Onderzoek

Werkgeheugen en schoolprestaties

Tekst Julie Wevers
Gepubliceerd op 05-12-2017 Gewijzigd op 05-11-2018
Aandacht genoeg voor executieve functies. Maar hoe je die functies kunt versterken, is nog niet echt duidelijk, zag onderwijskundige Malou Hessel (23) tijdens haar masteronderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.  

Wat zijn executieve functies en waarom zijn ze zo belangrijk?

‘Het gaat om een breed scala aan vaardigheden die je nodig hebt om je gedrag aan te sturen, bijvoorbeeld tijdens het plannen. Een heel bekende executieve functie is het werkgeheugen. Daarmee kun je informatie tijdelijk vasthouden in je hoofd en bewerken, bijvoorbeeld tijdens een rekenopdracht. Een ander voorbeeld is de inhibitie, oftewel impulsbeheersing. En cognitieve flexibiliteit stelt je in staat om te wisselen tussen verschillende taken. Op school heb je dit soort vaardigheden heel hard nodig om tijdens het leren informatie te verwerken en te manipuleren.’

Was er nog geen overzicht van onderzoek naar effectieve interventies op dit gebied?

‘De aandacht voor executieve vaardigheden op Nederlandse basisscholen is groot, dat merk ik ook altijd als ik er iets kom vertellen over mijn onderzoek. Altijd willen leraren er dan meer over weten. Voor mijn opleiders aan de Rijksuniversiteit Groningen was deze groeiende aandacht de aanleiding om er onderzoek naar te laten doen. Het viel ze op dat sommige scholen al heel erg met executieve functies bezig zijn, terwijl het onderzoek naar effectieve interventies nog maar in de kinderschoenen staat.’

Werken scholen dan wel aan de juiste zaken?

Malou Hessel‘Ja en nee. Uit verschillende onderzoeken blijkt duidelijk dat er een relatie bestaat tussen executieve vaardigheden en schoolprestaties. Maar over hoe die relatie er precies uitziet, weten we nog maar heel weinig. Bij 18 van de 26 studies die ik heb bekeken, is enig effect gevonden van een interventie. Dat lijkt veel, maar vaak betrof dat slechts één onderdeel, meestal was dat begrijpend lezen. Voor rekenen en technisch lezen waren de uitkomsten opvallend wisselend. Conclusies over specifieke doelgroepen, zoals jonge of slecht presterende leerlingen, vallen nog niet te trekken. Voor alle doelgroepen geldt namelijk: soms wordt er wel effect gemeten en soms niet.’

Hoe staat het met de kwaliteit van de onderzoeken?

Wat vooral opvalt, is dat onderzoekers erg zijn gefocust op hun eigen onderzoek en minder lijken te letten op het geheel. Zo is er heel veel onderzoek gedaan naar geheugentrainingen – denk aan het bekende Cogmed – maar de resultaten hiervan kunnen niet met elkaar worden vergeleken door het verschil in de onderzoeksopzet. Dat is heel erg jammer. En bij 10 van de 26 studies is tot mijn verbazing niet gekeken naar het effect op de langere termijn. Als dat effect er niet is, dan heb je er natuurlijk niet zoveel aan.’

Hebben interventies überhaupt al zin?

‘Het kan volgens mij weinig kwaad om er al gebruik van te maken, de relatie tussen deze functies en schoolprestaties is immers wel aangetoond. Ik adviseer scholen om vooral te investeren in veelbelovende pilots, zoals Slim door gym. Maar ik kan ze helaas nog geen enkele interventie aanbieden met de mededeling: ga dit maar gebruiken, dit werkt.’

Ook een mooie masterscriptie over onderwijs geschreven? Stuur een samenvatting aan [email protected] en maak kans op een plaats in deze rubriek.

Dit artikel verscheen in de rubriek 'De Onderzoekende Student' in Didactief, december 2017.

Click here to revoke the Cookie consent