‘Profvoetballer werd meester’
Een diepe kuil verschijnt op het smartboard: de leerkuil. De een huppelt eroverheen, de ander valt erin. Het lesuur van groep 6 is in volle gang. De klas gebruikt een lesprogramma dat kinderen sterker moet maken in vaardigheden waarin zij onzeker zijn. Zo leren ze bijvoorbeeld het verschil tussen een vaste en een groeimindset. ‘Makkie’ vormt het thema van deze les, waarin kinderen bedenken wat zij makkelijk vinden. Hulst (35), voormalig profvoetballer en nu ‘meester’ legt de begrippen ‘growie’ en ‘fixie’ uit: ‘In het ene vak ben je growie. Je groeit omdat je er goed in bent. In het andere vak loop je vast, dan ben je fixie. Wat kan je helpen om daarin growie te worden?’
‘Soms durven
kinderen geen
vragen te stellen’
Kinderen komen met verschillende oplossingen, variërend van googelen tot oefenen in je werkschrift. ‘Hulp vragen,’ oppert een meisje.
‘Een hele goeie,’ prijst Hulst: ‘Mensen vragen soms niet om hulp omdat ze bang zijn om dom te worden gevonden. Maar met hulp kom je verder.’
Zijn leerlingen krijgen de opdracht hun eigen ‘Makkieland’ te tekenen, met dingen die zij leuk vinden en waar zij goed in zijn.
Samana tekent een zwembad: ‘Zwemmen en knutselen zijn mijn talenten.’ De lessen van ‘meester’ Santy vindt zij leuk: ‘Hij legt goed uit en praat duidelijk.’
‘Hij geeft les met humor,’ vindt Moene.
Mimoun: ‘Bij rekenen komt hij bij iedereen langs. Hij vergeet nooit iemand.’
Luca tekent een sabeltandtijger als huisdier. ‘Lijkt me niet echt gemakkelijk,’ reageert Hulst.
Op de basisschool vond de ex-profvoetballer lezen moeilijk en vermeed hij het.
‘Als ik thuiskwam, deed ik gelijk de Nintendo aan. Gamen was mijn Makkieland.’
Hulst groeide op in Leiderdorp. Zijn vader is universitair bestuurskundedocent. Zijn moeder, maatschappelijk werker, overleed toen hij drie was: ‘Aan haar heb ik weinig herinneringen.’ Naast gamen had Hulst een passie voor voetballen, waarvoor hij ook talent bleek te hebben.
‘Leerlingen concludeerden dat meerdere waarheden naast elkaar bestaan’
Op zijn achttiende, toen hij op het punt stond de ALO te volgen, werd hij bij zijn club SLC gescout voor AZ. Na AZ kwam de middenvelder uit voor ADO Den Haag, FC Dordrecht en De Graafschap. Daar eindigde zijn carrière op 28-jarige leeftijd: ‘Door blessures kreeg ik weer faalangst. Blessures isoleren je. Je traint afgezonderd van de groep, je hoort er niet meer bij. Uit angst om weer geblesseerd te raken, speelde ik weinig doortastend en miste ik kansen. Dat maakte me nog onzekerder. Op een gegeven moment verknalde ik een enorme kans. Bij de volgende wedstrijd werd ik uitgefloten toen ik erin kwam bij een wissel. Toen begon ik mij af te vragen of ik dit tot mijn vijfendertigste zou volhouden.’
‘Blessures
gaven mij
faalangst’
De angst om te falen ziet Santy in zijn klas terug: ‘Veel kinderen denken dat ze bepaalde dingen niet kunnen,’ weet hij. Daarom gelooft hij in het lesprogramma dat de verschillen in mindset bespreekt, waarmee de De La Reyschool sinds een paar jaar werkt: ‘Met die tools leren ze dat ze dingen wél kunnen. Ze oefenen in vragenstellen en positief denken.’
Hulst verweeft een vergelijkbare werkwijze in al zijn lessen. Hij stimuleert kinderen niet bang te zijn om fouten te maken: ‘Daar leren ze juist van. Veel kinderen sluiten zich af als ze iets niet snappen. Door hen aan te moedigen om uitleg te vragen en hen te laten oefenen, krijgen ze uiteindelijk vertrouwen in hun kunnen. Een leerling klapte dicht bij elke som die hij niet begreep. Nu durft hij vragen te stellen en pakt hij uit zichzelf zijn rekenschrift.’
Hulst stopte met profvoetbal, maar voetbalt nog wel als amateur, en met zijn leerlingen tijdens keuze-uren. Hij voltooide de hbo-studies Sportmanagement & Ondernemerschap en Businessadministratie en deed de verkorte pabo in deeltijd. Een onderwijsproject bij De Graafschap, waar kinderen met leermoeilijkheden samen met de profs spelenderwijs schoolvakken leren, inspireerde hem om voor het onderwijs te kiezen: ‘Ik herinner me een angstig, stil meisje dat aan het eind van de lessenreeks vrijmoedig spelers interviewde. Ik zag een heel ander kind.’
Na afronding van de pabo werd hij leraar in groep 4 van de De La Reyschool in Den Haag, waar hij stage liep: ‘De manier van lesgeven, waarbij kinderen spelenderwijs op hun eigen manier kunnen leren, sprak mij aan.’
‘Spelen wordt onderschat, maar leert kinderen ontdekken’
Kinderen op een vrije manier laten leren, vindt hij zijn sterke punt: ‘Ik ben procesgericht, ruimdenkend, onbevooroordeeld. Van daaruit laat ik kinderen zo veel mogelijk vrij, met ruimte voor spelen. Dan voelen zij zich veilig om nieuwe dingen te leren. Spelen wordt onderschat, terwijl kinderen juist daardoor ontdekkingen doen. Kinderen zien stralen wanneer hen iets lukt is het mooie aan dit vak,’ zegt Hulst. ‘Zoals het jongetje dat ik in groep 4 had en nu in groep 6. Eerst verborg hij zijn onzekerheid achter clownesk gedrag, maar laatst hield hij een goeie spreekbeurt over het menselijk lichaam.’
Hulst wil kinderen zelf dingen laten onderzoeken: ‘Hoe denken ze over bepaalde onderwerpen en hoe denken anderen daarover?’
Filosofie fascineert hem. Hij geeft er les in tijdens keuze-uren en brengt het thuis over op zijn dochters (3,5 en 7): ‘In de les gaf ik laatst een opdracht uit het boek Kinderfilosofie van Sabine Wassenberg. Ik vroeg ze om iets op te schrijven dat tussen aanhalingstekens de absolute waarheid is. Een meisje zei dat er één God bestaat, volgens haar vriendinnetje bestaan er duizenden. Samen kwamen ze tot de conclusie dat meerdere waarheden naast elkaar kunnen bestaan. Geweldig dat kinderen dit zelf bedenken.’
Lees meer afleveringen van de Biotoop.
Dit artikel verscheen in Didactief, maart 2023.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven