Blog

Progressief Slechter

Tekst Paul Kirschner
Gepubliceerd op 01-09-2020 Gewijzigd op 02-09-2020
Paul Kirschner - Deze vakantie las ik het boek ‘Progressively Worse: The burden of bad ideas in British schools’. Het laat zien hoe zogenoemd ‘progressief onderwijs’ (als tegenpool van ‘traditioneel onderwijs’) voet aan de grond kreeg in het Verenigd Koninkrijk om vervolgens de dominante pedagogiek te worden…en wat het effect daarvan is (geweest) op schoolprestaties en leerlinggedrag.


[Progressive education increases the deprivation of the less fortunate for the sake of an ideological experiment conducted at their expense by those with little to lose personally (Andrew Old (@oldandrewuk) in de Foreword van het boek].

Zoals de titel verraadt, is het oordeel van de schrijver (Robert Peal) over meer dan vijf decennia progressieve onderwijsinitiatieven op Britse scholen niet positief. Toch is dit boek meer dan de moeite waard. Want, hoewel het in Nederland iets minder erg is, zien wij hier dezelfde uitwassen van onderwijsvernieuwing volgens een vergelijkbaar progressieve ideologie in de klas, het beleid en in de lerarenopleiding.

Het boek is grofweg in twee delen te splitsen. Het eerste beschrijft hoe de progressieve onderwijsideologie van ‘kindgericht’ (child-centred) antiautoritair onderwijs begon en in de 60er jaren van de vorige eeuw dominant werd in het VK. Het verwerven van kennis werd onbelangrijk en werd ondergeschikt gemaakt aan zaken als kritisch denken, creativiteit, liefde voor leren, zelfontplooiing, enzovoorts. (Twintigste-eeuwse vaardigheden waarover John Dewey (1) al in het begin van de vorige eeuw schreef dat zij voorrang moest krijgen over het verwerven van kennis: omdat de wetenschap en de maatschappij zo snel aan het veranderen was dat het verwerven van kennis zinloos werd. Komt dat bekend voor?) Tot slot werd de sociaaleconomische komaf van het kind een excuus voor alles wat er mis ging in progressief onderwijs. Zoals David Didau dit zo mooi verwoordde:

De kindgerichte, antiautoritaire orthodoxie van het progressivisme werd een onbetwistbaar geloofsartikel in mijn opleiding tot leraar. Wij mochten kinderen niet meer onderwerpen aan regels noch hen volproppen met irrelevante feiten. In deze verlichte tijden moesten wij kinderen faciliteren en begeleiden om te ontdekken wat authentiek en relevant is voor hun omstandigheden en wij moesten voorzichtig onderhandelen over acceptabel gedrag, wetende dat elk falen van de kant van de kinderen eigenlijk een falen is van onszelf als leraren.

Hoe vruchtbaar de grond hiervoor was, en naar mijn bescheiden mening nog is, werd mooi opgeschreven door William Bagley in 1935:

Als je applaus wilt ontvangen op een onderwijsbijeenkomst, brul dan sentimentele banaliteiten (platituden) over de heilige rechten van het kind, vermeld in het bijzonder zijn [sic] recht op het verkrijgen van geluk door vrijheid. U krijgt waarschijnlijk extra applaus als u een paar verbale tranen vergiet over de wreedheid van tentamens/examens en huiswerk. Tot slot krijgt u een staande ovatie als u dit allemaal doorspekt met het veroordelen van geliefde stereotypen van kindermisbruik zoals het moeten leren van Latijn, wiskunde (vooral meetkunde) en grammatica, het volgen van het traditioneel curriculum, het onderverdelen van onderwijs in vakken en aparte domeinen waar je feiten moet leren, en formele discipline (orde handhaving in de klas) en dergelijke. (p. 409)

In het tweede deel van zijn boek weerlegt Peal de vier pijlers van progressief onderwijs. Achtereenvolgens bespreekt hij (1) de orthodoxie van het kindgerichte onderwijs in al z’n vormen en uitwassen, (2) de aversie tegen dan wel het negeren van het verwerven van kennis, (3) de afkeer tegen het bijbrengen van discipline, karakter en normen en waarden  en (4) de ‘zachte dweperij’ van lage verwachtingen en hoe leerlingen uit lagere sociale milieus de dupe hiervan worden.

Gelukkig vermeldt Peal ook hoe het wel moet, bijvoorbeeld middels een citaat van Michael Oakeshott (1989) over de essentie van het verzorgen van onderwijs:

Onderwijzen is het zorgen dat op de een of andere manier iets dat de moeite waard is wordt geleerd, begrepen en herinnerd door een leerling. Het onderwijs is dus een gevarieerde activiteit die kan bestaan uit hints, suggesties, aandringen, overhalen, aanmoedigen, begeleiden, wijzen, bespreken, instrueren, informeren, vertellen, vertellen, demonstreren, oefenen, testen, onderzoeken, bekritiseren, corrigeren, bijles geven, enzovoort; alles, inderdaad, wat niet in tegenspraak is met begrip bij te brengen.

Het boek van Robert Peal laat zien hoe leerkrachten, lerarenvakbonden, lerarenopleidingen, faculteiten onderwijskunde en politici resistent zijn voor bewijs. Zoals Didau zegt: “Onze opvattingen over ‘wat werkt’ zijn vaak gebaseerd op emotie en de rest is rationalisering achteraf”. Hierin ligt tegelijkertijd de zwakte van dit boek. Als je als lezer meent dat progressief onderwijs goed is, zal je waarschijnlijk ‘al die argumenten al gehoord hebben’ en zal je het relatief eenvoudig vinden om ogenschijnlijk steekhoudende tegenargumenten te bedenken. En uiteraard, hoe groter jouw belang in het progressieve gedachtengoed, hoe moeilijker het voor je zal zijn om je voor te stellen dat het misschien niet klopt. Maar als je je emotionele afkeer eventjes kunt opschorten, kan dit boek je misschien overtuigen.

Dit gratis te downloaden boek is een aanrader voor allen die goed onderwijs nastreven en vooral voor lerarenopleiders en onderwijsbeleidsmakers en –woordvoerders. Zoals Peal het zelf zegt: “…als er enige significante verbetering plaats zal vinden op Britse scholen, we eerst moeten afstappen van de schadelijke doctrine van progressief onderwijs”.

Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gasthoogleraar aan de Thomas More Hogeschool (België). Lees hier al zijn columns. 

 

Referenties

Bagley, W. (1935). Is subject-matter obsolete? Educational Administration & Supervision, 21, 401-412.

Didau, D. (2014).Progressively Worse: A summary and a review.

Oakeshott, M. (1989). The voice of liberal learning, Indianapolis: Liberty Fund.

Peal, R. (2014). Progressively worse: The burden of bad ideas in British schools. London, VK: Civitas. Gratis te downloaden hier.


Voetnoot 

1) John Dewey richt in 1894 een experimentele school op in Chicago en publiceert The School and Society (1900) en The Child and the Curriculum (1902) waarin hij zijn kindgerichte kijk op onderwijs schetst. Hij ziet later veel hiervan af in Education and Experience (1938) en geeft toe dat hij de noodzaak van onderricht aan leraren flink heeft onderschat.

 

Verder lezen

1 De kracht van meta
2 Even de ogen dicht
3 Hoe jonge kinderen leren
4 Spreek jij Python?
5 Engeland gidsland?

Click here to revoke the Cookie consent