Studeren, werken of toch een tussenjaar? Mbo, hbo of wo? Thuiswonen of op kamers? Examenleerlingen komen voor ingrijpende keuzes te staan, waar ze wel wat hulp bij kunnen gebruiken. Onderzoekers van de Open Universiteit onderzochten hoe de brede vo-school Agora Roermond (vmbo, havo, vwo) haar leerlingen daarop voorbereidt. Hoe tevreden zijn oud-leerlingen? Wat komt er terecht van hun plannen en ambities en in hoeverre werpt de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) op school zijn vruchten af? Onder leiding van emeritus hoogleraar Jos Claessen volgde de OU ruim drie jaar lang de ontwikkelingen op school. Centraal stonden leerlingen van de eindexamenlichting 2019-2020, die in coronaomstandigheden begonnen aan een opleiding, baan of tussenjaar.
Agora
|
De onderzoekers namen het aanbod van LOB onder de loep, bedoeld om leerlingen te ondersteunen bij het kiezen van een profiel en het uitzoeken van een eventuele vervolgstudie (zie kader LOB op Agora). Ze woonden onder andere gesprekken bij van examencoaches met individuele leerlingen over hun loopbaankeuzes, namen deel aan (digitale) vergaderingen en interviewden zowel leerlingen als coaches en bestudeerden interne documenten en relevante regelgeving.
Tijdens het eindexamenjaar 2019-2020 namen 23 leerlingen van havo en vwo deel aan het onderzoek. Een jaar later interviewden de onderzoekers hen (op een na) telefonisch over hoe het hen was vergaan in hun eerste jaar na hun eindexamen en hoe zij terugkeken op het Agora-onderwijs. 18 van hen waren in september 2020 begonnen aan een vervolgopleiding; 4 kozen ervoor om een langere periode te gaan werken, te starten met een eigen bedrijf of een tussenjaar te nemen.
Van tevoren wisten bijna alle leerlingen (20 van de 23) wat ze na hun eindexamen wilden doen. De meesten hadden zich hier ook uitgebreid op georiënteerd. Een jaar later blijken de meesten overwegend positief over hun oude school: bijna driekwart geeft Agora Roermond het rapportcijfer “goed tot zeer goed”. Ze zijn vooral te spreken over de nadruk op zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en de ruimte voor eigen initiatief. Minder lovend zijn ze over de inhoudelijke kennis/bagage/vaardigheden die ze hebben meegekregen. ‘Nogal wat leerlingen signaleren dat met name hun wiskundige bagage meer aandacht had moeten krijgen’, schrijven de onderzoekers bijvoorbeeld.
Slechts 14 van de 22 blijken tevreden met hun uiteindelijke loopbaankeuze. De onderzoekers concluderen dan ook dat er werk aan de winkel is als het gaat om het aanbod van LOB op school en de ontwikkeling van loopbaancompetenties.
18 van de 22 leerlingen voerden direct na de zomervakantie hun oorspronkelijke plan uit. In de loop van het jaar trad er een verschuiving op en stelden steeds meer leerlingen hun plannen bij. Aan het einde van eerste jaar volgden slechts 13 leerlingen het traject waaraan ze begonnen in september 2020; van hen waren 9 voornemens dit voort te zetten en kozen 4 toch voor een tussenjaar (met het voornemen om hun oorspronkelijke plan daarna weer op te pakken). Naast deze 13 waren er nog 9 oud-leerlingen die een andere koers inzetten; van hen switchten 7 naar een andere opleiding of locatie, en schreven 2 zich helemaal niet meer in voor het tweede studiejaar. Hier hadden ze verschillende redenen voor: onder andere een verkeerde studiekeuze en verwachtingen die niet uitkwamen. Ook hadden ze last van de manier waarop corona het onderwijs beïnvloedde.
De onderzoekers konden de gegevens van deze Agora-leerlingen niet goed vergelijken met de landelijks gegevens van ResearchNed, die elk jaar in kaart brengt hoe Nederlandse leerlingen het er na hun eindexamen precies vanaf brengen: wie blijft bij zijn eerste studiekeuze, wie schrijft zich in voor een andere opleiding en wie valt (definitief) uit? Er waren voor deze jaargang (eindexamenleerlingen 2019-2020) namelijk nog geen landelijke gegevens beschikbaar. Ook heeft corona de studiekeuze van deze lichting waarschijnlijk ontwricht, waardoor een vergelijking minder betrouwbaar is. Met alle slagen om de arm doen de onderzoekers toch een poging: het percentage uitvallers onder Agora-leerlingen is vergelijkbaar met de eerdere landelijke cijfers; ongeveer 10%. Dat betekent dat ongeveer 90% hun studie voortzet. Wel lijken Agora-leerlingen vaker te switchen van opleiding (hoewel dat ook zou kunnen komen door de coronaomstandigheden). Vervolgonderzoek zou daar meer licht op kunnen schijnen.
Het onderzoek naar Agora Roermond werd gesubsidieerd door de Directie Hoger Onderwijs van het Ministerie van OCW en in het kader van het project Regionale Samenwerking door universiteiten en hogescholen met scholen in het vo. Lees het hele rapport hier.
LOB op Agora
|
1 Eerste examens op Agora, Roermond
2 Vernieuwing borgen: de praktijk
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven