Hij wilde altijd al illustrator worden. Daarom volgde hij eerst de mbo vakschool voor verbeelding Cipab in Zwolle en stroomde daarna door naar de kunstacademie ARTEZ, ook in Zwolle. Net als vele anderen liep hij tegen een groot probleem aan: een gebrek aan aansluiting van het ene schooltype op het andere. ‘Op de kunstacademie werden andere kwaliteiten van me gevraagd. In plaats van een uitvoerende kracht was ik opeens een authentiek individu dat geacht werd te experimenteren. Eigenlijk moest ik alles wat ik op het MBO had aangeleerd, zoals werken met deadlines en commercieel en doelgroepgericht denken, weer afleren. Dat is ontzettend complex.’ In 2008 studeerde Schoppert af als illustrator en ontwerper en werd hij door zijn oude MBO-opleiding gevraagd om les te komen geven. Nu hij zelf leraar is, is hij zich voortdurend bewust van dit probleem. ‘Ik probeer mijn leerlingen te waarschuwen: jullie gaan straks tegen bepaalde dingen aanlopen. Daar moet je je op voorbereiden.’
Want het is een landelijk probleem, merkte hij uit gesprekken met directies, leraren en leerlingen. Zelfs in België is er sprake van een gebrek aan overlap tussen opleidingen. Ook is het niet nieuw. ‘Al sinds het ontstaan van mbo-vakscholen in Nederland is het doel om echte vakmensen op te leiden. Van oudsher waren de vakscholen van bedrijven zelf, die eigen werknemers wilden kweken. Veel leerlingen bleven dan ook hangen bij zo’n bedrijf en maakten van hun stage hun beroep. Nog steeds worden mbo-leerlingen zo gericht mogelijk klaargestoomd voor de verwachtingen van de praktijk. Je wordt decorbouwer, meubelmaker of etaleur. Er wordt geen ruimte en geen tijd gemaakt voor leerlingen om te experimenteren. Alles moet volgende week al klaar zijn, het liefst gisteren al.’
Daarom vindt Schoppert dat er iets moet gebeuren op het mbo zelf. ‘Mijn doel is de vaardigheden die van leerlingen gevraagd worden op het hbo te integreren op het MBO’. Als afstudeerproject maakte hij een driejarig lesplan voor het vak tekenen waarin elke week een element van deze vaardigheden wordt aangehaald, zoals assertiviteit, zelfontplooiing of authenticiteit. De lessen zijn stapsgewijs opgebouwd en worden ieder jaar herhaald, zodat leerlingen deze vaardigheden ook daadwerkelijk aanleren. ‘Nu krijgen ze in hun laatste jaar een workshop van twee weken waar die vaardigheden even voorbijkomen, dat werkt natuurlijk niet.’
Onderdeel van het ontwerp van het driejarige lespakket is de methode van de zes denkhoeden van Edward de Bono. Iedere hoed staat voor een positie in het creatieve denkproces en deze moeten leerlingen afwisselend verdedigen. Niet alleen leren ze zo zich elke positie in het proces eigen te maken, maar ze worden ook mondiger. ‘Sommige leerlingen sneeuwen nog wel eens onder bij het samenwerken. Nu moéten ze de gekregen positie uitspreken, als doemdenker of optimist, zonder dat het ze persoonlijk wordt aangerekend.’
Schoppert is ontzettend verbaasd over het snelle succes van zijn lessenpakket. Vakscholen hebben al aangegeven het in hun onderwijs te willen integreren en nu is hij in gesprek met een uitgever. Hoewel Schoppert trots is op zijn prestatie, blijft hij er nuchter onder. ‘Het staat natuurlijk allemaal nog in de kinderschoenen. De keuze voor een driejarenplan is omvangrijk, er moet nog van alles worden uitgewerkt. Daar ben ik nu heel hard mee bezig.’
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven