Onderzoek

Hoe de rekentoets verdween uit Nederland

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 26-10-2015 Gewijzigd op 17-10-2016
Nieuwsanalyse | We horen het Sander Dekker ons nog verzekeren op een mooie zomerse dag in augustus. 'Ik zie vooralsnog geen reden om de rekentoets nog eens uit te stellen.' Dat interview is te vinden in het oktobernummer van Didactief. De inkt was nauwelijks droog of de rekentoets werd toch uitgesteld, ten minste op vmbo, havo en mbo. Tegen een nieuwe politieke werkelijkheid begin je zelfs als vasthoudende staatssecretaris weinig.

Stok achter de deur
Eerst was er op 6 oktober de Kamerbrief van Dekker en Bussemaker met als conclusie dat de scores op het mbo dusdanig beneden de maat waren dat 'we (...) op dit moment niet het vertrouwen hebben dat het verantwoord is om met ingang van dit studiejaar in het mbo het resultaat op de rekentoets te laten meetellen voor het behalen van het diploma. Daarbij staat voor ons centraal dat leerlingen niet de dupe mogen worden van slecht rekenonderwijs.'
Best een vreemde redenering als je bedenkt dat juist die rekentoets, aldus het mantra van de bewindslieden tot dan toe, het instrument was om slecht rekenonderwijs mee te bezweren. Of, om nog maar eens uit het Didactief-interview met Dekker te citeren: 'Het besef dat de toets vroeg of laat gaat meetellen, is een stok achter de deur voor leerlingen en scholen om er werk van te maken.'
Diezelfde redenering klinkt ook door in de brief van de Beroepsvereniging Docenten MBO aan de vaste Kamercommissie voor Onderwijs. Ze betreurt 'ten zeerste het besluit tot uitstel en roept uw commissie op het verplichte rekenexamen wel als stok achter de deur in stand te houden'. Het heeft echter niet mogen baten. De plenaire discussie in de Kamer op 7 oktober 2015 ging zelfs niet meer over mbo, dat was een gelopen race. En de oppositie wist ook uitstel te bedingen voor het laten meetellen van de rekentoets bij de zak- en slaagregeling op vmbo en havo.

Draaikont PvdA
Die oppositie wist zich daarbij gesteund door regeringspartij PvdA. In reactie op de cijfers in de Kamerbrief maakte PvdA-Kamerlid Jadnanansing een opmerkelijke koerswijziging van 180 graden.
Waar Jadnanansing eind januari 2015 tijdens de commissievergadering de rekentoets nog te vuur en te zwaard verdedigde, kroop ze nu in het kamp van de oppositie met een pleidooi om de rekentoets op vmbo en havo nog niet te laten meetellen. Opmerkelijk genoeg deed ze dat in beide gevallen vanuit een en hetzelfde argument: de leerling mag niet de dupe worden.
In januari zou die leerling nog de dupe worden, omdat hem zonder rekentoets goed rekenonderwijs onthouden zou worden (daar hebben we 'm weer, die stok). Nu zouden ze de dupe worden, omdat ze door slechte scores op die rekentoets massaal zouden zakken.
Dat laatste argument had de oppositie destijds ook al ter berde gebracht, maar daar was de PvdA toen Oostindisch doof voor. Vanwaar die draaikonterij? Simpel, destijds voelde de PvdA zich als regeringspartij gebonden aan de lijn van het kabinet, maar nu de bewindslieden zelf uitstel betoogden vanwege massaal zakken op mbo, kon Jadnanansing de lijn doortrekken naar vmbo en vmbo. Niet voor vwo, want daar is het aantal gezakten niet onrustbarend – behalve dan binnen het profiel C&M.
Natuurlijk was de oppositie verheugd over deze draai. 'Eindelijk heeft de Partij van de Arbeid het licht gezien en nu is er een meerderheid', zoals Jasper van Dijk (SP) het formuleerde tijdens het plenaire Kamerdebat op woensdagavond 7 oktober. Toch konden ze ook niet nalaten te informeren waar die radicale draai vandaan kwam. Wat er dan toch veranderd was sinds de zomer, wilde bijvoorbeeld Michel Rog (CDA) weten. Zoals te verwachten in deze politieke arena gaf Jadnanansing daar geen bevredigend antwoord op.

