Studenten ervaren reflecteren als een moeizaam en niet zinvol proces. Dat is jammer, want reflectie is een probaat middel om je interactie met leerlingen te verbeteren. Wie dat systematisch doet, groeit als vakman of -vrouw (Korthagen, 2009). Uit onderzoek weten we ook dat in interactie met leerlingen de eigen waarden altijd een rol spelen (Sanderse, 2013). Het is daarom belangrijk die op pabo’s te bespreken: Waarom doe je de dingen zoals je ze doet in de klas en waarop baseer je de keuzes die je maakt (de ‘morele dimensie’, Kelchtermans (2009)?
Het debat over‘normen en waarden’ in het onderwijs (Biesta, 2012 en Sanderse, 2013) staat weer volop in de belangstelling. De aandacht groeit voor wat niet alleen meetbaar is voor leerlingen, maar ook ‘merkbaar’. Een goede leerkracht weet dat hij niet alleen moet inzetten op het verwerven van algemene kennis, maar dat hij zijn leerlingen ook begeleidt in de ontwikkeling tot volwaardige mensen. Dit gebeurt in het contact, in de relatie met leerlingen. Leerkrachten leren leerlingen geduldig, eerlijk, behulpzaam, oprecht te zijn. Om dat goed te doen helpt het als zij zelf veelvuldig reflecteren op de morele dimensie van hun beroep (Kelchtermans, 2009).
Dat kan in de diepte en in de breedte. Onder reflecteren in de diepte verwijst Kelchtermans naar het ‘professioneel zelfverstaan’ van de leraar (zijn ‘zelfbeeld, zelfwaardengevoel, beroepsmotivatie, taakopvatting en toekomstperspectief’) en de ‘subjectieve onderwijstheorie’ (de kennis en opvattingen die hij heeft van zijn beroep). Reflecteren in de breedte betekent dat je kunt kijken naar de technische, emotionele, politieke en morele dimensie.
Volgens Kelchtermans is er pas sprake van ‘kritische reflectie’ wanneer gereflecteerd wordt op al deze niveaus, waarbij de leraar pedagogisch en didactisch inzet op het ‘beste doen voor de leerling’.
Om studenten te helpen bij deze reflectie is de ‘kijkwijzer’ (zie figuur 1) ontwikkeld.
Deze is samengesteld uit vijf deugden, gekozen uit het werk van Peterson en Seligman (2004): nieuwsgierigheid, integriteit, menselijkheid, rechtvaardigheid en hoop. In de kijkwijzer worden drie stappen beschreven die de student ondersteunen in het ‘herkennen van’ deze deugden, het ‘denken over’ en het ‘juist handelen in een situatie waarin je niet weet wat je moet doen’. Deze stappen zijn geĭnspireerd op het ‘reflectiemodel’ van Korthagen (2009). Het gebruik van de kijkwijzer is onderzocht bij 31 studenten van twee pabo’s in Eindhoven en Sittard in de studiejaren 2014-2015 en 2016-2017. Via een analyse van de reflecties die zij schrijven en via een interview in de hele groep studenten per pabo zijn de data verzameld.
Vertrouwen in de leerling
Juf Sanne wordt tijdens een rekeninstructie over deelsommen aan groep 7 geconfronteerd met een leerling die direct het goede antwoord geeft, terwijl zij vraagt naar een uitleg van de tussenliggende stappen. Zij is even van haar stuk gebracht en weet niet hoe te reageren. Ze kiest ervoor om de som zelf uit te leggen in stappen en reageert niet naar de leerling. Gaandeweg de uitleg realiseert ze zich wat er is gebeurd. Ze stopt haar uitleg en geeft de leerling een compliment: ‘Ik snap dat je niet het antwoord op mijn vraag hebt gegeven, maar direct het eindantwoord. Dat heb je goed gedaan.’
In de reflectie achteraf beschrijft ze dat ze wilde voortbouwen op vertrouwen (de deugd hoop) in de leerling en dat ze daarom niet zei dat het fout was. Ze ging voor zichzelf na of ze erachter kon komen hoe deze leerling had gerekend.
De kijkwijzer ondersteunt de studenten de deugden te herkennen (signaleren) en het lukt ze meer ‘kritisch te reflecteren’ gericht op de morele dimensie. Het lukt beter eerst goed te kijken, dan een analyse te maken en in dat denken te wegen ‘wat te doen?’. Om vervolgens dan pas te reageren. Alle deugden werden als goed of redelijk te gebruiken beoordeeld, maar ‘integriteit’ wordt als lastig in het gebruik ervaren. Studenten geven aan dat het wel nodig is om de kijkwijzer herhaaldelijk te gebruiken om meer routine op te bouwen. Interessant is ook dat zij niet altijd de vrijheid voelen om beter te leren kritisch te reflecteren, omdat zij het idee hebben hierop te worden beoordeeld. Juist die druk van beoordelen geeft het idee dat je het meteen goed moet doen.
Uit citaten van studenten blijkt dat zij zich meer bewust worden van de morele dimensie van het beroep:
‘Ik ben mij wel bewust geworden dat alleen het organiseren van onderwijs en didactisch bekwaam zijn niet voldoende is.’
‘Ik was het niet met het handelen van mijn mentor eens en ben vervolgens voor de leerling opgekomen.’
Daarnaast ervaren sommige studenten dit als ‘extra werk’. Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘We krijgen hier geen studiepunten voor en het is moeilijk, ik heb dit nog nooit gedaan.’ Er is ook een derde groep die de kijkwijzer als nuttig ervaart.
Onze aanbeveling is de kijkwijzer als onderdeel van de stagebegeleiding in te bouwen, direct vanaf de propedeutische fase omdat het de student beter de gelegenheid geeft te groeien.
Hans van Doremalen en Charles Vandalon zijn lid van de kenniskring ‘lectoraat beroepsethiek van de leraar’ en respectievelijk als docent verbonden aan Hogeschool Kind en Educatie Eindhoven (HKE) en aan De Nieuwste Pabo Sittard (dNP).
Het onderzoeksverslag en kijkwijzer zijn via ons op te vragen. Hans van Doremalen, [email protected] , Charles Vandalon, [email protected] .
Gebruikte literatuur:
Biesta, G (2012). Goed onderwijs en de cultuur van het meten. Amsterdam, Boom Lemma Uitgevers
Kavelin Popov, L. (2008). Het deugdenboek voor het onderwijs. Groningen, Uitgeverij De Zaak.
Korthagen, F. (2002) Docenten leren reflecteren. Amsterdam, Boom Lemma Uitgevers
Peterson, P. and Seligman,M. (2004) Character strengths an virtues A handbook and classification. Oxford, University Press
Platform Onderwijs 2032 (2016) Ons onderwijs 2032 Eindadvies Den Haag
Sanderse, W. (2013).Een deugdenbenadering van de beroepsethiek van de leraar. Eindhoven, Fontys Hogescholen.
Tongeren P. van (2008). Deugdelijk leven. Een inleiding in de deugdethiek. Amsterdam, SUN
Verder lezen:
Jacht, W. van der en Vos, P. (2010). Doe me een deugd, praktijkboek morele vorming voor de basisschool. Zoetermeer, uitgeverij Boekencentrum.
Kelchtermans, G. (2009). Who I am in how I teach is the message: self- understanding, vulnerability and reflection. Teacher and teachings: theory and practice, vol.15, no 2, April 2009, 257 – 272.
Manen, M. van (2014). Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen. Driebergen, Nivoz
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven