Nieuws

LOB: brug naar de praktijk

Tekst Filip Bloem
Gepubliceerd op 24-02-2017 Gewijzigd op 28-02-2017
Beeld Shutterstock
Sinds augustus 2016 zijn loopbaanoriëntatie- en begeleiding (LOB) en het loopbaandossier een verplicht onderdeel van het vmbo-tl-curriculum. Een nieuwe publicatie besteedt aandacht aan wat moet en wat mag. ‘LOB kan echt een impuls voor je onderwijs zijn.’

Van leerlingen geslaagde mensen maken, die in de maatschappij en op de arbeidsmarkt op de juiste plek terechtkomen. Niets meer en niets minder is het doel van LOB (loopbaanoriëntatie en -begeleiding), zegt Viola van Lanschot Hubrecht van SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. De tijd van een baan voor het leven is voor verreweg de meeste mensen voorbij. Het gros van de leerlingen wacht een carrière waarin ze regelmatig van baan zullen wisselen en zich om de zo veel tijd moeten bijscholen. Dat vraagt om specifieke vaardigheden. ‘Keuzes maken, omgaan met een complexe arbeidsmarkt: dat zijn zaken die je moet leren en waarvoor je jezelf goed moet kennen,’ zegt Van Lanschot Hubrecht. ‘LOB heeft een sterk persoonsvormend karakter. Hoe beter je jezelf leert kennen, hoe beter je keuzes kunt maken, ook voor vervolgopleidingen. De keuze voor een vervolgopleiding is nu nog te vaak een gok.’

Muurtje metselen

Gemotiveerde leerlingSLO houdt zich al ruim tien jaar met LOB bezig en heeft een heel scala aan leerplanproducten op dat gebied ontwikkeld. Specifiek voor vmbo-tl heeft het expertisecentrum in februari de publicatie Aan de slag met LOB in de tl/mavo uitgebracht. Wat staat er precies in de wet? Hoe vertaal je een visie op LOB naar de praktijk? Aan de hand van de routekaart LOB komen al die aspecten aan bod. De publicatie is gebaseerd op een serie voorlichtingsbijeenkomsten die SLO heeft georganiseerd in samenwerking met Platform Bèta Techniek, Platform TL en Stichting Platforms vmbo. Nu LOB een verplicht onderdeel van het curriculum is geworden, blijkt er in het veld veel behoefte aan zulke informatie. ‘Waar hebben de scholen en docenten behoefte aan als het gaat om LOB? Dat was ons uitgangpunt bij deze publicatie,’ zegt Van Lanschot Hubrecht.

Geen overbodige luxe, vindt Simon van Groningen, directeur vmbo van het Ichthus College in Veenendaal. Want juist in het vmbo-tl is het een uitdaging om LOB handen en voeten te geven. Veel vmbo-tl opleidingen, ook die op het Ichthus College, zijn ondergebracht in gebouwen met havo/vwo-opleidingen. ‘Als je samen met de beroepsgerichte vmbo-opleidingen in één gebouw zit, kun je de leerlingen af en toe meenemen naar een praktijklokaal. Even kijken hoe je een muurtje metselt. Bij ons kan dat niet.’ Reden te meer om goed na te denken hoe je in de theoretische leerweg de link legt met specifieke beroepen.

Er zijn inmiddels al aardig wat kant-en-klare LOB-methodes op de markt. Toch hoopt Van Lanschot Hubrecht dat scholen vooral zelf goed gaan nadenken over wat ze precies met LOB willen: ‘Dat kan echt een impuls voor je onderwijs zijn.’ Van Groningen beaamt dat: ‘LOB is van ons, zeg ik altijd tegen ons team.’ Maak je er een verplicht nummer van, dan loop je enthousiasme mis. Bij leerlingen, die doorgaans positief reageren op praktijkgericht onderwijs, maar ook bij docenten. ‘Docenten maken normaal gesproken veel langer deel uit van je organisatie dan leerlingen. Alle reden om hen fris en betrokken te houden,’ aldus Van Groningen. LOB-activiteiten kunnen een eye-opener zijn, zegt ook Van Lanschot Hubrecht. ‘Docenten krijgen een beter beeld van de maatschappelijke toepasbaarheid van hun vak.’

