Onderzoek

Kijk voorbij hoogopgeleide ouder

Tekst Anneke Timmermans, Hester de Boer, Hilda Amsing & Greetje van der Werf
Gepubliceerd op 16-06-2017 Gewijzigd op 03-11-2017
Beeld Human Touch Photography
Leraren geven leerlingen het schooladvies dat volgens hen het beste past bij het niveau van de leerling, in de overtuiging dat ze daarbij kinderen gelijke kansen bieden. Toch zag de inspectie vorig jaar dat de kansenongelijkheid groter was geworden bij de overgang naar het vo.  

Leraren in groep 8 baseren hun advies op hun ervaringen met de leerling en de gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Tot 2015 speelde ook de eindtoets een rol, maar doordat die nu later, in april en mei, wordt afgenomen, is dat niet meer het geval. Leraren geven leerlingen het schooladvies dat volgens hen het beste past bij het niveau van de leerling, in de overtuiging dat ze daarbij kinderen gelijke kansen bieden. Toch zag de inspectie vorig jaar dat de kansenongelijkheid groter was geworden bij de overgang naar het vo.

ordWe hebben trends in schooladviezen tussen 1995 en 2014 in kaart gebracht, en daarbij vooral gekeken naar verschillen in adviezen voor leerlingen met een verschillende achtergrond die hetzelfde presteren. Het gevaar bestaat namelijk dat schooladviezen niet alleen de prestaties of potentie van de leerlingen weerspiegelen, maar ook hun achtergrond.

Wat opvalt, is dat schooladviezen tussen 1995 en 2014 steeds hoger zijn geworden. Bij vergelijkbare prestaties is het verschil een half niveau, dus bijvoorbeeld het verschil tussen een havo- en een havo/vwo-advies. Dit past bij twee trends: het toenemende belang dat mensen hechten aan een zo hoog mogelijk diploma, en de steeds grotere druk op leerkrachten om hoge adviezen te geven. Ook het feit dat ouders steeds hoger zijn opgeleid speelt mogelijk een rol. Daarnaast lijkt het erop dat de positieve discriminatie van allochtone leerlingen verdwijnt. In 1995 kregen allochtone leerlingen nogal eens het voordeel van de twijfel: bij gelijke schoolprestaties lag hun schooladvies gemiddeld een half niveau hoger dan bij kinderen zonder migratieachtergrond. Vanaf 2011 is dat verschil geheel verdwenen. Hetzelfde geldt voor meisjes: aanvankelijk kregen zij hogere adviezen, maar vanaf 2014 zien we bij gelijke prestaties geen verschillen meer tussen jongens en meisjes.

Een hardnekkige rol bij kansenongelijkheid speelt het opleidingsniveau van de ouders: kinderen van hoger opgeleide ouders krijgen over de hele onderzochte periode hogere schooladviezen dan leerlingen van lager opgeleide ouders, ook bij gelijke prestaties. Leraren laten zich bij schooladviezen dus leiden door het opleidingsniveau van ouders, waardoor schooladviezen nog steeds bijdragen aan kansenongelijkheid.

De auteurs werken bij Rijksuniversiteit Groningen. Zij spreken over dit onderzoek op de Onderwijs Research Dagen 2017.

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2017.

 

Click here to revoke the Cookie consent