Het is dinsdagochtend, half 9. Conciërge Frank van Gils en zijn assistent Jordy van
Strien vegen het schoolplein schoon. In alle hoeken van het plein liggen hoge stapels gele bladeren. ‘Die stapels moeten we straks in de containers gooien en aan de weg zetten,’ zegt Frank. ‘Maar eerst naar binnen, koffie en thee zetten voor de leerkrachten.’
Sinds vorig schooljaar is Jordy (19) assistentconciërge op katholieke basisschool De Zandberg in Breda, een school met 756 leerlingen. Het is een baan voor 28 uur verdeeld over vier dagen. Met zijn werkzaamheden - spullen klaarzetten, kopiëren, (vaat)wassen, onderhoud plegen aan het gebouw en het schoolplein - helpt hij niet alleen conciërge Frank, die een dagje ouder wordt, maar ontzorgt hij ook de ruim zestig leraren op school. Zo assisteerde hij bij handvaardigheid in groep 5. Jordy: ‘De kinderen gingen een sleutelbordje maken voor vaderdag. Ik heb de leerlingen geholpen met de uitleg en gereedschap.’ Jordy is een mooi voorbeeld van hoe mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt leraren kunnen ontlasten. Jordy valt onder de “Banenafspraak”. Hierin hebben de sociale partners en het kabinet in 2013 afgesproken binnen tien jaar 4.020 extra banen te creëren in het primair
onderwijs.
‘Kijk wat je kunt wegnemen bij leraren’
Het Breda College helpt jaarlijks 5 leerlingen aan een (onderwijs)baan via de Banenafspraak. ‘Dat moeten er meer worden,’ zegt stagecoördinator Marjolein Hendrickx. ‘Waar we tegenaan lopen, is dat onze leerlingen bij het verlaten van de school met achttien, negentien jaar, nog niet rijp genoeg zijn. Veel leerlingen gaan richting beschutte arbeid omdat ze sociaal-emotioneel nog niet klaar zijn voor een echte baan. Slechts een enkeling, zoals Jordy, kan rechtstreeks naar het bedrijf of de school. Ons ideaal is: Creëer een beschutte werkplek in een reële werksituatie om zo door te stromen naar een vaste baan.’ Haar advies aan schoolleiders: ‘Kijk wat je aan taken kunt wegnemen bij leraren. Onze mensen zijn heel goed in het bieden van helpende handjes. Van punten slijpen en veters strikken tot kopieerwerk, brieven voorbereiden, stapels maken en lamineren.’
Jordy is oud-leerling van het Breda College, een school voor voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking van twaalf tot twintig jaar. Jordy is ernstig dyslectisch, heeft moeite met schrijven en kampt met Developmental Coordination Disorder, een ontwikkelingsstoornis van de coördinatie van bewegingen, waardoor fijne en grove motorische handelingen lastig voor hem zijn.
Na verschillende stages, in onder andere de bouw en bij Karwei, kreeg Jordy een stageplaats op De Zandberg. Zijn begeleider Marjolein Hendrickx van het Breda College: ‘De stages in de bouw lagen hem niet zo, we zijn samen gaan kijken: wat wil je echt niet en wat vind je hier dan van? Bij De Zandberg zochten ze een assistent-conciërge. Dat sprak Jordy aan, op het Breda College hielp hij de conciërge ook.’ Directeur van De Zandberg, Hans Staps: ‘De school had op dat moment twee locaties. Het zou goed zijn als in beide gebouwen menskracht zou komen.’ De Zandberg wilde bewust een stagiair met een arbeidsbeperking. Staps: ‘Als je als stichting (Inos, red.) de visie hebt dat ieder mens welkom is, dan vind ik dat je verder moet kijken dan de eigen leerlingpopulatie. Dan moeten mensen die minder makkelijk aan een baan kunnen komen ook een kans krijgen.’
De stage beviel iedereen zo goed dat Jordy nu een vaste baan heeft. ‘Jordy is een gelukje,’ zegt Staps trots. ‘Zonder dat ik daarmee anderen tekort wil doen. Hij is ontzettend loyaal, staat voor de mensen klaar. Dat straalt hij uit.’ Frank: ‘In het begin moest ik veel uitleggen en herhalen. Nu werkt Jordy ook op bepaalde momenten geheel zelfstandig. Het grootste deel kan hij “bijschoffelen”.’ Jordy lacht bescheiden, hij voelt zich ongemakkelijk. Al die complimenten, die aandacht, interviewen, foto’s maken, het hoeft van hem niet zo. Zijn bedeesde houding verandert als hij even later een rondleiding geeft door de school. Opgewekt vertelt hij in de keuken van de teamkamer over zijn werkzaamheden. ‘We beginnen de dag altijd met koffie en thee zetten.’ De dop opendraaiend zegt hij: ‘Kijk, alweer leeg. We maken wel 40 tot 50 thee- en koffiekannen per dag. Meer thee dan koffie. Je maakt hier van alles mee hè’, zegt hij wijzend op een nat pak koekjes in de gootsteen.’
Frank is blij met de hulp van Jordy. ‘Ik word ouder, mijn knieën raken versleten, het grote trappenlopen en sjouwwerk doen we nu samen.’
We lopen via het washok, waar de wasmachine op volle toeren draait, naar de kelder voor een nieuwe handdoekrol. De school is groot, maar Jordy kent het gebouw na twee jaar op z’n duimpje. Bij het sanitair ververst hij de handdoekrol en controleert de toiletten op voldoende wc-papier. Het minst leuke werk? Daar hoeft hij niet lang over na te denken. ‘Als er iets verstopt zit in de afvoerput of de wc. Vorige week zat er een sifon vol met lijm en we hebben ook wel eens een half bos aan moestuintjes uit de afvoer moeten halen.’ Het leukst? ‘Buiten bezig zijn. Zoals vanochtend, als het schoolplein vol ligt met bladeren en je dan alles netjes wegveegt. Dat je echt resultaat van je werk ziet.’ Jordy’s baan bevalt goed. Op de vraag of dit zijn droombaan is, antwoordt hij: ‘Droombaan vind ik altijd een beetje raar om te zeggen. Ik heb elke dag zin om naar mijn werk te gaan, en dat vind ik belangrijk. En ik ben blij dat ik deze kans heb gekregen.’
Op www.arbeidsmarktplatformpo.nl staat alle informatie over de banenafspraak,
subsidieregelingen, praktijkvoorbeelden en rekenvoorbeelden. Schoolbesturen kunnen ook een informatiebijeenkomst aanvragen via [email protected]
Dit artikel verscheen in de special 'Leraren: We hebben ze hard nodig'. Deze special is gemaakt in opdracht en met financiële bijdrage van het Arbeidsmarktplatform PO, expertisecentrum op het gebied van de arbeidsmarkt in het primair onderwijs, van en voor werkgevers en werknemers.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven