Verschillen in schoolprestaties van leerlingen aan het einde van de basisschool kunnen allerlei oorzaken hebben. In een grote studie hebben wij gekeken naar de zelfregulatie van kinderen: langdurig kunnen focussen op een taak bijvoorbeeld, impulsief gedrag onderdrukken, plannen en prioriteiten stellen. In internationale studies is aangetoond dat deze vaardigheden belangrijk zijn om hoge cijfers te halen op school. Deze studies keken tot nu toe alleen naar schoolcijfers. Maar die zijn niet altijd een goede afspiegeling van de kennis van de leerling: cijfers kunnen bijvoorbeeld beïnvloed worden door de moeilijkheid van de toets en afhankelijk zijn van de leerkracht die de toets beoordeelt. Daarom hebben wij gekeken naar de resultaten op drie toetsen uit het Cito-leerlingvolgsysteem (rekenen-wiskunde, spelling en begrijpend lezen).
In totaal deden 211 leerlingen van 8 tot 12 jaar mee, in groep 5 tot 8 van vier basisscholen in Noord-Holland. Hun zelfregulatie is onderzocht met een korte vragenlijst, online ingevuld door hun leerkrachten (Amsterdam Executive Functioning Inventory, AEFI).
Goede zelfregulatie
helpt bij het opdoen
van nieuwe kennis
Leerlingen die in ons onderzoek het best presteren op de Cito-toetsen, hebben volgens hun leraren een betere zelfregulatie. Bij alle drie toetsen blijkt dat leerlingen met hoge toetsscores zich beter kunnen concentreren en beter kunnen plannen. Bij rekenen-wiskunde en begrijpend lezen geldt dit ook voor reguleren (impulsen onderdrukken en goed prioriteren) en monitoren van gedrag (zelfreflectie). Omgekeerd blijken leerlingen die laag scoren op de Cito-toetsen, slechter in zelfregulatie.
Daarnaast hebben we gekeken naar de rol van het opleidingsniveau van de ouders in de ontwikkeling van een goede zelfregulatie. Uit eerder onderzoek is bekend dat het opleidingsniveau van de ouders de cognitieve ontwikkeling van een kind kan beïnvloeden: kinderen van hoger opgeleide ouders ontwikkelen bijvoorbeeld een grotere woordenschat (Ganzach, 2000). Ook kunnen ze zich vaak beter concentreren (Hurks et al., 2006) en zijn ze beter in plannen (van Tetering & Jolles, 2017). En inderdaad blijken de kinderen met hoger opgeleide ouders in ons onderzoek een betere zelfregulatie te hebben, bij de leerlingen met lager opgeleide ouders blijkt die juist slechter.
Hoe kan het dat leerlingen met een slechtere zelfregulatie minder goed presteren op de Cito-toetsen? Onze studie suggereert dat deze leerlingen het moeilijk vinden om zich langdurig op een toets te concentreren, te plannen en deelstappen te prioriteren. Ook laten ze zich makkelijk afleiden door irrelevante prikkels en informatie. Andersom zou het kunnen dat kinderen die hun huiswerk beter kunnen plannen en hun aandacht erbij hebben in de les, daarvan profiteren: voor hen is het makkelijker om nieuwe kennis op te doen. En met meer kennis kunnen ze beter verbanden leggen binnen en tussen onderwerpen. Dat kan hun schoolprestaties verbeteren.
Reik leerling woorden
aan voor routes
naar de oplossing
Kinderen met slechte schoolprestaties of uit een lager opgeleid milieu kunnen baat hebben bij training in zelfinzicht, zelfregulatie en omgaan met impulsen, zo volgt uit onze studie. Het is daarbij heel belangrijk dat je gerichte feedback geeft op de aanpak. Vraag een leerling na een taak: ‘Wat ging volgens jou goed? En wat ging niet goed en kan beter?’ Want de leerling krijgt alleen een betere zelfregulatie als hij leert zijn eigen gedrag en vaardigheden te analyseren en zijn aanpak te verwoorden en evalueren (Van der Donk & Jolles, 2017), (‘Ik had bij het oplossen van die opdracht geen plan, ik probeerde maar wat. En ik merk dat ik de tekst te snel gelezen heb. Het belangrijkste stond aan het eind en ik heb die informatie niet gebruikt.’).
Kijk vervolgens samen met de leerling op welke punten hij zijn aanpak kan verbeteren. Als een inspirerende coach kun je de leerling laten verwoorden welk probleem hij eigenlijk ervaart met een opgave en hem verschillende routes tonen voor vergelijkbare situaties. Het helpt als de leerling kan verwoorden wat de mogelijkheden zijn: het veranderen van zijn aanpak wordt voor hem makkelijker wanneer jij hem daarvoor begrippen aanreikt, waarmee hij de route naar de oplossing kan vinden. Ook kun je de leerling wijzen op de dingen die hem afleiden van de leerstof: andere leerlingen die de aandacht trekken, een nieuw berichtje op de smartphone, maar ook bezorgde gedachten zoals ‘Doe ik dit wel goed?’ of ‘Waarom begrijp ik dit zo slecht?’. Zelfs voor leerlingen in het vo is dit vaak nog belangrijk. Ook zij moeten nog leren hoe ze hun aandacht moeten verdelen. Ze raken nog snel afgeleid en zijn vrij associatief (zie ook het boek Het tienerbrein van Jelle Jolles).
De aandacht vasthouden, het eigen gedrag reguleren, impulsen onderdrukken, plannen en reflecteren op het eigen gedrag zijn allemaal vaardigheden die ontstaan met ervaring. Vertel de leerling dan ook dat hij zich hierin nog ontwikkelt, doordat de hersenen nog aan het rijpen zijn. Ook de tiener is nog ‘werk in uitvoering’.
Als school kun je voorlichting geven aan ouders over het belang van een goede zelfregulatie voor schoolprestaties. Wijs op internetbronnen (o.a. van der Donk en Jolles, 2017) over executieve functies (waaronder zelfinzicht en zelfregulatie) en geef ze handvatten om hier zelf mee aan de slag te gaan, zodat ze gestimuleerd worden om gerichte feedback, inspiratie en sturing te geven. Ze kunnen het verschil maken, doordat ze bijdragen aan de ontwikkeling van de vaardigheden en een betere taakaanpak van hun kind.
En als een goede zelfregulatie wordt gestimuleerd, kan dat de hele leeromgeving verbeteren: minder afgeleide kinderen betekent minder stress in de klas.
Marleen van Tetering, Renate de Groot en Jelle Jolles, Teacher-Evaluated Self-Regulation Is Related to School Achievement and Influenced by Parental Education in Schoolchildren Aged 8-12: A Case-Control Study. In: Frontiers in Psychology, 2018 (open access).
Lees meer over het brein in het interview met Margriet Sitskoorn uit hetzelfde nummer van Didactief.
Dit artikel verscheen in de rubriek Onderzoek po/vo in Didactief, januari/februari 2019.
VerwachtingenHet zou kunnen dat het oordeel van de leraren in ons onderzoek over de zelfregulatie van hun leerlingen, werd beïnvloed door wat ze al wisten over de prestaties en de thuissituatie van de leerlingen. Maar verwachtingen werken net zo goed andersom. Hoe je als leraar de zelfregulatie van je leerlingen inschat, hangt samen met hoe je op ze reageert en ze stimuleert (Summers, Davis & Hoy, 2017). Denk je dat de leerling zich lang kan concentreren en zijn huiswerk goed kan plannen, dan geef je ze waarschijnlijk ook meer uitdagende opdrachten. En dat is weer stimulerend voor hun cognitieve ontwikkeling. Alleen al daarom is het belangrijk om je bewust te zijn van de verschillen die je observeert, zodat je ook de slechter presterende kinderen kunt blijven stimuleren. |
Van der Donk, M. L. A., & Jolles, J. (2017) ‘Executieve functies’ belangrijk voor onderwijs.
Van der Donk, M. L. A., & en Jolles, J. (2017). Over zelfregulatie: een wiki.
Ganzach, Y. (2000). Parents’ education, cognitive ability, educational expectations and educational attainment: interactive effects. Br. J. Educ. Psychol. 70, 419–441. doi: 10.1348/000709900158218
Hurks, P. P. M., Vles, J. S. H., Hendriksen, J. G. M., Kalff, A. C., Feron, F. J. M., Kroes, M., et al. (2006). Semantic category fluency versus initial letter fluency over 60 seconds as a measure of automatic and controlled processing in healthy school-aged children. J. Clin. Exp. Neuropsychol. 28, 684–695. doi: 10.1080/13803390590954191
van Tetering, M. A., and Jolles, J. (2017). Teacher evaluations of executive functioning in schoolchildren aged 9–12 and the influence of age, sex, level of parental education. Front. Psychol. 8:481. doi: 10.3389/fpsyg.2017.00481
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven