Interview

In de biotoop van Cindy Stienstra

Tekst Paulien de Jong
Gepubliceerd op 07-05-2019 Gewijzigd op 30-04-2019
Eigenzinnige ‘meeloper’ - Docent biologie Cindy Stienstra twijfelde over haar onderwijs. Haar directeur stuurde haar drie maanden op ‘meeloopstage’ bij een Utrechtse vernieuwingsschool. ‘Ik heb een fantastische kans gekregen.’

Vitrinekasten aan weerszijden van het practicumlokaal. Op de kast opgezette vogels: een pinguïn, reiger, eend. Achter het glas een hermelijn, een egel. Ertussen vele potjes met dieren die het levenslicht nooit zagen. Vandaag blijven ze in de kast, want de les van Cindy Stienstra (45) op het Zaanlands Lyceum (havo/vwo) gaat over seks. En zoals dat hoort bij zo’n onderwerp wordt er gegiecheld, gelachen en geroepen. ‘Doe even alsof je normaal heel stil bent in de klas,’ reageert Stienstra met glinsterende ogen en kuiltjes in de wangen. ‘Het gaat over plantenseks, de bloemetjes en de bijtjes.’ En net als de klas opgelucht ademhaalt, verschijnt een spreuk van Loesje op het digibord: ‘Ouderwetse bijen-ouders vertellen hun larfjes nog altijd over het sperma en de eitjes.’ Gelach.


Rollenspel

Het is vrijdagmiddag, het zesde uur, maar toch gaan twintig leerlingen uit 5 vwo rechtop zitten. Bij het digibord een kalme, beheerste stem, ook als het drukker wordt. Er is geen corrigerend woord, geen vuist op tafel, alleen die stem die zacht en lachend zegt: ‘Het is zo’n mooi verhaal, snap je.’ Stienstra – ‘goed vakdidacticus, pedagoog, maar zéker geen ordehandhaver’ – houdt haar klas bij de les door afwisseling.
Dreigt de aandacht te verslappen, dan komen er prikkelende vragen. Waarom moet de bloem zo aantrekkelijk mogelijk zijn voor de bijen? Waarom zou je naar mij komen met je stuifmeel? Of er komt een praktijkopdracht, zoals een rollenspel. ‘Ik fluister in je oren welke soort je bent en of je stuifmeelbrenger of -ontvanger bent. Ontvangers houden hun hand op, brengers gooien een propje papier naar hen toe. Dan loop je op elkaar af en vertel je welke soort je bent.’ Moraal van dit verhaal: als de wind de stuifmeelbrenger is (je weet niet welke soort je propje vangt), dan is de kans dat het jouw soort is maar 10%.

‘Ik ben nooit meer langer dan tien minuten aan het woord,’ vertelt Stienstra na de les. ‘Ik zet leerlingen in tweetallen of in groepjes aan het werk, loop rond en schuif enkele minuten aan voor vragen.’

 

‘Domeinonderwijs
levert zo veel
onderwijstijd op’

 

Interview over huiswerk

We zien een docent aan het werk die veranderd is na haar ‘meeloopstage’ van drie maanden op een andere school. Ze wilde niet meer zo veel frontaal lesgeven, zoals ze tien jaar lang had gedaan. ‘Ik moet toch meer uit mijn lessen kunnen halen, leerlingen meer eigenaarschap geven, zodat ze zelf leren nadenken?’ Als ze haar twijfels deelt met directeur Michiel van Dijk, stelt hij voor dat ze een dag per week mee gaat lopen met een leraar die hij kent bij UniC, een vernieuwingsschool in Utrecht. Een kennismakingsbezoek maakt Stienstra enthousiast.
Drie maanden lang werkt ze elke vrijdag in Utrecht. Ze staat niet zelf voor de klas, maar ze kijkt mee, doet onderzoek naar projectonderwijs, zit bij overleggen en interviewt leerlingen over dat ‘eigenaarschap’: ‘Waarom maak je nu je huiswerk, terwijl niemand zegt dat je het moet doen?’ Tot Stienstra’s verbazing geven ze onderbouwd antwoord: ‘Als ik het nu doe, heb ik straks geen huiswerk’, ‘Omdat ik ervan leer’ of ‘Als ik het spreid, ben ik beter voorbereid.’ Een groot verschil met haar eigen leerlingen, die zo’n vraag doorgaans beantwoordden met ‘Omdat het in Magister staat’ of ‘Omdat de docent het wil.’

