Interview

'Ik heb er bepaald niet van genoten'

Tekst Peter Magnée
Gepubliceerd op 07-10-2021 Gewijzigd op 28-09-2021
‘Ik heb nooit een leraar gehad die het echt in mij zag zitten. Ik heb me daardoor best eenzaam en onbegrepen gevoeld,’ blikt schrijver en presentator Özcan Akyol, terug op zijn jaren in het basisonderwijs en op de mavo.


In een column vertel je over een jongen met Iraanse roots, die ondanks een Citoscore voor vwo, vmbo-advies kreeg omdat hij een taalachterstand zou hebben. Na protest van zijn moeder, werd het een brugklas havo/vwo en al snel het gymnasium. Inmiddels geeft hij les op jouw oude middelbare school. Volgens jou sneuvelt er te veel talent onderweg.

‘Ik wil zeker niet generaliseren, maar zoals de situatie nu is, ben je mede afhankelijk van de nukken en grillen van de man of vrouw voor de klas en van hun niveau. Ik ben door vooringenomenheid van mijn juf in groep 8 op een mavo beland, terwijl ik een atheneum-advies had. Mijn ouders waren analfabeet, ik zou de enige in de buurt zijn en mijn broers zaten ook al op een mavo. Dat was blijkbaar geen goede basis. Zolang dit de realiteit is, kunnen we niet spreken van een eerlijk systeem met kansengelijkheid voor iedereen. Ja, er was één uitzondering: een leraar geschiedenis op de mavo. Die zei een keer tegen mij dat ik historisch besef heb. Dat maakte veel indruk, omdat hij mij daarmee de bevestiging gaf dat ik bepaalde zaken wel goed zag. Verder gaf geen enkele leraar mij erkenning. Misschien had ik pech, maar ik heb niet bepaald van die periode genoten.’

 

Özcan Akyol (Deventer, 1984)

Auteur van de romans Eus en Turis, van Pessimisme kun je leren, een bloemlezing van dichter Lévi Weemoedt, boekenweekessay Generaal zonder Leger en verhalen in het literaire voetbaltijdschrift Hard gras. Daarnaast presentator/programmaker op radio en tv: Onze man in Deventer, Sterren op het Doek en De Geknipte Gast en columnist in onder meer AD, een aantal regionale kranten, VARAgids, Helden en CNV Onderwijs-tijdschrift Werkend NL. Zijn eerste column voor CNV lees je hier.

 

Je hebt een omweg gemaakt. Maar die heeft jou toch ook gemaakt tot wie je nu bent?

‘Ik heb zelf ontdekt wat ik wilde, het is niet dat ik door iemand ben gegidst. Pas in het hbo, bij de opleiding journalistiek, zagen ze wat ik kon en gingen er deuren open. Maar het is helemaal niet wenselijk dat het op die manier gaat. Door dat stapelen zat ik na de universiteit met een forse studieschuld.’

 

Eigenlijk begon je door de gezinssituatie al met een achterstand. Er wordt veel gesproken over kansengelijkheid, ook een van de speerpunten van CNV Onderwijs. Jouw oudste dochter gaat nu naar dezelfde basisschool als jij, vergelijk haar situatie eens met die van jou.

‘Toen ik er op zat, was het een zwarte school. Veel jongens en meisjes met een Turkse achtergrond en kinderen met een oorspronkelijk Nederlandse achtergrond, maar wel uit een vergelijkbaar sociaaleconomisch milieu. Nu is het een witte school, die weliswaar nog steeds op dezelfde plek in de binnenstad staat, maar de wijk eromheen is totaal veranderd. De segregatie is gebleven, maar is nu alleen wit. En anders is er nog wel een postcodebeleid of een andere drempel die wordt opgeworpen. Ik snap niet waarom we dat niet kunnen veranderen. Als je al op jonge leeftijd mensen van elkaar gaat scheiden, is dat op latere leeftijd heel moeilijk te doorbreken. De ene groep bouwt een enorm netwerk op, de andere niet en dat maakt het lastiger om hogerop te komen in de maatschappij.’

 

Zegt die segregatie ook iets over de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs?  

‘Er is genoeg reden om te klagen, maar als je het Nederlandse onderwijs vergelijkt met andere ‘beschaafde’ landen, kun je niet zeggen dat het heel pover is. Het is in de kern een goed systeem, maar het is wel zaak om het zo te houden en misschien wel beter te maken. Daarom moeten we scherp blijven op kansenongelijkheid, het leenstelsel, het te vroeg beoordelen en waarderen van jongeren, van kinderen eigenlijk nog. Ik vind ook dat we leraren minder in een keurslijf moeten stoppen en meer vrijheid moeten geven zodat ze minder braaf het curriculum volgen. Uiteraard niet ten koste van hun eigen kennisontwikkeling. En er is natuurlijk een vreemde contradictie: enerzijds zegt iedereen dat het zo belangrijk is dat er voldoende leraren zijn en dat in de opleiding veel wordt geïnvesteerd. Anderzijds is het lerarensalaris verre van ideaal en een vast contract steeds lastiger.’

 

Je bent zelf schrijver.
Ben jij bezorgd over jongeren die geen boeken lezen?

 ‘Ik kom al jaren op scholen en instellingen om te vertellen waarom lezen belangrijk is. Ik doe dat als een zendeling, want we hebben te maken met een enorme ontlezing in dit land. Van de 15-jarigen is een aanzienlijk deel functioneel analfabeet. Ze begrijpen niet meer wat ze lezen en dan wordt het een probleem, omdat je niet alleen op school, maar ook later in de maatschappij zo niet kunt functioneren. Boeken, of het nu literatuur is of non-fictie, zijn bij uitstek het middel om begrip te hebben voor de ander, om je te verdiepen in de ander, om harmonieus samen te leven. Ik voel me schatplichtig aan de literatuur. Ik heb me uiteindelijk kunnen ontworstelen aan mijn achtergrond en milieu door te gaan lezen. Ik voel dat ik er slimmer door ben geworden, meer algemene kennis heb, meer sociale vaardigheden. Dat gun ik al die jongeren ook die straks hun weg moeten vinden in de grote mensenwereld.’

 

Ontbreekt het de jeugd ook aan historische kennis?

‘Je moet het verleden kennen om te begrijpen waar het naartoe gaat, zodat fouten uit het verleden zich niet kunnen herhalen. Probleem is dat veel jongeren dingen door elkaar halen door gebrekkig onderwijs, door een informatietekort. Als er dan bijvoorbeeld iets misgaat in het Midden-Oosten wordt de Tweede Wereldoorlog erbij gehaald. Terwijl die zaken helemaal niets met elkaar te maken hebben. Maar veel docenten zijn bang om dit te bespreken, omdat ze te maken hebben met heel mondige leerlingen die een andere waarheid hebben meegekregen van ouders die ook niet goed geïnformeerd zijn. Misschien moeten leraren wat innovatiever en pro-actiever worden. De hort op naar musea, naar concentratiekampen, naar lezingen van mensen die het nog kunnen navertellen. Leerlingen laten voelen en begrijpen wat er daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Alle zintuigen prikkelen. Dat gebeurt veel te weinig naar mijn smaak.’


Dit interview verscheen in de CNV-special van Didactief, oktober 2021

Verder lezen

1 Special: Waarderen is investeren

Click here to revoke the Cookie consent