Onderzoek

Kijken we ver genoeg vooruit?

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 26-01-2023 Gewijzigd op 17-01-2024
Beeld Shutterstock
Het schoolleiderstekort in Nederland is (relatief) groter dan het lerarentekort. Moeten we iedereen maar aan het roer laten die dat wil? En hoe doen ze dat eigenlijk in het buitenland? Onderzoekers zochten uit welke eisen ze elders stellen aan schoolleiders.

Aan schoolleiders is een nog groter gebrek dan aan leraren in Nederland. Volgens de meest recente meting van Centerdata (peildatum 1 oktober 2022) is er een landelijk tekort aan schoolleiders po van 13,6% (ongeveer 1.100 fte). En dat is minstens zo verontrustend als het lerarentekort po, dat momenteel op 9,5% staat volgens Centerdata. Of er een tekort in het vo is en hoe groot dat dan is, blijft overigens onduidelijk. Wat we wel weten is dat de werkgelegenheid voor schoolleiders vo tussen 2013 en 2019 met zo’n 7% afnam.

De schoolleiderstekorten po zijn een flink risico voor het Nederlandse onderwijs op de lange termijn. Want alle onderzoek wijst al jaren uit hoe belangrijk het is dat er een goede kapitein aan het roer van de school staat (zie kader ‘Essentieel’).
 

Eisen

Alle hens aan dek dus om meer schoolleiders aan te trekken. Welke eisen stellen we eigenlijk aan deze beroepsgroep in Nederland? En kunnen we misschien iets leren van het buitenland? Want wie zoeken we als we een vacature uitzetten?


Pierre Tulowitzki van de Pedagogische Hogeschool in Zwitserland onderzocht samen met Zwitserse en Duitse collega’s welke eisen men stelt aan schoolleiders in Canada (Ontario), Denemarken, (Duits) Noordrijn-Westfalen, Oostenrijk, Singapore, het Verenigd Koninkrijk (VK), Zweden en Zwitserland. Over het algemeen kunnen we op basis van hun onderzoek vaststellen dat schoolleiders in het buitenland flink moeten studeren voor ze zelfs maar kunnen solliciteren. En daarbij moeten ze dan ook nog eens heel wat leservaring meenemen.

In Oostenrijk moet je minstens zes jaar als leraar voor de klas hebben gestaan, in Canada vijf, in Singapore drie en in Zwitserland twee. In Noordrijn-Westfalen en Zweden geldt ervaring als leraar wel als eis, maar wordt niet gespecificeerd hoe lang. Denemarken is het minst streng: schoolleiders hoeven slechts een pedagogische achtergrond te hebben. In het VK is benodigde leservaring vooral een papieren exercitie: om te solliciteren naar het schoolleiderschap moet je een qualified teacher status hebben, met andere woorden je moet bevoegd zijn.
 

In veel landen hoef je
niet te solliciteren zonder
schoolleidersdiploma


In de helft van de onderzochte landen moet je trouwens sowieso een specifiek papiertje hebben: er geldt een verplichte kwalificatie-eis voor schoolleiders. Alleen in Zweden, het VK en Denemarken is dat niet het geval, evenmin in enkele Zwitserse kantons. De toegankelijkheid van het beroep van schoolleider helpt de Britse scholen momenteel overigens nauwelijks vooruit. Ook daar zijn de tekorten groot, mede omdat bijna een op de drie schoolleiders het roer binnen vijf jaar weer uit handen geeft (cijfers School Leaders’ Union 2022). De helft van deze quitters verlaat het onderwijs zelfs helemaal. Het tegendeel is het geval in Singapore waar je een pittig school leadership career track voldoende moet hebben afgesloten. Uiteraard is lesbevoegdheid daar een sine qua non.
 

Essentieel

Hoe zou jullie reis verlopen als morgen jullie directeur of adjunct niet komt opdagen? De eerste tijd lossen jullie het vast nog op met kunst- en vliegwerk. Maar onderzoek wijst uit dat op den duur menig school in zo’n situatie op de klippen loopt. Want scholen met veel verloop in de directie of zelfs met een langdurig ontbrekende schoolleider vergaat het over het algemeen niet al te best: leerlingprestaties dalen, het personeelsverloop stijgt, evenals het ziekteverzuim. Omgekeerd zijn schoolleiders juist op scholen waar de grootste uitdagingen liggen, ontzettend belangrijk. Dat blijkt keer op keer uit onderzoek, nationaal en internationaal (Klein, 2018; Leithwood et al., 2010). Als zij hun werk goed doen, verbeteren onderwijsniveau en prestaties van leerlingen.

 

Verplicht of vrijwillig

De verschillen met de Nederlandse situatie zijn opvallend; de eisen die we hier aan schoolleiders po stellen, zijn bij internationale vergelijking boterzacht. Ze zijn door de beroepsgroep zelf ontwikkeld en bovendien niet verplicht. Zo’n 85% van de schoolleiders po heeft die beroepsstandaard schoolleiders po wel onderschreven en is ingeschreven in het bijbehorende schoolleidersregister po. Er is in Nederland een waaier aan cursussen en trainingen; een verplichte opleiding is er echter niet. De beroepsstandaard dateert uit 2015 en is bijgewerkt in 2020. Ook lesbevoegdheid is niet verplicht.
 

In Zweden is 1 dag per
week 3 jaar lang voor
scholing geoormerkt


In het vo is de situatie overigens niet anders. Hoeveel zittende schoolleiders zich hebben laten registreren in het Schoolleidersregister VO dat in 2015 werd opgericht, is niet erg transparant. Word je (kosteloos) lid, dan heb je ‘toegang tot een netwerk van 1700 schoolleiders’ volgens de website. Dit zijn niet allemaal directeuren; middenmanagers zijn ook welkom. Ook de beroepsstandaard voor het vo is ontwikkeld door de beroepsgroep zelf.

Uit recent arbeidsmarktonderzoek blijkt dat ongeveer drie op de tien schoolleiders vo instroomt van buiten het vo. Toch vertrouwt de overheid ook hier op vrijwillige professionalisering van de beroepsgroep. De beroepsstandaard is geen meetlat of afvinklijstje, stelt het register. Het is vooral een hulpmiddel om doorlopend aan de eigen professionaliteit te werken, zoals de website stelt. Bij de lancering van de nieuwe, herziene versie in 2021 was toenmalig demissionair minister Arie Slob ter plaatse om de aanwezige schoolleiders ‘te steunen’ en ‘een hart onder de riem te steken’. Iemand verplichten tot een schoolleidersdiploma, zoals in andere landen, doet de Nederlandse minister van Onderwijs niet. En ook een lesbevoegdheid is niet noodzakelijk voor een schoolleider vo.

Dat ligt gecompliceerder in de landen die Tulowitzki met zijn collega’s onderzocht. Bij onze directe buren, Noordrijn-Westfalen, stelt het ministerie van Onderwijs en Ontwikkeling bijvoorbeeld de eisen vast die aan het schoolleidersdiploma worden gesteld. Denemarken heeft een tussenweg: het ministerie eist geen verplicht diploma, maar gaat wel over het diploma in leiderschap dat de meeste schoolleiders gewoon halen.
 

Lekker voor de klas

De meeste schoolleiders in de landen die Tulowitzki onderzocht, staan zelf ook voor de klas, tussen de 7 en 27 uur op een werkweek van gemiddeld 55 uur. Zij vinden lesgeven een van de leukste aspecten van hun baan. Hoe pedagogischer de klus en hoe meer leerlinggericht het werk, des te leuker. Administratieve taken vinden de meeste schoolleiders heel belastend.

 

Kroon op de carrière

In Singapore is het schoolleiderschap de bekroning van een lang traject. Behalve dat een leraar dus minstens drie jaar leservaring moet hebben, worden diegenen die willen doorgroeien ook jaarlijks gecontroleerd op geschiktheid en interesse door het National Institute of Education. Tevens worden ze in de gelegenheid gesteld te oefenen in het middenmanagement. Wie dat tot twee keer toe succesvol heeft gedaan, kan in aanmerking komen voor een leidinggevende positie. Potentie is mooi, maar controle is beter, lijken ze in Singapore te geloven. Schoolleiders die door mogen, kunnen vervolgens trouwens niet kiezen waar ze gaan werken; ze worden toegewezen aan scholen (zoals overigens in meer landen gebeurt).

Bewezen prestaties worden vaker geëist in het buitenland. In de helft van de onderzochte landen hoeven kandidaten geen moeite te doen om te solliciteren als ze hun schoolleidersdiploma (nog) niet hebben gehaald. In Noordrijn-Westfalen kost dat diploma ze minimaal 104 uur. In sommige kantons in Zwitserland is het mogelijk het diploma te halen terwijl men al in functie is, net als in Zweden. Ook in Denemarken en het VK is er meer ruimte voor professionalisering on the job.

In Oostenrijk is het eisenpakket waaraan een schoolleider moet voldoen de laatste tien jaar flink uitgebreid. Waar het voorheen vooral draaide om kennis van administratie en belastingregels, is het scholingsprogramma inmiddels verzwaard. Er staan nu zaken op als communicatie en leidinggeven, conflictmanagement, ICT-management, onderwijs- en ambtenarenrecht. Leraren met leidinggevende ambities moeten vanaf dit jaar bovendien niet alleen zes jaar leservaring kunnen aantonen, maar ook een uitgebreid hoger onderwijsprogramma doorlopen van in totaal 60 studiepunten (20 ‘Vorqualifizierung’ en 40 verdiepingspunten). De schoolleider is er breed verantwoordelijk voor ‘Organisation führen, Menschen führen und Sich selbst führen’.

Dat laatste valt op, want lang niet overal in het buitenland lijkt de persoon van de schoolleider van belang voor de functie. Naast Oostenrijk komen met name in Nederland de persoonlijke eigenschappen van de schoolleider prominent naar voren in de beroepsomschrijving.
 

‘Wissenslücken’

In de Nederlandse beroepsstandaard schoolleider po worden de belangrijkste ‘leiderschapspraktijken en kwaliteiten van leidinggevenden in het primair onderwijs’ genoemd: ‘visiegericht werken, ontwikkelen van mensen en van de organisatie, leidinggeven aan de kwaliteit van het onderwijs, investeren in goede relaties met de omgeving’, en ja, daar is het: ‘persoonlijk leiderschap (wie ben en wil ik zijn?)’.
 

In Nederland is
lesbevoegdheid
niet verplicht


Wat ook opvalt in vergelijking met internationale criteria is dat in Nederland wetenschappelijk gebaseerde kennis minder belangrijk lijkt dan elders. In onze beroepsstandaard is weliswaar sprake van ‘kennisdeling’, maar de woorden ‘wetenschappelijke kennis’ komen er niet in voor, zelfs niet waar het gaat over leidinggeven aan de kwaliteit van het onderwijs. Al in 2019 beschreef Annemarie Neeleman in haar proefschrift dat schoolleiders vo zich veelal laten leiden door hun persoonlijke overtuigingen, liever dan door data. Innoveren wordt in tegenstelling tot in andere landen wél genoemd in de beroepsstandaard, sterker nog: ‘het herontwerpen, veranderen en innoveren van de organisatie’. Dit aspect is internationaal nauwelijks aanwezig.

Op basis van de data uit de onderzochte landen omschrijven Tulowitzki en collega’s autonoom en flexibel handelen als kernkwaliteiten van schoolleiders; deze moeten daarbij ook op hun eigen handelen kunnen reflecteren en kunnen onderscheiden wat ze níet weten (met een mooi Duits woord: ‘Wissenslücken’). Dat besef maakt de volgende stap vanzelfsprekend: het bijhouden van je vak als je eenmaal bezig bent.
 

TALIS

De Teaching and Learning International Survey (TALIS) van de OESO is een internationaal, grootschalig onderzoek naar leraren, schoolleiders en de leeromgeving op scholen. Momenteel wordt een nieuw onderzoek uitgevoerd, dat in 2024 wordt gerapporteerd. De laatste TALIS-rapportage dateert uit 2018. Toen zei 97% van de Nederlandse schoolleiders tevreden te zijn met zijn of haar baan (OESO-gemiddelde: 95%). Bovendien was 88% tevreden met de arbeidsvoorwaarden (exclusief salaris) (OESO: 66%) en 79% met het salaris (OESO: 47%).

De drie meest voorkomende bronnen van stress waren volgens de ondervraagden te veel administratief werk, het bijhouden van veranderende eisen van verschillende overheden en verantwoordelijk worden gehouden voor de prestaties van leerlingen.

60% van de schoolleiders stelde een significante verantwoordelijkheid te hebben voor de meerderheid van de taken rond schoolbeleid, lesprogramma en lesmethoden, wat meer is dan het OESO-gemiddelde van 42%.

In elk land werd willekeurig een representatieve steekproef van 4000 leraren en schoolleiders van 200 scholen geselecteerd voor het onderzoek. In Nederland vulden 1884 leraren in de onderbouw van het vo en 125 schoolleiders de TALIS-vragenlijsten in.

 

Na- en bijscholing

Want hoe zit het met schoolleiders die al in functie zijn? Hoe wordt hun kennis in het buitenland up-to-date gehouden en wat houdt bij- en nascholing in? Immers, het takenpakket van menig schoolleider is de afgelopen jaren steeds complexer geworden. Denk bijvoorbeeld aan de groeiende afhankelijkheid van ICT-systemen, de bijbehorende privacy-kwesties en coronaperikelen die steeds meer vragen van schoolleiders. Eigenlijk lijkt men zich daar alleen in Singapore goed van bewust. Het is in ieder geval het enige land waarvan Tulowitzki kon aantonen dat er prikkels in het systeem zitten om bij- en nascholing van de kapitein te stimuleren (een hoger salaris). Er liggen bovendien standaard scholingstracks klaar: samen vormen ze de traptreden die schoolleiders comfortabel steeds verder omhoog brengen op de brug. Al moeten ze de trap natuurlijk wel zelf oplopen.

Ook in Zwitserland en in het VK kan de extra moeite die schoolleiders doen om bij te blijven gecompenseerd worden in het salaris; het Britse ministerie van Onderwijs houdt er ook een vinger in de pap door cursussen te accrediteren. In Canada worden schoolleiders geholpen met verplichte tweejarige coaching. De Zweedse regering is strenger en zet zwaar in op professionalisering van zittende schoolleiders, maar alleen in de eerste drie jaar. Ze doet ook boter bij de vis: in die fase is een op de vijf werkdagen van een schoolleider bestemd voor die professionalisering. Een luxe waar we in Nederland een puntje aan kunnen zuigen.

Lees het onderzoek hier.


Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2023.

Verder lezen

1 Leiderschap

Click here to revoke the Cookie consent