 

Hannesende fysiotherapeut

Stienstra – kind van een metaaldeskundige en een liefdevolle thuismoeder – doorliep niet de geijkte onderwijscarrière. Ze was ‘al’ 35 toen ze ging lesgeven. Eerst werkte ze als neurofysioloog in uiteenlopende functies, als onderzoeker aan de UVA, programmeur bij Getronics en ICT-architect bij ING. Gemene deler: werkplekken met kennis, waar Stienstra toevallig gek op is. Toch begon het werk aan haar te knagen. Ze werd onrustig bij het idee dat ze dit tot haar pensioen moest doen en zou wegzakken in comfort. ‘Ik zegde mijn baan op, doodeng, want ik had nog niets anders. Maar ik voelde dat er alleen iets nieuws kwam als ik er zelf ruimte voor maakte.’
Dat ‘nieuws’ kwam snel. Tijdens de holistische massageopleiding die ze in die tijd volgde, merkte ze dat presenteren en mensen verbinden haar goed afgaan. Toen de fysiotherapeut hanneste met het verhaal over de mitose en meiose (onderdelen van de celcyclus), nam Stienstra de stift over. In no time hingen vijftien cursisten aan haar lippen. ‘Daar werd mij duidelijk: als ik mensen enthousiast kan krijgen voor celdeling, moet een paar uur lesgeven op een middelbare school ook lukken.’

Ze studeerde in tien maanden cum laude af aan de eerstegraads lerarenopleiding aan de Vrije Universiteit. De praktijk verliep minder makkelijk. ‘Ik kon geen orde houden, deed niets aan klassenmanagement, voelde me niet gesteund op de school waar ik was begonnen. Het had niets gescheeld of ik was het onderwijs weer uit gerend.’ Toch zette ze door en solliciteerde bij het Zaanlands Lyceum, de oudste middelbare school van de Zaanstreek. Inmiddels werkt ze er tien jaar als docent biologie, sectieleider, docentbegeleider en leerlingencoach.

 

Fantastische kans

Het is inmiddels een jaar geleden dat ze bij UniC over de vloer kwam. De ervaringen hebben haar niet ontevredener gemaakt. ‘Ik heb een fantastische kans gekregen,’ zegt ze. Ze kreeg antwoorden op haar vragen over eigenaarschap bij leerlingen. Ze zag wat domeinonderwijs (twee klassen krijgen binnen één ruimte instructie en werken in groepjes aan opdrachten) oplevert aan onderwijstijd. Ze zag met eigen ogen dat het formuleren van leerdoelen tijdens de les ervoor zorgt dat kinderen zélf gaan nadenken. Ze ontdekte dat je lesuitval kan voorkomen zonder invallers en dat een vakdocent aan zestig leerlingen tegelijk les kan geven. En ze leerde dat de werkdruk afneemt als je als school wekelijks een vaste vergadermiddag hebt, in plaats van vele verspreide overlegjes.
Belangrijkste inzicht? Ze zag in dat het Zaanlands Lyceum een goede school is, die geen tweede UniC hoeft te worden. ‘Ook op een vernieuwingsschool doe je sommige leerlingen tekort. Maar de aandacht die daar is voor de autonomie van de leerling, die wil ik hiernaartoe halen.’
 

Dit artikel verscheen in de rubriek De biotoop in Didactief, mei 2019. 

 

Verder lezen

1 In de biotoop van Jorrit Blaas
2 In de biotoop van Jikkemien Kuypers
3 In de biotoop van Paul Groos

Click here to revoke the Cookie consent