'Lesgeven anno nu'
Een filmpje op sociale media: op de beats van Montell Jordan’s This Is How We Do It zien we een juf met haar leerlingen in actie; voetballend, gymmend, sprintend. Dít, de liefdevolle leerkracht-leerlingrelatie, is waarmee je als leraar het verschil kunt maken, stelt Chèrelle Bouwen (30), leraar en didactisch begeleider in het sbo.
Nee, ze voetbalt natuurlijk niet elke pauze mee, ook TikTok-dansjes in de klas zijn geen dagelijkse kost. Wel zoekt ze manieren om aansluiting te vinden. Om te ‘bonden’ en goed gedrag te stimuleren. Als ze ziet dat er steeds gedoe is bij het voetballen, voegt ze zich bij het team met die ene leerling die verliezen moeilijk vindt. En hoewel ze zelf bloedfanatiek is, mist ze dan toevallig net de bal of maakt ze een domme overtreding. ‘Om te laten zien hoe je met verlies kan omgaan.’
‘Vaak improviseer ik, zolang de grote lijn maar staat’
We zijn op de Haagse openbare basisschool Max Velthuijs, een school met 115 leerlingen in de Zeeheldenbuurt. Bouwen werkt hier voor het tweede schooljaar. Ze wist als klein meisje al dat ze leraar wilde worden. Net zo een als haar beheerste juf in groep 5, of zoals haar grappige meester Dries uit groep 8, die met humor en een niet-lullen-maar-poetsenmentaliteit verbinding maakte. ‘Bij de deur kreeg ik al een tikkie op m’n achterhoofd en wist ik: hij heeft me gezien.’ Hij betekende veel voor haar. ‘Sommige kinderen komen om te leren naar school, andere voor liefde. Voor dat laatste kwam ik.’ Bouwens ouders scheidden toen ze 9 was. ‘Ik heb lang mijn vader moeten missen en ik kan me zo goed voorstellen hoe kinderen zich in zo’n situatie voelen.’
Chèrelle Bouwen: ‘Om leerlingen te laten groeien, moet je ze voeden én aanvoelen.’
Ze staat pas acht jaar voor de klas, maar maakte in korte tijd grote stappen. Het project Klasse voor de Klas (2018, een initiatief van de Haagse onderwijsbegeleidingsdienst HCO, De Haagse Scholen en Librijn, red.) en een reis naar scholen in Finland veranderden haar idee over lesgeven. Bij het Klasse-project volgde ze met vier leraren masterclasses en werd ze beoordeeld door een vakjury. Ze leerde werken met Assessment For Learning en Expliciete Directe Instructie (zie ook pagina 16, red.). Sindsdien staat er een andere leraar voor de groep, zegt ze. Een leraar die naar eigen zeggen niet perfect is, veel fouten maakt, maar pakkend en anno nu lesgeeft. En dat wordt gewaardeerd, niet alleen door leerlingen en collega’s, ook door de jury die haar nomineerde voor de Leraar van het jaar 2021-verkiezing.
Wat onderwijs ‘anno nu’ betekent, zien we tijdens een taalles in groep 7/8. Bouwen verpakt de les in een reactiespel waarbij alle leerlingen een kaartje krijgen met een opdracht en die om de beurt klassikaal uitvoeren. De groep is stil en geconcentreerd. ‘Start!’ roept ze. Een jongen staat op, klapt twee keer en roept: ‘We zijn begonnen!’ Hij schrijft de zin op het digibord. Een andere leerling rommelt in zijn la en schrijft op zijn wisbord: ‘komies’, een meisje verbetert het in ‘komisch’. Het lijkt een optreden.
Iedereen is alert. Als de stagiaire op het bord schrijft: ‘Ik geef een brief aan de juf’, maakt een meisje slashes tussen de woorden, waarop een ander de zin ontleedt. ‘Ja, dankjewel, wat deden jullie dat snél,’ zegt de leraar trots. ‘We hebben een paar dingen gezien,’ zegt ze. ‘Ga even naar Hello Smart. Welke lesdoelen zag je allemaal voorbij komen? Die mag je naar het digibord sturen.’ Met eigen materiaal wil Chèrelle Bouwen haar klas betrokkener maken.
Er volgt een assessmentje, zodat leerlingen zien wat ze nog lastig vinden, vervolgens stelt Bouwen twee ‘helpdesken’ aan, verzorgt één groepsuitleg, een verlengde instructie en geeft een paar leerlingen de mogelijkheid om de instructie nog eens na te kijken op filmpjes die ze maakte. ‘Kijk met je koptelefoon op, anders hoor ik mijn eigen stem. Cringe, don’t like it.’ De klas lacht. ‘En maak mooie fouten, daar leer je van.’ Een deel van de klas gaat naar de gang, de rest blijft binnen. ‘Ja, tien, negen… en de laatste tel is: nul. Zo, geen gewandel meer, zitten.’ Na een kwartier komt de klas weer bij elkaar om kort ieders werkhouding, de les en de filmpjes te evalueren. Het uur is om.
Het reactiespel is een van de vele middelen die Bouwen zelf ontwerpt én deelt op haar website teachandcher.nl. ‘Ik heb inmiddels tig instructiefilmpjes en lesideeën en improviseer vaak, zolang de grote lijnen in werkvormen maar staan en de kaartjes klaarliggen.’ Het voordeel van eigen materialen is dat de leerdoelen beter aansluiten en ze geen ‘last’ meer heeft van de verwerkingsopdrachten waar ineens drie andere leerdoelen aan bod komen. Met eigen materiaal kan ze bovendien eigenaarschap en betrokkenheid bij haar leerlingen vergroten. ‘Hoge betrokkenheid werkt voor ieder kind. Bij mijn lessen kan je geen kant op, je moet meedoen, ook de kids die geen vinger opsteken of het lastig vinden.’
Ook houdt ze leerlingen scherp met hypes als TikTok en de laatste rage: Pop It, kunststof materiaal dat geïnspireerd is op bubbeltjesplastic en waarmee je van alles kan doen. ‘Ik speel zelf ook weleens Fortnite op de Switch, zodat ik weet waar ze over praten. Ik begeef me in hun belevingswereld, zodat ik ze echt kan snappen.’
Bouwen noemt de relatie met haar leerlingen het allerbelangrijkst. ‘Ik houd van al mijn leerlingen, dat vertel ik ze ook.’ Als je wilt dat ze groeien, dan moet je ze voeden én aanvoelen, denkt ze. Ze zag leerlingen met (gedrags)problemen in een jaar tijd veranderen. Laatst kwam ik een jongen tegen die bij zijn afscheid in groep 8 zei: “U heeft me echt veranderd, dank u wel, ik ga u nooit vergeten.” In de stad, omringd door z’n stoere vrienden, gaf hij me een knuffel. Dat dit je impact is als leraar, dat maakt dit werk voor mij zo de moeite waard.’
Deze aflevering van 'In de biotoop van...' verscheen in Didactief, oktober 2021
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven