinderen met een taalachterstand zo begeleiden dat ze beter kunnen meekomen met realistisch rekenen? Ze deed een literatuuronderzoek en stelde vragenlijsten op, die ze liet invullen door leerkrachten en leerlingen van acht basisscholen in de omgeving van Stadskanaal en Musselkanaal. De uitkomsten van haar onderzoek verwerkte ze in het bordspel Reken je Rijk, waarmee leerlingen spelenderwijs leren omgaan met realistisch rekenen. Op haar LIO-stage, de Willibrordschool in Stadskanaal, testte ze het spel uit.

Taalzwakke leerlingen die moeite hebben met rekenen, hoe zit dat precies?
‘Vaak zie je dat deze leerlingen prima kunnen meekomen met bepaalde vormen van rekenen: een som als 79 x 50 is geen probleem voor ze. Maar is zo’n som in de vorm van een verhaaltje gegoten, zoals bij realistisch rekenen het geval is, dan raken leerlingen met een taalachterstand de weg kwijt en weten ze niet goed wat de bedoeling is. Uit mijn onderzoek blijkt dat veel leerkrachten zich wel van dit probleem bewust zijn, maar dat ze vaak niet precies weten hoe ze deze leerlingen kunnen helpen de sommen beter te begrijpen.’

Welke oplossingen heb jij tijdens je onderzoek gevonden?
‘Wat vaak goed helpt, is de sommen visueel te maken: maak bijvoorbeeld een tekening op het bord om het verhaaltje bij de som te illustreren. En laat de kinderen af en toe samenwerken in groepjes met diverse niveaus. De taalzwakke leerlingen steken dan veel op van de uitleg van hun taalsterke klasgenootjes. Wat ook kan helpen, is extra aandacht besteden aan de begrippen die je gebruikt in de rekenles. Termen als ‘vermenigvuldigen’ en ‘delen’ kunnen voor taalzwakke leerlingen lastig zijn. Stel aan het begin van elke les een of meer van die termen centraal door ze te bespreken en voorbeelden te geven.’

Hoe werkt het spel dat je ontwikkeld hebt?
‘Door sommen goed op te lossen kunnen leerlingen muntjes verdienen; degene met de meeste muntjes wint het spel. Er zitten ook hulpkaarten bij, waarmee kinderen elkaar om uitleg kunnen vragen. De sommen in het spel zijn vergelijkbaar met de vragen in de Cito-toets, zodat de kinderen aan de toetsvragen kunnen wennen. Door het spelelement vinden ze het nog leuk ook: vaak hebben ze niet eens door hoe veel vooruitgang ze boeken. Ik heb al een hoop reacties gekregen van scholen die het spel graag willen gaan gebruiken, dus ik ben nu op zoek naar een uitgever.’

Wat zijn verder je plannen voor de toekomst?
‘Sinds september ben ik druk bezig met een schakelprogramma voor de master Orthopedagogiek. Die master gaat dieper in op gedrag en ontwikkeling, daar ligt echt mijn interesse. Als ik mijn studie heb afgerond, zou ik het liefst de helft van de tijd als orthopedagoge werken en de helft van de tijd voor de klas staan. Leerlingen begeleiden én lesgeven, die combinatie lijkt me wel wat.’

Click here to revoke the Cookie consent