Interview

‘Leid je school vanaf de werkvloer’

Tekst Irène Storm
Gepubliceerd op 03-12-2024 Gewijzigd op 09-12-2024
Beeld Herwig Beck
Een school leiden is contactsport, stelt Machteld Verbruggen, expert onderwijskundig leiderschap. Ze adviseert schoolleiders om het bureau zoveel mogelijk te verruilen voor het schoolplein, het klaslokaal en de wandelgangen op school. Want als je weet wat er echt speelt, kun je als schoolleider de beste keuzes maken voor jouw school.  

U bent een van de initiatiefnemers van het Expertisecentrum Onderwijs en Leren. Waarom vond u dit centrum nodig? 

‘De aanleiding daarvoor waren de lessen die ik gaf aan studenten, toen ik directeur was van Thomas More Hogeschool. Ik heb het altijd belangrijk gevonden om als directeur goed te begrijpen wat de impact is van jouw beslissingen op de werkvloer. Alleen dan kun je beoordelen of het wel de juiste beslissingen zijn. Toen ik college gaf, stelde ik vast dat mijn studenten niet konden wat ik van ze verwachtte. Ze wisten niet goed hoe ze moesten leren en ik vrees dat er geen student geslaagd was als ik op het examen alleen open vragen had gesteld. Aan de gesloten vragen zag ik wel dat ze de stof begrepen, maar ze konden die niet verwoorden in een bredere context. Daar schrok ik erg van. In Vlaanderen bestaan al jaren zorgen over een niveaudaling in het onderwijs, maar nu zag ik zelf in hoger onderwijs de gevolgen daarvan. Ik voelde me daar ook schuldig over, want ik was op dat moment al vijftien jaar hoofd aan een hogeschool die leraren afleverde.’

Hoe kan het centrum bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs?

‘Oorspronkelijk was de missie om de verbinding te verbeteren tussen onderzoek en de onderwijspraktijk. We merkten namelijk dat leraren niet altijd de meest effectieve aanpakken gebruiken. Maar intussen zijn we ook al veel wijzer. De andere richting, van praktijk naar onderzoek, is steeds belangrijker geworden. Het werkt niet om als theoretici naar de praktijk te roepen hoe je onderwijs moet geven. Onderwijs verbeteren is maatwerk: dat hebben we geleerd van het werken met zeer diverse scholen. Om het onderwijs te verbeteren heb je onderzoek, praktijkervaring én de samenwerking tussen beide nodig. Het expertisecentrum fungeert nu meer als een partnerschap: daarin hebben we ons echt gespecialiseerd.’

 

‘Onderwijs verbeteren is maatwerk’

 

Hoe pakken jullie dat partnerschap aan?

‘De helft van de werknemers bij ons expertisecentrum is onderzoeker, de andere helft heeft jarenlange ervaring als leraar of bijvoorbeeld, in mijn geval, als leidinggevende in het onderwijs. We werken nu ook intensiever samen met scholen. Wij begeleiden de scholen, en omgekeerd leren wij van hen waarom iets wel of niet werkt in een bepaalde context. Toen we vijf jaar geleden de didactiek op scholen probeerden te verbeteren, zeiden scholen: we geloven wel dat jullie inzichten kloppen, maar we komen er niet aan toe om ze in te zetten want er is onvoldoende orde in de lessen. Daardoor zijn we ons gaan focussen op gedrag, en vervolgens ben ik erbij gekomen voor de vraag hoe je die veranderingen op school implementeert. Dat blijkt nog het meest lastig. Wat we in elk geval geleerd hebben, is dat het onmiddellijk implementeren van het meest recente onderzoek geen goed idee is.’

Waarom niet?

‘Omdat een onderzoek eerst veelvuldig herhaald moet worden in verschillende contexten, voordat je zeker kunt zijn dat het in de praktijk inderdaad werkt. Toch is dat sinds de jaren ’70 veel gedaan: leraren moesten hun received wisdom – kennis die van generatie op generatie is doorgegeven  – aan de kant zetten voor steeds weer een nieuw onderzoeksresultaat. Dat is het onderwijs niet ten goede gekomen. Ik vind wetenschappelijk onderzoek heel belangrijk. Maar lesgeven is veel complexer dan een onderzoeker met enkele studies kan onderzoeken. Daarom is die terugkoppeling vanuit de praktijk zo belangrijk. Als leraren er niet in slagen een theorie goed toe te passen in de praktijk, dan ligt het misschien niet aan de leraar, maar aan de theorie.’

Hoe kunnen leraren gebruik maken van het expertisecentrum?

‘We werken veel met scholen samen. Daarin maken we de vertaalslag van bestaand onderzoek – zoals de vergeetcurve van Ebbinghaus en het belang van gespreid leren – naar de praktijk, en is er ook ruimte voor feedback vanuit school zodat wij begrijpen waarom een implementatie niet lukt. Daarnaast kunnen leraren terecht op onze website voor informatieve blogs, een wekelijkse webinar en de podcast Buiten de krijtlijnen. Ook zijn de boeken die mijn collega’s publiceerden gratis te downloaden op de website, zoals Wijze Lessen van onze directeur Tim Surma en collega’s.’

 

‘Implementatie verandering blijkt lastig’

 

U heeft zich gespecialiseerd in schoolleiderschap. In hoeverre kan een schoolleider bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs binnen de school? 

‘Een goede schoolleider is ontzettend belangrijk. Zónder kun je weinig verbetering bereiken op een school. Leren is een cumulatief proces, dus als jij iets leert in groep drie en het komt daarna nooit meer terug, dan is de kans groot dat je dat op je tiende jaar vergeten bent. Die afstemming van alles en iedereen op dat doorlopende proces is heel moeilijk en wij zien dat daar goed leiderschap voor nodig is. Natuurlijk doet de kwaliteit van de individuele leraar er ook toe, maar de grote sprongen in uitkomsten voor kinderen liggen in een team dat samenwerkt aan de juiste punten. Het is de taak van de schoolleider om randvoorwaarden te creëren zodat leraren hun werk goed kunnen doen.’

U heeft zelf les gegeven als directeur van Thomas More Hogeschool. Adviseert u schoolleiders ook om voor de klas te staan?

‘Ja, ik denk dat het goed is om zo nu en dan een les van je leraren over te nemen. Ik weet zelf hoe lastig het is om daar tijd voor te maken, maar het helpt wel om zelf te ervaren wat je leraren dagelijks meemaken. Het is überhaupt belangrijk om als schoolleider veel op de werkvloer te zijn. Schoolleiderschap is een contactsport. Schoolleiders die veel achter hun bureau zitten of weg zijn voor vergaderingen, zien niet of hun beslissingen in de dagelijkse praktijk goed werken. Dat zie je pas als je door de gangen loopt of op het schoolplein staat om met ouders te praten. Ik adviseer schoolleiders ook om niet te observeren in een klas, maar mee te doen. Dat is minder bedreigend voor de leraar en het gesprek achteraf over het onderwijs is dan ook beter.’

Welke competenties heeft een goede schoolleider volgens u?

‘Sociale vaardigheid, want het is een functie waarin je veel met mensen werkt. Een diepgaande kennis van de sector en van de eigen schoolcontext. Probleemoplossend vermogen en besluitvaardigheid, zodat je beslissingen durft te nemen en doorpakt wanneer dat nodig is. Maar de essentie van leiderschap is zorgen dat er een goede richting is en dat je mensen daarin meeneemt. Je kunt als schoolleider je dag vullen met het wegwerken van mails; moeilijker is het om irrelevante zaken voorbij te laten gaan en de school op koers te houden.’

Ziet u meerwaarde in het vinden van een nieuwe schoolleider binnen de eigen school?

‘Zeker. Het is natuurlijk een groot voordeel wanneer je de school al kent: dan kun je als schoolleider betere beslissingen nemen. Bovendien komt er zoveel kijken bij de functie van schoolleider, dat je eigenlijk geen ruimte meer hebt om bij aanvang een opleiding te volgen. Als je intern kunt doorgroeien, bouw je die vaardigheden stap voor stap op binnen de context van de school die je straks leidt. Het is daarom altijd slim om binnen een school werknemers alvast de ruimte te bieden om daarin te groeien. Om ze verantwoordelijk te maken voor een deelthema, zoals gedrag of het curriculum of didactiek. Zonder over hun schouder mee te kijken: geef ze de kans om die verantwoordelijkheid echt zelf te dragen.’

 

De beste schoolleider komt zelf uit het onderwijs

‘Ik geloof dat dat inderdaad tot betere resultaten leidt. Als leidinggevende is het heel belangrijk dat je het kernproces van je organisatie goed doorgrondt, en als je zelf niet in het onderwijs hebt gewerkt lukt dat moeilijk. Natuurlijk, je moet een vergadering kunnen leiden, dat is een vaardigheid die je kunt leren. Maar waarover de vergadering gaat en of er überhaupt een vergadering nodig was, kun je alleen beoordelen als je diepgaande kennis hebt van het onderwijs en van jouw school.’

 

 

 

 

 

 

 

Machteld Verbruggen is expert onderwijskundig leiderschap en oprichter van het Expertisecentrum Onderwijs en Leren in Antwerpen

Dit artikel verscheen in Didactief, november-december 2024.

Click here to revoke the Cookie consent