Onderzoek

Invloed van ouders: vooral indirect

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 27-01-2021 Gewijzigd op 12-05-2021
Q&A Inge van der Heul - De relatie tussen ouderbetrokkenheid en prestaties van leerlingen ligt ingewikkelder dan gedacht. Inge van der Heul zette alles op een rijtje.

Wat heb je precies onderzocht?
‘Ik heb kenmerken en gedrag van ouders, waarvan we uit de literatuur weten dat die van invloed kunnen zijn, in een model gezet. Vervolgens heb ik daarover een vragenlijst afgenomen onder ruim 1.100 ouders van evenveel leerlingen, van negen basis- en vijf middelbare scholen. Die gegevens heb ik vergeleken met prestaties van hun kinderen. En dan blijkt dat de invloed van ouders vaak verschillend kan uitpakken.’


Inge van der Heul


Kun je daar een voorbeeld van geven?
‘Neem opleidingsniveau als achtergrondkenmerk van ouders. Opvallend genoeg vond ik daarvan geen direct effect op schoolprestaties van kinderen. Maar dat niveau werkt wel indirect door. Bekend is bijvoorbeeld dat voorlezen de taalprestaties ten goede komt. Bij ouders die veel voorlezen, hoog- én laagopgeleid, zag ik kleinere verschillen tussen leerlingen dan als er nooit of nauwelijks wordt voorgelezen. Anders gezegd: bij kinderen van hoogopgeleide ouders maakt het minder uit of ze wel of niet voorgelezen worden, bij kinderen van laagopgeleide ouders maakt het extra veel uit. Iets soortgelijks zag ik bij efficacy: vertrouwen in eigen kunnen om je kind te ondersteunen met leren. Als hoogopgeleide ouders dat vertrouwen hebben, ontwikkelt het kind zich beter. Maar bij laagopgeleide ouders is dat niet altijd het geval.’

Zijn er ook vormen van betrokkenheid die een negatieve invloed hebben?
‘Dat leek het geval bij met je kind praten over schoolresultaten. Maar vermoedelijk is hier eerder sprake van een omgekeerde volgorde van gebeurtenissen: dat ouders pas over school gaan praten als hun kind het niet goed doet. We denken iets te makkelijk dat alles met de ouders begint en eindigt met de kinderen, maar het ligt vaak veel genuanceerder. Er is niet altijd een rechte lijn van oudergedrag naar leerlingprestaties.’

Welk verhaal kunnen leraren op ouderavonden het beste vertellen?
‘Het belangrijkste is om te beseffen dat er niet één benadering is die voor alle ouders past. Enkele scholen uit mijn onderzoek vonden dat ze best actief waren om ouders te bereiken, bijvoorbeeld met nieuwsbrieven en briefjes op de deur van het klaslokaal. Toch voelden niet alle ouders zich uitgenodigd door school. Dat was een eyeopener. Kijk dus goed naar met welke ouders je te maken hebt en zoek uit welke manier van communicatie zij prettig vinden.’

Zag je verschillen tussen po en vo?
‘In het po hebben ouders meer invloed op de prestaties van hun kinderen, dat wisten we natuurlijk al. Een belangrijk inhoudelijk verschil is dat de zaken die in het vo een positieve invloed hebben, vooral met school zelf te maken hebben: lid zijn van de ouderraad en een netwerk met andere ouders van school hebben. In het vo geldt ook: te veel druk van ouders werkt averechts. Dat kan met de leeftijdsfase te maken hebben, pubers laten zich niet sturen, maar ook weer met die omgekeerde relatie: dat ouders pas gaan pushen als hun kind niet zo goed presteert.’

Een veelgehoord advies van mentoren aan ouders is: help je kind met huiswerk. Niet doen dus?
‘Ik zag geen directe invloed van helpen bij schooltaken, in po noch vo. Ook niet voor het inruimen van een plekje thuis waar het kind huiswerk kan maken. De invloed zit ’m meer in indirecte zaken, zoals vertrouwen in eigen kunnen als ouder, het je taak vinden om je kind te ondersteunen, daar tijd en energie voor hebben, hoge verwachtingen koesteren. Qua gedrag van ouders heb ik alleen bij voorlezen een positief effect gevonden. Dat is iets voor scholen om over na te denken: stimuleer liever de instelling van ouders dan concrete activiteiten. Als ouders hun kind steunen, maar niet letterlijk kunnen helpen bij huiswerk omdat ze bijvoorbeeld zelf de lesstof niet begrijpen, hoeft dat geen probleem te zijn.’


Van der Heul, Inge (2020). "De invloed van ouderbetrokkenheid op de schoolprestaties van leerlingen." Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. 


Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2021.

Click here to revoke the Cookie consent