Onderzoek

Geef pabo-student meer grip op leren

Tekst Stella van der Wal-Maris
Gepubliceerd op 21-02-2018 Gewijzigd op 19-02-2020
Beeld Frits Dijcks
Afgestudeerden van de academische pabo willen onderwerpen diepgaand begrijpen, maar ze sturen desondanks hun leren beperkt zelf aan.

Academische pabo’s leiden studenten op voor het beroep van leraar – net als de ‘gewone’ pabo’s – én richten zich op academische scholing. Onderzoek van Regioplan toonde eerder aan dat van afgestudeerden wordt verwacht dat ze een bijdrage kunnen leveren aan een professioneler schoolklimaat. Een voorwaarde om hieraan te kunnen voldoen is dat studenten in hun leren gericht zijn op diepgaand begrip en hun leren zelf kunnen aansturen.

Leren academische studenten dat inderdaad? Om dat te onderzoeken liet ik 212 academische en 1.114 reguliere studenten van 16 pabo’s aan de start van hun opleiding vragenlijsten invullen. Studenten van drie pabo’s deden dat gedurende hun opleiding nog een aantal malen. Daarnaast waren er groepsinterviews met 32 academische studenten en 18 opleiders, en 9 interviews met afgestudeerden.

Complexe onderwerpen

Al bij de start van hun opleiding verschillen academische pabostudenten van die van een reguliere pabo. Net als reguliere pabostudenten hebben ze sterke pedagogische en didactische motieven, maar daarnaast willen ze leren bijdragen aan onderwijsinnovatie. In het begin zien beide groepen leren voornamelijk als het opnemen en reproduceren van kennis, maar naarmate de opleiding vordert, gaan de academische studenten anders, meer betekenisgericht leren. Ze willen steeds meer complexe onderwerpen grondig en kritisch bestuderen, eigen meningen vormen en onderbouwde conclusies trekken. De academische pabo’s stimuleren dat ook, onder meer door studenten intensief te laten samenwerken aan complexe onderwijsvraagstukken en hen veel bronnen kritisch te laten verwerken.

pabo studentTegen de verwachting in sturen de academische studenten echter aan het eind van de opleiding nauwelijks zelf hun leren aan. Dit kunnen academische pabo’s dus nog verbeteren, door te differentiëren in het ondersteunen van zelfregulatie en het leren meer aan te laten sluiten bij interesses van de studenten. Het leren lesgeven enerzijds en de academische (onderzoekende) component anderzijds blijken in de opleiding vaak nog los van elkaar te staan, terwijl juist die combinatie, aldus de geïnterviewden, betekenisgericht leren zou stimuleren.

Wat kenmerkt betekenisgericht leren?

  • Je stuurt zelf je leren aan en bouwt actief kennis op.

  • Je wilt complexe onderwerpen doorgronden.

  • Je vormt onderbouwde meningen en trekt eigen conclusies.

Zo stimuleer je betekenisgericht leren:

  • Laat studenten (wetenschappelijke) theorie koppelen aan praktijkervaringen.

  • Zorg dat ze intensief samenwerken aan complexe onderwijsvraagstukken.

  • Laat ze een breed scala aan professionele en wetenschappelijke bronnen verkennen, aan elkaar relateren en kritisch verwerken.

  • Verweef de beroepsgerichte scholing (leren lesgeven) en academische scholing (onderzoekende houding) met elkaar. Laat studenten bijvoorbeeld empirisch onderzoek in de eigen schoolpraktijk uitvoeren.

  • Voed het wetenschappelijke discours, bijvoorbeeld door tijdens bijeenkomsten beargumenteerde discussie over complexe onderwijsvraagstukken centraal te stellen.

  • Differentieer in de ondersteuning van zelfregulatie. Help studenten die hun leren graag door anderen laten aansturen om zelf de regie te nemen. En creëer voor studenten die hun eigen leren willen regisseren ruimte om dat te doen en help hen door kritische vragen te stellen.

  • Probeer het leren te laten aansluiten bij vragen en interesses van de studenten.

Stella van der Wal-Maris, Meaning-Oriented Learning in Dutch Academic Primary Teacher Education. Proefschrift Technische Universiteit Eindhoven, 2017. Meer informatie: [email protected]

Dit artikel verscheen in Didactief, maart 2018.
 

Click here to revoke the Cookie consent