Onderzoek

PISA ligt in Afrika

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 30-04-2015 Gewijzigd op 27-10-2016
PISA heeft sinds kort ook een dochter, het PISA for Development Initiative, bedoeld voor niet-westerse landen die willen deelnemen aan de PISA-toets. Algerije gaat dit jaar meedoen aan PISA, Senegal en Zambia bereiden zich voor op deelname.

Verantwoordelijk manager binnen de OECD voor de niet-westerse deelname is Michael Ward.

Wat kost het een Afrikaanse regering zoals de Nigeriaanse (die onlangs nog machteloos moest toezien hoe Boko Haram tweehonderd schoolmeisjes ontvoerde, wat resulteerde in de campagne Bring back our girls) om deel te nemen aan PISA?
'De deelnamekosten voor niet-OECD-leden bedragen € 190.000,-, te betalen aan de OECD. Dat is exclusief de kosten voor toetsafname en voor deelname aan internationale vergaderingen en trainingsbijeenkomsten die onderdeel van het proces vormen. Deze kosten variëren per land, maar bedragen gemiddeld ongeveer € 500.000,-. De totale kosten zouden dus voor een land als Nigeria ongeveer € 700.000,- bedragen per driejaarlijkse cyclus.'

Wat krijgt een land voor dat bedrag?
'De toets wordt dan afgenomen op 150 scholen, met 40 leerlingen per school. Als een land meer scholen of meer leerlingen per school wil laten testen, brengen we meerkosten in rekening en stijgen vanzelfsprekend ook de afnamekosten.'

Wat als een land dat niet kan betalen?
'We hebben inderdaad ontdekt dat de kosten voor sommige landen een hindernis vormen. Veel lower income landen nemen deel aan PISA met hulp van hun westerse partners. De Wereldbank heeft bijvoorbeeld betaald voor een aantal landen. Er ligt een voorstel van de Global Partnership for Education (GPE), een fonds dat onderwijs bevordert in ontwikkelingslanden en inwoont bij de Wereldbank, om een International Platform for Assessment of Learning (IPAL) op te richten dat financiering kan verzorgen voor landen die willen deelnemen aan internationale toetsen zoals PISA. Wij werken nauw samen met GPE aan dit voorstel.'

Acht de OECD landen als Senegal en Zambia in staat om hun eigen toetsen te maken en analyseren of zal hulp worden ingevlogen?
'Ja, zolang individuen en instituties die verantwoordelijk zijn voor PISA de noodzakelijke taken uit kunnen voeren als Nationaal Centrum en Nationaal Project Manager (in Nederland is dit Cito in opdracht van het ministerie van OCW) en eventuele problemen tijdens de implementatie van PISA kunnen oplossen. Ze moeten projectdoelen kunnen stellen en bereiken. Landen als Senegal en Zambia zijn bezig met capacity building plans. De landen die deelnemen aan PISA en PISA for Development werken samen met de OECD en er zijn internationale bedrijven die de toetsinstrumenten klaarmaken en de toets afnemen. De bedrijven die verantwoordelijk zijn voor PISA for Development zijn ETS en The Learning Bar.'

Tekst Monique Marreveld, hoofdredacteur van Didactief.
Gepubliceerd op 30 april 2015.

Click here to revoke the Cookie consent