Life science
Op het Ichthus College in Veenendaal vormt LOB een belangrijk onderdeel van het nieuwe vak life science. ‘Meer uren en nog praktijkgerichter,’ zegt Simon van Groningen, directeur vmbo. Dat ziet er zo uit:
·In het eerste jaar komt er twee uur per week aandacht voor eenentwintigste-eeuwse vaardigheden en maken de leerlingen spelenderwijs kennis met de profielen.
·In het tweede jaar worden de profielen uitgediept in blokken van steeds zes weken, met gastsprekers, bedrijfsbezoeken en projecten.
·In het derde jaar staat één dag per week helemaal in het teken van het gekozen profiel. ‘Daarvoor vragen we de docenten een deel van hun leerstof in projectvorm aan te bieden, dicht op de praktijk.’ Ook lopen de leerlingen een week stage.
·In het vierde jaar ligt de focus op de vervolgopleiding: leerlingen oefenen het toelatingsgesprek en het schrijven van een aanmeldingsbrief.
Met zo’n stevig LOB-dossier, grotendeels door de leerlingen zelf samengesteld en vormgegeven, stimuleer je leerlingen om een weloverwogen keuze te maken. ‘Ze moeten niet een vak kiezen omdat ze de docent zo aardig vinden.’

Apart, of juist niet?

LOB als los vak, of onderbrengen in de al bestaande vakken? Ook dat is een andere keuze waar vmbo-tl-opleidingen voor komen te staan. Van Lanschot Hubrecht ziet dat veel scholen LOB als apart onderdeel aanbieden. Dat kan een goede manier zijn om het behapbaar te houden, maar toch hoopt ze dat op den duur meer scholen voor een geïntegreerde aanpak kiezen: ‘Als je LOB geïsoleerd aanbiedt, bestaat het gevaar dat het ondersneeuwt.’ Op het Ichthus College kiezen ze een middenweg. Er is een aparte LOB-leerlijn opgezet die volgend schooljaar van start gaat (zie kader), maar Van Groningen wil uitdrukkelijk niet dat LOB op het bordje van één docent komt te liggen. ‘Het hele team moet er bewust mee bezig zijn.’

Contacten met bedrijven in de regio brengen nieuwe ideeën. Van Groningen: ‘Onlangs hebben we met acht docenten in twee dagen vier bedrijven uit de foodsector bezocht, zoals een biologische kaasmakerij en de wereldleider van rijstwafels.’ Lastig te organiseren, want je roostert niet zo maar acht docenten voor twee dagen vrij. Maar het leverde wel wat op: ‘Docenten hebben er profijt van als ze met eigen ogen zien waar hun leerlingen later terecht kunnen komen. We zagen nu bijvoorbeeld bij enkele bedrijven mensen met een vmbo-profiel in functies werken die we nog niet kenden.’ Ook doen de docenten ervaringen op die ze in LOB-opdrachten kunnen verwerken. Bij een bedrijf in geur- en smaakstoffen kreeg het bezoek een test, die verduidelijkte hoe de tong en de smaakpapillen werken. ‘Een docent van ons zag meteen voor zich hoe hij daarvan een opdracht voor de klas zou kunnen maken.’ Een mooi voorbeeld, vindt Van Lanschot Hubrecht. ‘Als je in het vmbo-tl van LOB een succes wilt maken moet je eropuit, bruggen slaan naar de praktijk.’

 

Aan de slag met LOB in de tl/mavo is binnenkort beschikbaar op: http://leerganglob.slo.nl.

Dit artikel verscheen in de rubriek Leerplan in Didactief, maart 2017.
 

Click here to revoke the Cookie consent