Al jaren waarschuwen financiële experts over de toegenomen kwetsbaarheid van jongeren als het gaat om financiën. Niet alleen weten ze vaak weinig van de complexe financiële werkelijkheid waarin ze belanden zodra ze achttien worden, ook is de drempel om geld te lenen verlaagd en bouwen ze makkelijker een schuld op. Uit onderzoek van het Nibud in 2015 bleek zelfs dat meer dan een derde van de jongeren in het mbo een schuld heeft, los van hun studielening.
Aisa Amagir, onderzoeker en lerarenopleider economie bij de Hogeschool van Amsterdam, vroeg zich af in hoeverre financiële educatie kan bijdragen aan een verbetering van de situatie. Ze legde ruim 2.000 leerlingen een vragenlijst voor en interviewde jongeren, docenten en andere onderwijsexperts. Een van de uitkomsten is dat vooral vmbo-leerlingen over weinig financiële kennis en vaardigheden beschikken. Verrassend zijn de schulden onder mbo’ers dan misschien ook niet.
Welke hiaten zag u bij vmbo-leerlingen?
‘Ze hebben onder meer moeite met concepten als “samengestelde interest” of “risico afdekken”. Ook weten ze bijvoorbeeld niet hoe ze uitgaven moeten prioriteren. Wat moeten ze eerst betalen: de huur of internetrekening? Daar komen ze niet altijd uit. Havo-/vwo-leerlingen hebben minder van zulke problemen. Een andere invulling van het onderwijsaanbod kan een deel van de oplossing zijn, met minder nadruk op feitenkennis en meer aandacht voor houding en gedrag.’
Ook zet Amagir vraagtekens bij de vroege selectie: ‘Als vmbo-leerlingen langer de kans krijgen om zich op te trekken aan havo- of vwo-leerlingen, gaan hun prestaties erop vooruit, bleek onder meer uit onderzoek van Herman van der Werfhorst. Dat kan ook goed gelden voor hun financiële vaardigheden. Het meest recente PISA-onderzoek ondersteunt dit: het verschil in financiële kennis tussen de laagst en hoogst presterende leerling in Nederland is groter dan in OESO-landen waar de selectie voor het middelbaar onderwijs later plaatsvindt. Nederlandse scholen kunnen tegenwicht bieden met de brede brugklas, waarin leerlingen uit diverse onderwijstypen een jaar of langer bij elkaar zitten.’
Hoe breng je financiële educatie naar een hoger plan?
|
Maar onderwijs is niet het hele verhaal. ‘Veel hangt af van wat jongeren van huis uit meekrijgen,’ benadrukt Amagir. Tijdens haar onderzoek zag ze dat veel ouders de vaardigheden missen om kun kinderen goed te leren omgaan met geld. ‘Kinderen die opgroeien in een gezin met veel schulden, zien bijvoorbeeld dat hun ouders door de stress soms nauwelijks helder kunnen nadenken en daardoor verkeerde beslissingen nemen. Ze kunnen onbesuisd geld uitgeven, terwijl ze juist voorzichter moeten zijn.’
‘Richt je niet alleen op kennisoverdracht, maar ook op houding en gedrag’
Ook schaamte voor armoede kan volgens Amagir in de weg zitten. Zo vertonen ouders die zich schamen voor hun financiële situatie, vaker gedrag dat past bij een ‘demonstratieve consumptie’, uitgaven die vooral bedoeld zijn om te laten zien dat je een bepaalde status hebt. Voor de buitenwereld lijkt de situatie dan misschien onder controle, maar eigenlijk verslechtert de situatie alleen maar.
Leerlingen van hoogopgeleide moeders zijn juist in het voordeel: zij beschikken over meer financiële kennis, bleek uit uw onderzoek. Hoe zit dat?
‘Hoogopgeleide ouders praten thuis vaker over geld, of ze nu een laag of hoog inkomen hebben, waardoor hun kinderen beter beseffen hoe je met geld omgaat. In praktijk zijn dit vaak de moeders: zij nemen nog altijd het grootste deel van de opvoeding op zich.’
Financiële geletterdheid zou volgens Amagir minder afhankelijk moeten zijn van de thuissituatie: ‘Vooral in deze tijd, waarin de overheid steeds meer verantwoordelijkheid bij de burger legt en het keuzeaanbod overweldigend kan zijn, is het belangrijk dat jongeren zelfstandig financiële beslissingen leren nemen.’
SpaarWijsWaar geven we geld aan uit? Waarom kopen we zoveel spullen van bepaalde merken? Hebben influencers invloed wat je koopt? Vragen als deze komen aan bod in het financieel-educatieprogramma SpaarWijs, dat Aisa Amagir ontwikkelde en testte onder ruim 700 leerlingen in vmbo-3. Tijdens acht lessen bespreken leerlingen diverse situaties over geld en kijken ze kritisch naar hun eigen financiële gedrag. Dat blijkt nuttig: door het programma zijn leerlingen meer bereid om te sparen en minder uit te geven, worden ze gestimuleerd een inkomen te verdienen en praten ze voortaan makkelijker over financiën. |
Wat kunnen scholen doen om de financiële geletterdheid van hun leerlingen op een goed niveau te brengen?
‘Vaak blijkt financiële educatie nu nog iets wat een economiedocent er even bij doet. Dit geldt zowel op het vmbo als in het havo/vwo-onderwijs. Dat is geen goed uitgangspunt. Je kunt financiële educatie beter een vast onderdeel maken van het schoolbrede curriculum. Financiële geletterdheid heeft niet alleen raakvlakken met economie, maar ook met bijvoorbeeld maatschappijleer en wiskunde.
En richt je niet alleen op kennisoverdracht, maar ook op houding en gedrag. Anders weten je leerlingen misschien uiteindelijk wel waartoe een verzekering dient, maar niet hoe zij er zelf een moeten kiezen.’
Aisa Amagir, ‘You can’t just spend all the money you have’: Financial literacy education among young students in the Netherlands. Proefschrift Universiteit van Amsterdam, 2020. |
Dit artikel verscheen in de special 'Financiële Geletterdheid' van Didactief, maart 2021.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven