Basisschool Pro Rege in Amsterdam Nieuw-West kampte met een probleem: de eindtoetsscores voor rekenen liepen sinds enkele jaren terug. Aanvankelijk weet het team de oorzaak hiervan deels aan de lockdowns tijdens de coronapandemie. En wellicht speelde de betrekkelijke onervarenheid van een aantal kersverse leerkrachten ook een rol. Maar toen het team beter ging kijken, ontdekten ze dat de scores in álle groepen achterbleven – ook bij zeer ervaren docenten. Tijd om in te grijpen dus.
'We dachten te
snel dat we de
oplossing hadden’
‘Normaliter wordt er dan een werkgroepje gevormd. Dat bedenkt een plan en vervolgens wordt er een nieuwe onderwijsmethode aangeschaft,’ vertelt Gijs Damen, leerkracht groep 5 bij Pro Rege. Maar via ONA maakte hij kennis met het 5D-model, een methode om evidence-informed te kijken naar knelpunten in het onderwijs. Het leek hem de ideale aanpak voor een gedegen probleemanalyse en goed onderbouwde strategie. Pascal Riet, schoolleider van Pro Rege, stelde een werkgroep samen met IB’ers en leerkrachten. Damen zelf werd een dag per week vrij geroosterd om onderzoek te doen.
5D-model
Bij een evidence-informed aanpak verbeter je het onderwijs op basis van kennis en data uit (praktijk)onderzoek. ONA gebruikt hiervoor het 5D-model, een onderzoekscyclus die bestaat uit vijf verschillende fases. Deze moet je stuk voor stuk zorgvuldig doorlopen om tot een effectieve, duurzame en wetenschappelijk onderbouwde onderwijsverbetering te komen. Elke D in het model verwijst naar een fase in het proces: het vaststellen van het probleem (Detect), bepalen welke interventies voor wie van nut zijn (Diagnose), ontwerpen en implementeren van een interventie/handeling (Design), evaluatie van de effecten: wat werkt voor wie in de praktijk (Determine) en ten slotte het zorgvuldig vertalen van de resultaten naar een handelingsplan (Decide). |
Inmiddels is de school een jaar verder. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen, analyseerde de werkgroep de huidige lesmethode tijdens studiedagen en deed uitgebreid literatuuronderzoek. Damen: ‘Zo kwamen we erachter dat de manier waarop we ons rekenonderwijs inrichtten, eigenlijk achterhaald is. We deelden de leerlingen bijvoorbeeld in niveaugroepen in, en dat is, zo blijkt vanuit wetenschappelijk onderzoeken, totaal ineffectief. We ontwerpen nu een betere aanpak en maken daar allerlei producten voor. Zoals kwaliteitskaarten waarmee leerkrachten hun rekenles en didactische middelen kunnen monitoren en evalueren. Daarmee zitten we in de Design-fase van het 5D-model. Volgend schooljaar starten we de uitvoerende fase – Determine. We testen dan een nieuwe lesmethode en zullen regelmatig evalueren of die het gewenste effect heeft. Zo niet, dan gaan we weer terug naar de tekentafel.’
‘Wetenschap en
praktijk kunnen heel
goed samengaan’
Het toepassen van het 5D-model is onmiskenbaar arbeidsintensief en tijdrovend. En tijd is meestal niet iets waar leerkrachten ruim over beschikken. Levert dat in de praktijk geen probleem op? ‘Wij hebben gelukkig een schoolleider die zegt: als we goede resultaten willen, moeten we hier gewoon tijd voor maken,’ zegt Damen. ‘Het was wel even een zoektocht hoe je die tijd effectief indeelt. In het begin zetten we van alles in Excelbestanden, zonder dat we er goed over nagedacht hadden wat die resultaten ons zouden vertellen. Of we dachten te snel dat we de oplossing al hadden. Gelukkig hielpen wetenschappers van Education Lab ons bij het maken van gevalideerde vragenlijsten en het zoeken naar de juiste literatuur. Maandelijks kwamen ze langs om te evalueren: welk resultaat verwacht je precies? Wat heb je al bereikt? En wat heb je nog nodig? Dat was heel fijn.’
Eén van die sparringpartners is Ilja Cornelisz, onderzoeker bij Education Lab NL (initiatiefnemer van ONA) en medebedenker van het 5D-model. ‘Onderwijsveranderingen worden vaak met veel enthousiasme doorgevoerd, maar de effecten ervan worden lang niet altijd geëvalueerd,’ legt hij uit. Terwijl, hoe duidelijker de oorzaak van een probleem is, hoe gerichter de oplossing kan zijn. ‘Daarom is het belangrijk dat je met het hele team overeenstemming bereikt over wát het probleem is en dat je de vraagstelling goed onderbouwt. Welke verbeteringen wil je bereiken? Hoe meet je straks of nieuwe leermethodes inderdaad de juiste resultaten opleveren? Dat is een complexe puzzel. Het 5D-model helpt om daar systematisch over na te denken.’ En ja, goed nadenken vraagt tijd, geeft hij toe. Maar dat vertragende proces vooraf leidt wel tot betere uitkomsten achteraf – en dus uiteindelijk tot versnelling. ‘Doordat iedereen er intensief over nadenkt, is de kans dat een nieuwe methodiek toch niet werkt, veel kleiner.’
Veel scholen tonen interesse voor het 5D-model, merkt Cornelisz tot zijn verrassing. Samen met Damen en andere medewerkers van Pro Rege organiseert hij nu binnen ONA masterclasses voor andere Amsterdamse leerkrachten. ‘Het doel is vooral enthousiasmeren,’ zegt Damen. ‘Want je in drie uur tijd alles eigen maken, dat lukt niet. In zo’n sessie kun je wel laten zien hoe je ondanks tekort aan geld en menskracht toch grip kunt krijgen op de kwaliteit van je onderwijs. Dat heeft ook veel meerwaarde voor de sfeer binnen het team.’
Deelnemers ontvangen bovendien een praktische hand-out. Daarnaast is Cornelisz bezig met de ontwikkeling van een serious game om het 5D-model tijdens de sessies makkelijker te kunnen doorgronden. ‘Dat wordt deels een bordspel en er komt ook een online applicatie. Via een rollenspel leer je als groep samen te werken en na te denken over elkaars ontwikkeling en casussen. Het is niet alleen zenden,’ zegt hij tevreden. ‘In de kennissessies wordt veel informatie uitgewisseld. Daar leer ik zelf ook van. Het is leuk om te merken hoe goed wetenschap en praktijk kunnen samengaan.’
Bekijk de toolkit ‘Evidence-informed werken in de praktijk’ die samen met de ONA-onderzoeksscholen is ontwikkeld.
Lees meer over de masterclass ‘Evidence-informed werken met het 5D-model’.
Dit artikel verscheen in de special Onderwijs blijvend verbeteren van het Onderwijskennis Netwerk Amsterdam in Didactief, mei/juni 2024.
1 Rekenen op goed rekenonderwijs
2 Analyseren hoe leerlingen denken
3 Special: onderwijs blijvend verbeteren
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven