Zeventien jongeren (15 tot 18 jaar) fungeerden als co-onderzoekers: ze hielden interviews met medeleerlingen. Daarnaast heeft Rutgers zelf data verzameld. In totaal zijn driehonderd leerlingen bevraagd. Ze vinden seksuele vorming op school belangrijk: het helpt om taboes te doorbreken en je krijgt (anders dan op internet) betrouwbare informatie. Onderwerpen als voorbehoedsmiddelen en geslachtsziekten vinden ze nuttig, maar ze willen ook wat horen over seksuele en genderdiversiteit, over hoe je met elkaar omgaat – online, offline, in een relatie en tijdens de seks – en over zaken als sexting en (onrealistische verwachtingen door) porno.
Leerlingen zijn vrij duidelijk in hun wensen: seksuele vorming is breder dan biologische voorlichting (voortplanting en geslachtsziekten); besteed ook aandacht aan de sociale kanten en seksuele waarden en normen. Beperk seksuele vorming niet tot de onderbouw, maar behandel het juist ook in de bovenbouw. Een veilige sfeer in de klas is belangrijk. Dat kun je bevorderen door in kleine groepjes (al dan niet meisjes en jongens apart) te werken in plaats van klassikaal. En het helpt ook dat jij als leraar je op je gemak voelt bij het onderwerp. Bespreek in het team wie de lessen het beste kan geven.
Marianne Cense, Steven de Grauw en Manouk Vermeulen, ‘Gewoon het taboe eraf halen’. Wat leerlingen willen van seksuele vorming. Rutgers, 2019.
Dit artikel verscheen in Didactief, december 2019.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven