Interview

In de biotoop van Michel Pijpers

Tekst Stef Verhoeven
Gepubliceerd op 18-11-2014 Gewijzigd op 26-10-2016
Beeld Marike Knigge
Stef Verhoeven waagt zich maandelijks in de habitat van de homo sapiens educationis. Deze maand: hoe leraar en onderwijsontwikkelaar Michel Pijpers erin slaagt buiten de lijntjes te kleuren.

'En Michel,' vroeg een oud-klasgenoot jaren geleden aan hem op een reünie van zijn middelbare school, 'heb je rust gevonden in je leven?' Michel Pijpers (56) vond dat een bijzondere vraag. Het was anderen dus niet onopgemerkt gebleven. Terwijl de automaat de laatste druppels in onze koffiekopjes laat vallen en Biotoop nog zoekt naar een pennetje, zit Pijpers al midden in een bekentenis. 'Ik was een lastig, opstandig jongetje,' zegt hij. Werd van het atheneum gestuurd, kwam via een omweg op een mavo terecht en ging toen toch maar havo doen. Met hier en daar wat doublures. 'Na de les kon ik altijd goed met leraren opschieten, maar in de les dacht ik vaak: man, doe normaal' Hij had zogezegd een fijne neus voor echtheid. 'Ken je die didactici die zeggen: "Wees tot Kerst streng tegen leerlingen, dan kun je daarna langzaam de teugels laten vieren"? God, wat een onzin!'

We zitten in een klassiek schoolgebouw van het Odulphuslyceum in Tilburg, dat van binnen eigentijds is verbouwd door een architect met smaak. Fortis in Fide is het 115 jaar oude motto van de school (1.100 leerlingen), 'sterk in vertrouwen'. Het motto past Pijpers als een oude jas. In deze biotoop lijkt hij zijn rust te hebben gevonden, maar dan wel als jongleur met een act van onwaarschijnlijk veel ballen. Hij is en was niet alleen leraar Nederlands, Frans, informatica, ckv, drama en muziek, hij is ook columnist, onderwijsontwikkelaar en de schrijver van de eigenzinnige online methode Nederlands BruutTAAL.

Rust is een relatief begrip bij Pijpers. 'Ik vind eigenlijk alles wel leuk,' zegt hij verontschuldigend. Vroeger was dat ook zo, behalve dus tijdens de lessen. En thuis. Na school begon zijn echte schoolleven. Hij zat in het leerlingenbestuur, schreef voor het schoolblad, speelde in een band en deed aan cabaret. 'Alles om maar niet naar huis te hoeven,' zegt hij min of meer terloops. Zijn vader had een slechte dronk, om het mild te zeggen. 'Mijn broers en ik hebben al heel vroeg onze eigen opvoeding ter hand genomen. Ik wilde eigenlijk voortdurend weg van huis.'
Op zijn zestiende voegt hij de daad bij het woord. Hij verkoopt geleidelijk zijn LP-collectie om wat geld te sparen en op een dag, vlak voor de proefwerkweek, bindt hij zijn slaapzak op zijn brommer en vertrekt. Bestemming: Zweden. 'Daar woonde een meisje dat ik op een vakantie had ontmoet, met wél een leuke vader en moeder. Niemand wist er verder van.'
'Maar het was een verrekkes end op de brommer,' lacht hij op zijn Brabants. In Bremen besluit hij zijn brommer op de trein naar Denemarken te zetten, maar bij station Hamburg wordt hij van de trein gehaald. Een benzinebom op de trein? 'Zu gefährlich,' volgens de conducteur. Daar stond ie dan met zijn plan. Bij een jeugdherberg vindt hij een baantje. Hij blijft. Het is 1974: de WK-finale beleeft hij tussen de Duitsers.

Zelfstandigheid
'Die vlucht heeft me volstrekt zelfstandig gemaakt. Ik ontdekte dat ik me overal kan redden. De kern is: ik wilde serieus genomen worden. Door mijn ouders, door mijn leraren.' Met zo'n schoolgeschiedenis zou je denken: die eigenwijze Michel wordt allesbehalve een leraar. Maar nee. 'Mijn motivatie was: dat moet toch anders kunnen! Op mijn dertiende hielp ik al de juf op de kleuterschool, op mijn zeventiende had ik een jeugdvoetbalteam onder mijn hoede. Er was niks leukers dan dat.'
Op de lerarenopleiding trof hij een docent, Peter Ritzen, die hem behandelde als een toekomstige leraar, een vakgenoot. Het kan dus toch, dacht hij. Als afgestudeerd leraar Nederlands en Frans solliciteerde hij als leraar muziek. Op zaterdagen haalde hij die bevoegdheid. Tegelijkertijd ging hij aan de slag in het vak dat hem het meest dierbaar is: Nederlands. 'Het is een prachtig vak, maar als je het leerlingen vraagt, noemen ze het vaak als laatste van de "leuke" vakken. Daar baal ik van, maar ik snap dat heel goed. Kijk naar die slimme gymnasiumkinderen. Die zien bij Nederlands nog drie lange jaren de dingen langskomen die ze allang snappen: spellen en ontleden. Ze vervelen zich kapot. Net als ik destijds.'

BruutTAAL
Toen Pijpers inmiddels fulltime leraar drama en ckv was, begon hij in zijn vrije tijd – hoe kan het ook anders? – een eigen lesmethode Nederlands te schrijven voor havo en vwo. Hij noemde zijn methode heel opstandig BruutTAAL. Geen boek, geen gestructureerd jaarplan en geen schotten tussen de vaardigheden lezen, spellen, grammatica, schrijven en samenvatten. Alles online, actueel en flexibel. Door het open karakter van de opdrachten leert elke leerling op zijn eigen niveau. 'Eigenlijk is mijn methode een statement tegen het lineair georganiseerde onderwijs. Bij een vak als wiskunde is dat logisch, maar het beginniveau bij Nederlands ligt een stuk hoger; de niveaus liggen verder uit elkaar. Dan moet je het onderwijs anders aanpakken.'
Zijn eigen school is inmiddels om, net als zeven andere scholen in Nederland. Maar ook in het buitenland is er belangstelling. Op de Dutch School in Shanghai mocht hij nascholing verzorgen voor een team dat BruutTAAL heeft omarmd. 'Fantastisch,' zegt Pijpers, 'maar het dwingt me ook weer tot nieuwe keuzes.' Misschien moet hij maar weer eens de brommer uit de schuur halen.

Meer weten over de online methode Nederlands van Michel Pijpers? Kijk op www.bruuttaal.nl.

 

Click here to revoke the Cookie consent