Een 3 als voldoende
Ondanks die speldenprikken naar de PvdA leek bij de oppositie de euforie te overheersen in het Kamerdebat. Rik Grashoff (GroenLinks) sprak de hoop uit 'dat we het debat vanavond zo kunnen afsluiten dat we afscheid kunnen nemen van de verplichte rekentoets'.
Van Meenen (D66) sprak alvast van 'een mooie dag' en riep op om voor eens en altijd een eind te maken 'aan deze soap' die scholen en docenten opzadelt met 'vraagtekens en frustratie, omdat zij werkelijk geen touw meer kunnen vastknopen aan de regels. Is een 5 voldoende, of een 4? Ik hoorde vandaag zelfs een 3. Mijn onderwijshart bloedt.'
Die 3 als voldoende heette afkomstig te zijn van Dekker, als kunstgreep om het aantal zakkers in de hand te houden. Want ja, dat doet je dan, als je en je toets veilig wilt stellen en – daar is ie weer – leerlingen daar niet de dupe van wilt laten worden. Rog sneerde: 'Met deze staatssecretaris zijn wij wel in één klap af van de zesjescultuur in het onderwijs. Een 3,5 of zelfs een 2,5 als eindcijfer voor de rekentoets moet mogelijk een voldoende zijn.'
Natuurlijk is een 3 een 'dikke onvoldoende', reageerde Dekker. Maar soms heb je een vangnet nodig en stel je de norm naar beneden bij. Maar, stelde hij gerust: 'In mijn ogen is dat een hoogst theoretisch verhaal voor als het allemaal mis zou gaan. Op basis van de cijfers van vorig jaar zou een vangnetregeling met een 4 wellicht nog net nodig zijn.'

Verlost van gedrocht?
Laten we het nog eens kort recapituleren. In 2008 werden de referentieniveaus taal en rekenen vastgesteld. Volgens commissievoorzitter Meijerink zou het zeker tien jaar kosten alvorens deze zouden zijn ingedaald in het onderwijs. Daarna zou je eens kunnen gaan nadenken over toetsing. Toch besloot de Kamer in 2010 vrijwel unaniem dat er een rekentoets moest komen als middel om het rekenonderwijs te verbeteren. Ergens gedurende de rit kwam erbij dat die toets deel moest uitmaken van de zak- en slaagregeling. Door alarmerend lage scores op de toets werd daadwerkelijke invoering van de rekentoets telkens uitgesteld. Maar met ingang van dit schooljaar zou ie dan eindelijk voor het echie zijn.
Op 13 oktober 2015, met het aannemen van de motie Jadnanansing cs, is dat voor mbo, vmbo en havo echter uitgesteld tot nader orde: 'zolang deze toets een te hoge drempel voor veel jongeren vormt om een diploma te kunnen behalen'. De oppositie juichte. Zoals SP-Kamerlid Van Dijk zei: 'Leerlingen, leraren en ouders zijn verlost van dit gedrocht.' De bewindslieden gromden. Dekker: 'Ik vind het onverstandig, maar goed, wij leven in een democratie en hebben het ermee te doen.' Op 22 oktober stuurden ze een Kamerbrief waarin ze de nieuwe politieke werkelijkheid bekrachtigen: de rekentoets telt alleen in het vwo mee voor het eindexamen.

De Fyra van het onderwijs
Tussen 2010-2015 spendeerde de overheid 360 miljoen aan de rekentoets, waarvan 60 miljoen 'heel specifiek binnen de prestatiebox herleidbaar is gegaan naar rekenonderwijs'. Daarnaast ging er voor het mbo zo'n 300 miljoen naar rekenen en taal. En kostte de ontwikkeling van de toets door het College voor Toetsen en Examens 7 miljoen per jaar.
'Het hele proces rondom de rekentoets verdient niet de schoonheidsprijs en dan druk ik mij heel beschaafd uit', stelde Arie Slob (CU) tijdens het Kamerdebat. Hij voegde er fijntjes aan toe: 'Iemand noemde de rekentoets zelfs de Fyra van het onderwijs. Als dat zo is, zal er te zijner tijd een parlementaire enquête over plaatsvinden.'
Best een mooie vergelijking. De Fyra is van het toneel verdwenen. Er zou zomaar ooit eens een boek kunnen verschijnen over hoe de rekentoets verdween uit Nederland.
Kijk hier voor alle ingediende moties over de rekentoets in oktober 2015.

Tekst Bea Ros, adjunct hoofdredacteur Didactief
Gepubliceerd op 26 oktober 2015

Bronvermelding

1 Heiligt het doel de middelen?
2 Heiligt het doel de middelen?

Click here to revoke the Cookie consent