Onderzoek

Onderwijs in China: 3 uur lopen

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 12-05-2016 Gewijzigd op 27-10-2016
Toen het PISA-rapport 2012 China's onderwijs als zeer hoog waardeerde, bleek het niet om een landelijk gemiddelde te gaan, maar om geselecteerde topscholen. De realiteit is dat er niet zoiets bestaat als 'het Chinese onderwijs'. Een inkijkje in het onderwijs aan de onderkant van de economische ladder: de minderheidsschooltjes in de achtergestelde berggebieden.

In China staan de kranten weer vol over het onderwijs. De kaoshi en gaokao, de jaarlijkse nationale examens, houden iedereen in hun greep en in stress: ouders en grootouders die hun hoop hebben gevestigd op dat ene kind; de leerkracht wiens beoordeling en inkomen zal afhangen van de scores van zijn leerlingen; de scholen die vechten om prestige en de beste leerling. Alles draait om de examenresultaten.
Toen het PISA rapport 2012 China's onderwijs als zeer hoog waardeerde, bleek het niet om een landelijk- of zelfs stadsgemiddelde te gaan, maar om geselecteerde topscholen die zelf alleen topleerlingen aannemen. De realiteit is dat er niet zoiets bestaat als 'het Chinese onderwijs'. In dit artikel een inkijkje in het onderwijs aan de onderkant van de economische ladder: de minderheidsschooltjes in de achtergestelde berggebieden.


Veel kinderen hier spelend op het schoolplein moeten uren lopen om naar school te komen, vaak zonder eten.


Naar school in een kippenhok

Eindelijk, toen de weg ophield en we niet verder konden, zagen we Damu's schooltje, al is dat wel een erg mooie benaming voor een gebouwtje dat meer lijkt op een groot kippenhok. We vonden het diep verscholen tussen de oostelijke uitlopers van de Tibetaanse bergen en we waren moe van de rit en de slechte wegen. Van mijn bruisende metropool Chengdu was het negen uur met de trein - en nog steeds in de zelfde provincie! - tot Xichang, het slaperige centrum van het Yi volk, vanwaar we met een roestige, overbeladen mianbaozhe (een soort minibus-taxi) de laatste twee uur de bergen in reden.
Tijdens de trainingsweken die we voor minderheidsleerkrachten organiseren op mijn school (Chengdu International School), had Damu mij uitgenodigd zijn school te bezoeken. Damu is directeur en leerkracht van het kleine bergschooltje, dat zijn vader dertig jaar geleden begonnen was in de zitkamer van hun huis. Zijn vader, zelf een Yi, had maar één levensdoel en passie: onderwijskansen creëren voor de Yi-kinderen uit de bergen. Hij was een roepende in de woestijn en kreeg weinig begrip en nog minder steun en middelen. Maar de oorspronkelijke vijf leerlingen werden er al gauw vijftig. Zijn gedrevenheid kostte hem zijn huwelijk en zijn laatste dagen sleet hij als goedmoedig alcoholist. Toen zijn vader overleed had Damu al besloten het werk voort te zetten.


Kinderen wachten op hun leerkracht. Door leerkrachttekort gebeurt het nog al eens dat 1 onderwijzer in 2 lokalen tegelijk lesgeeft en het plein moet bewaken.


Leerkrachttekort

'De tijden zijn wel veranderd', aldus Damu. 'Lang hebben wij Yi hier in armoede geleefd en generaties verloren aan alcohol- en drugsmisbruik. Maar gelukkig komen er steeds meer scholen en van de overheid krijgen we nu financiële steun, al is het niet voldoende. Zo konden we enige jaren terug dit gebouw betrekken, maar het is nog steeds veel te klein.' Het gebouwtje is echt niet meer dan een grote kippenschuur en ondanks de lange koude winters is verwarming en isolatie een toekomstdroom: grove enkel-steens muren met kleine raampjes waarvan het kapotte glas is dichtgeplakt met plastiek en krantenpapier. Het meubilair in elk van de vijf lokalen bestaat uit drie rijen verweerde houten tweezitbankjes en een zwart gekalkt vlak op de muur dat dienst doet als schoolbord. Lesmateriaal is er nauwelijks en wat er is sluit niet aan bij de belevingswereld van deze bergkinderen – alles is geschreven door en voor stadse Han-Chinezen. De klasdeuren die allen uitkomen op het speelplein staan altijd open. We zien leerkrachten zich van het ene naar het andere lokaal haastten, en weer terug.
'Leerkrachttekort is ons grootste probleem. De overheid doet wat het kan: het stimuleert startende leerkrachten hier een jaar les te geven en het geeft betere vergoedingen dan voorheen. Maar de meesten houden het niet lang vol. De afwezigheid van basisvoorzieningen, de kou, de eenzaamheid, het cultuurverschil; ze kunnen het gewoon niet aan.' Uit nood neemt Damu nu ook Yi 'leerkrachten' aan die zelf niet meer dan middelbare school hebben. Maar ook zij vertrekken zodra een kans zich voordoet. Stadslucht maakt vrij! Aan de ander kant van het speelplein dient een kleine bijgebouwtje als leerkrachtvertrek. Voor iedere twee leerkrachten een onverwarmd kamertje van 3 bij 3 meter zonder raam. Het is hun enige plekje weg van werk, tussen afbrokkelende muren en op een wiebelig bed. In stilte vraag ik me af: hoelang zou ik dit kunnen? Een maand, misschien... Wat zou er overblijven van mijn passie en hoogdravende idealen in deze weerbarstige realiteit?


Volle klassen. Op de muur zin tekens van het Yi-schrift


Drie uur lopen naar school

Terug in de lokalen zitten de leerlingen als sardientjes in een ton. Hun stralende oogjes die helder opkijken vanuit ongewassen gezichtjes ontsteken weer het net gedoofde vlammetje van (com-)passie: hier doen we het voor! Hun stemmetjes galmen door de ruimte, terwijl ze onophoudelijk een nieuw Chinees gedicht met nieuwe karakters leren. Na enkele minuten loopt de leerkracht naar het aanleunend lokaal. Hier legt ze het rekenen nog eens uit. Op de achtergrond klinkt nog zacht het gekwetter van het gedicht. Van voorin de klas kijkt ze toe: voor rondlopen is de klas te vol. Op de weg terug stopt ze even om het speelplein te overzien: al enige tijd heeft ze drie klassen en ze houdt dit vol door steeds een klas buiten te laten spelen.
'Hier is de gaokao niet echt een probleem: de meeste leerlingen zullen de test nooit halen,' legt Damu uit. 'Vaak halen ze het niet eens naar de school. Letterlijk! De meeste leerlingen moeten 1 tot 3 uur lopen om op school te komen en voor de kleinsten is dat nogal ver.' In de middag bezoeken we een leerling thuis: Alang. Het gehucht waar hij woont is een uur lopen de bergen in – wegen zijn hier niet. Damu is al blij als Alang honderd dagen in het jaar naar school komt. Vandaag is het pad, dat diep is uitgesleten in de kleigrond en door akkers en boomgaarden omhoog slingert, droog; stoffig zelfs. Maar in de winter is het vaak dicht gesneeuwd en op regenachtige dagen is het een riviertje. Te gevaarlijk voor kleine Alang. Dan is de school onbereikbaar. Om die reden gaan veel Yi kinderen pas vanaf hun zevende jaar naar school. De onderwijsachterstand die dit veroorzaakt, wordt verder vergroot door de taalachterstand: thuis wordt alleen maar de Yi-taal gesproken. Mandarijn Chinees is voor de meesten een vreemde taal wanneer ze met hun onderwijs beginnen.


De meeste jongeren trekken weg uit de bergdorpen opzoek naar werk. Ouderen blijven achter om het land te bewerken en te zorgen voor de kleinkinderen.


Armoede

Het gehucht oogt verlaten en de lemen hutten vervallen en onverzorgd. Hier en daar scharrelt een kip en slaapt een varken. Voor het idyllisch Nederlands plattelandsgevoel is hier geen plaats. We treffen Alang thuis aan. Voor we binnen kunnen komen worden de kippen eruit gejaagd. Zijn grootmoeder biedt ons thee aan. Zijn ouders werken als migrantarbeider in een grote stad in Oost-China en komen eens per jaar thuis. Net voor we gaan, komen Alangs neef en nicht binnen. Nadat hun vader stierf door alcoholmisbruik en hun moeder werd opgenomen voor drugsverslaving moesten zij vervroegd de school verlaten en als migrantwerkers aan de slag. Dat Alang thuis is, maakt hen boos. 'Oma, houdt hem niet thuis, hij moet naar school - zolang het nog kan! Misschien heeft hij meer geluk...' We laten Alang achter bij oma nadat ze beloofd heeft hem morgen wel naar school te sturen.
'Begrijp je nu ons probleem? Armoede houdt de Yi gevangen in een visuele cirkel van ellende en depressie.' Damu zucht en klinkt moe, maar na een lange stilte vervolgt hij: 'Alleen onderwijs kan dit doorbreken.' Ik herinner me de woorden van George Washington Carver, wiens jonge jaren net zo kansloos leken als die van de Yi-kinderen, maar wiens latere jaren tot hoop en voorbeeld kunnen zijn: 'Education is the key to unlock the golden door of freedom' (Carver 1861-1943 leerde voormalige slaven in de VS zelfvoorzienend te zijn, meer info).


Veel jonge schoolverlaters worden migrantwerkers in de stad. Meestal worden ze in grote fabrieken te werk gesteld maar sommigen zoals deze naaister.

-----


Het onderwijsniveau op scholen in minderheidsgebieden ligt veel lager dan op stadsscholen.


China kent, naast de 91% Han Chinezen, 55 minderheidsgroepen, waarvan de meesten het economisch en sociaal erg moeilijk hebben. Het Yi volk (8 miljoen) woont verspreid over 3 westelijke provincies, hoofdzakelijk in de bergstreken. Terwijl 80% van de Han leerlingen in de stad middelbaar onderwijs afmaakt, is dit slechts 40% voor de Yi. In 2012 begon UNICEF-China in samenwerking met UNESCO een project om lesmateriaal te ontwikkelen dat afgestemd is op de economische en sociale situatie in verschillende achterstandsgebieden.


-----

Tekst en foto's Steven Dorgelo, voormalig basisschool directeur van de Chengdu International School.
Gepubliceerd op 12 mei 2016.

Click here to revoke the Cookie consent