Interview

Professionele ontwikkeling is zinloos zonder koppeling aan de lespraktijk

Tekst Winnifred Jelier
Gepubliceerd op 27-01-2022 Gewijzigd op 04-08-2023
Moeten scholingsactiviteiten altijd leiden tot een concrete verbetering van je lessen? Of kunnen ook activiteiten waar de link met je lespraktijk niet direct helder is, nuttig zijn?

 

Myra Warmer I Opleidingscoördinator en docent I Scholengroep Leonardo Da Vinci I Leiden| kernteamlid het LEF

‘Tijdens professionele activiteiten hoeft er niet altijd een directe koppeling met de lespraktijk te zijn. Scholing gaat immers ook vaak over nadenken over wie je bent als leraar en wat je visie op het leraarschap is. Als je daar inzicht in hebt, kun je gaan kijken wat jouw school te bieden heeft en waarin jij je kunt ontwikkelen.

In mijn werk als opleidingscoördinator ontmoet ik veel leraren die inspiratie putten uit themabijeenkomsten, congressen en andere activiteiten. We organiseren een deel zelf, specifiek voor onze scholen, en daarnaast wijzen we leraren op externe activiteiten, zoals de bijeenkomsten en ontmoetingen in het Leiden Education Fieldlab.

'Scholing is ook nadenken
over wie je bent
als leraar'

Mooi aan die bijeenkomsten is dat je er mensen van andere scholen en onderwijssectoren ontmoet en samen kunt bespreken hoe anderen met bepaalde thema’s omgaan. Je bent dan misschien niet direct oplossingsgericht bezig, maar krijgt wel een beter begrip van hoe breed sommige kwesties spelen, zoals gelijke kansen bieden of differentiëren in de klas. Sommige leraren vinden het misschien geen prettig idee als ze niet direct concrete antwoorden krijgen. Ze willen graag input krijgen waarmee ze in principe de volgende dag al in de les aan de slag kunnen. Maar om je als professional te ontwikkelen, is een goed besef van hoe je als leraar bent een voorwaarde om goed les te kunnen geven. Dat geldt trouwens niet alleen voor startende leraren, ook zittende collega’s hebben er belang bij om af en toe uit hun vertrouwde omgeving te stappen en kennis te maken met nieuwe inzichten.’

 

Ilja van Santen I Leercoach Hogeschool Leiden en oprichter Agora Leiden (vmbo, havo en vwo)

&

Leny Baas I Projectleider I Centrum Onderwijs & Innovatie I Hogeschool Leiden

 

‘Professionele ontwikkeling gaat over veel meer dan alleen je lessen verbeteren. Relevant zijn de relaties van leraren met leerlingen, ouders en collega’s.

Dat is een belangrijk uitgangspunt bij het Centrum Onderwijs & Innovatie. Hier begeleiden we een team van coaches van Agora, een onderwijsconcept waarbij de interesses en talenten van leerlingen centraal staan. Agora-onderwijs kent geen tussentijdse toetsen, aparte leerjaren of lesrooster. In plaats daarvan werken leerlingen in een community aan hun eigen uitdagingen onder begeleiding van een coach. Deze aanpak vergt een specifieke rol van de leraren: leraren treden coachend op en stimuleren de leerlingen om uit te vinden hoe ze zich verder kunnen ontplooien. Elke leerling ontwikkelt een persoonlijke leerroute.

'Leren is 
continu
en samen'

Voor leraren die jarenlang klassikaal onderwijs hebben gegeven, is deze aanpak vaak wennen. Maar ze hebben heel bewust de overstap gemaakt vanuit het reguliere onderwijs. In onze begeleiding zetten we eerst een stap terug: wat is eigenlijk goed onderwijs, wie ben jij als mens, vanuit welke waarden werk jij en hoe kun jij als coach en teamlid bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen?

Het kost tijd om het vermogen te ontwikkelen om oordelen te vellen over wat in concrete situaties onderwijspedagogisch gezien wenselijk is. Je bent er niet met een middagje kennismaken met belangrijke tools. Jezelf ontwikkelen is een ongoing process.’

Meer weten? Beluister de podcast over Agora

 

Dik Maandag I senior-beleidsmedewerker onderwijs I Rijksuniversiteit Groningen

‘Professionele ontwikkeling levert het meeste voordeel voor leerlingen op als de scholingsactiviteiten gekoppeld zijn aan concrete praktijkvragen. Dat blijkt uit een literatuuronderzoek dat ik samen met collega’s van de RUG in 2017 publiceerde. We spitten vijftien hoogwaardige onderzoeksartikelen door, waarin de vraag naar het effect van professionalisering van leraren op de cognitieve leerprestaties van leerlingen centraal stond.

Goede scholingsactiviteiten bieden ruimte voor eigen vraagstukken, momenten waarop leraren hun kwesties samen tegen het licht kunnen houden en onder begeleiding kunnen zoeken naar mogelijke oorzaken en oplossingen. In de waan van de dag is hier vaak geen tijd voor.

Tijdens congressen of lezingen is er geen ruimte om je eigen situatie te analyseren. Zulke activiteiten hebben daarom doorgaans op zich geen effect op de leerprestaties van je leerlingen. Maar door zulke activiteiten onder te brengen in een breder scholingstraject kunnen ze toch nuttig zijn. Stel dat je leerlingen beter wilt motiveren tijdens de rekenles, dan kan een lezing over dat onderwerp interessante inzichten opleveren.

'Koppel scholing
aan concrete
praktijkvragen'

Uit onze literatuurstudie blijkt ook dat samen leren beter werkt dan alleen leren. Sluit je dus als het even kan aan bij een groep collega’s met vergelijkbare vragen. In het hele land zijn er mooie voorbeelden van professionele leergemeenschappen, netwerken waarin leraren elkaar helpen en samen aan concrete producten werken. Maar ook binnen je team kun je een eind komen. Een voorwaarde is dat leraren zich veilig voelen, dat er op de school een cultuur is waar je fouten mag maken en systematisch met elkaar lessen bespreekt. Dat klinkt evident, maar ik kom toch nog vaak op scholen waar leraren vooral op hun eigen klas gericht zijn en weinig tijd hebben voor gezamenlijke analyses van het leren van leerlingen.’

 

Luc Stevens I Emeritus hoogleraar Orthopedagogiek I Universiteit Utrecht I oud-directeur Nivoz

‘Deze stelling houdt het oude idee in stand dat opleiding en praktijk afzonderlijke zaken zijn. Dat idee klopt niet. Theorie en praktijk – denken en doen – horen bij elkaar. Leraren willen vaak dat scholing aan hun praktijkvragen gekoppeld is, en terecht.

Voor hen is het belangrijkste dat zij een goede interactie met de leerlingen bewerkstelligen. Die interactie is een voorwaarde voor goede leerprestaties: leraren hebben weliswaar hun instrumenten, zoals methodes, programma’s en toetsen, maar daar heb je alleen iets aan als de relatie goed is en er sprake is van een veilig leerklimaat. In een veilig leerklimaat durven leerlingen het te zeggen als ze iets niet begrijpen.

'Investeer in de eerste plaats
in de relatie
met je leerlingen'

Helaas is het nu nog vaak zo dat leerlingen zich schamen als ze iets niet snappen. Ze zwijgen. Daardoor leren ze minder goed dan ze zouden kunnen. Ik wil graag alle leraren op het hart drukken om in de eerste plaats te investeren in je relatie met de kinderen. Leer ze om goede vragen te stellen.

Bij de stichting Nivoz starten we samen met de Erasmus Universiteit Rotterdam binnenkort een nieuwe masteropleiding voor het basisonderwijs. Bij de ontwikkeling van deze opleiding stonden we uiteraard ook stil bij de vraag hoe we van praktijk en theorie één geheel maken. Hoe doe je dat concreet? Daar is geen pasklaar antwoord op. Het hangt af van de vraag hoe je handelen en kennis definieert.

Maar dat theorie en praktijk geïntegreerd aangeboden moeten worden, staat buiten kijf. Dat betekent niet dat deelname aan congressen of lezingen ineens zinloos is. Ze leveren misschien niet altijd zoveel praktisch nut op, maar je kunt tijdens dat soort bijeenkomsten veel inspiratie opdoen en gestimuleerd worden om met een frisse blik naar je werk te kijken.’

 

Dit artikel verscheen in de LEF-special van Didactief, januari-februari 2022.

Verder lezen

1 Special: Innoveren met LEF

Click here to revoke the Cookie consent