Diversiteit staat hoog op de agenda binnen veel scholen en ook maatschappelijk gezien is het een hot topic. De Onderwijsinspectie concludeert al jaren dat leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond en/of een relatief lage sociaal-economische status een minder gunstige schoolloopbaan hebben in vergelijking met hun leeftijdgenoten. Leraren die goed worden voorbereid op divers samengestelde klassen, kunnen deze kansenongelijkheid helpen verkleinen. Toch is er weinig aandacht in het kansenbeleid voor de rol van lerarenopleidingen. Twee grote reviews geven praktische handvaten aan lerarenopleidingen die hun studenten willen voorbereiden op het lesgeven in divers samengestelde klassen.
Leonie Rowan en haar collega’s publiceerden eind 2021 een review waarin ze keken hoe lerarenopleidingen het voorbereiden van leraren op het lesgeven in divers samengestelde klassen framen: hoe definieerden ze bijvoorbeeld ‘problemen’ en ‘oplossingen’? Ze analyseerden hiervoor 209 papers, verschenen tussen 2009 en 2019. Een groep onderzoekers rond Wei Liao analyseerde in een review die een paar maanden later verscheen, 58 papers over onderzoek naar lerarenopleidingen gericht op equity (gelijke kansen, red.) uit de periode 2011-2020. Rowan en Liao samen leveren interessante inzichten op over hoe we leraren zouden kunnen opleiden om goed om te gaan met diversiteit in de klas.
Bevraag de relatie
tussen diversiteit
en ongelijkheid
Een belangrijke constatering van Rowan is dat veel papers uitgaan van een soort impliciete risicohiërarchie in aspecten van diversiteit. Verreweg het meeste onderzoek richt zich op etnische of culturele diversiteit, en veel minder vaak op sociaal-economische status (SES) en gender. Terwijl we uit ander onderzoek weten dat een deel van de kansenongelijkheid tussen leerlingen niet alleen te maken heeft met kleur of migratieachtergrond, maar ook met SES. Een benadering die naar interacties tussen achtergrondkenmerken kijkt, blijft in de meeste papers achterwege.
Verhelderend is het onderscheid dat Rowan et al. maken tussen vooronderstellingen over het onderwerp diversiteit in de lerarenopleiding. Hebben we het dan over onderwijs over diversiteit (1), onderwijs in divers samengestelde klassen (2), of onderwijs om gelijke kansen te creëren (3)? Het eerste vooronderstelt dat lesgeven in divers samengestelde klassen vraagt om kennis over de groepen leerlingen waaraan lesgegeven wordt. Dit heeft dus vooral betrekking op de inhoud van het curriculum van lerarenopleidingen, waarin aandacht zou moeten worden besteed aan feiten over allerlei groepen leerlingen, hun schoolloopbanen en achtergronden.
Onderwijs in divers samengestelde klassen verwijst naar de aanname dat lerarenopleidingen vooral aandacht zouden moeten besteden aan het leren van leerlingen met diverse achtergronden, hun vaardigheden en motivatie en in relatie daartoe de manieren van lesgeven die zij nodig hebben. De blik zou zich moeten richten op de relevante pedagogisch-didactische competenties.
Tot slot omvat onderwijs met als doel gelijke kansen de eerste twee claims, maar het gaat een stap verder. Het betreft hier de lerarenopleiding als een zogenoemde transformatieve plaats, waarin kritisch nagedacht wordt over de relatie tussen diversiteit en ongelijkheid.
Met deze driedeling bieden Rowan et al. een analysekader waarmee lerarenopleiders zich vragen kunnen stellen als: hoeveel aandacht besteden we aan het bevragen van de achtergrond van leerlingen, hoeveel aan pedagogisch-didactische competenties van de leraar, en hoeveel aan het kritisch bevragen van onze eigen positie in de maatschappij?
In veel papers in Rowans review wordt dezelfde aanbeveling gedaan die betrekking heeft op de vaak problematische, naïeve en tegenstrijdige opvattingen van leraren in opleiding. Om hen voor te bereiden op het lesgeven in divers samengestelde klassen is een verschuiving in mentaliteit noodzakelijk: van denken in achterstanden en problemen naar denken in mogelijkheden en kwaliteiten. De onderzoekers stippen daarbij aan dat dit ook voor de opleiders zelf geldt.
Liao en collega’s tonen aan dat lerarenopleidingen zich op vier niveaus op equity kunnen richten. Op het programmaniveau kan het gaan om het omarmen en bevorderen van een onderliggende waarde in het hele programma (zoals sociale rechtvaardigheid), coherentie van alle programmaonderdelen en voldoende tijd, ruimte en middelen om studenten te ondersteunen.
Onderzoeken we
onze eigen positie
in de maatschappij?
Het tweede niveau betreft het curriculumniveau: studies op dit niveau rapporteren over onderzoek naar de inhoud van curricula en opdrachten, en de stages van leraren in opleiding op scholen met veel diversiteit. Het derde niveau betreft pedagogisch-didactische aanpakken: kaders voor het lesgeven, principes en didactische modellen. Liao citeert interessante papers over verschillende soorten pedagogiek (inclusief, dialogisch et cetera). Activiteiten op het gebied van leren en lesgeven plaatsen de onderzoekers op het vierde niveau. Co-teaching en modelen komen aan de orde en opvallend vaak visuele strategieën zoals verhalen, foto’s en rollenspelen.
Praktijken op elk van deze niveaus hebben effect op leraren in opleiding: op hun houding ten opzichte van diversiteit en gelijke kansen (bewustzijn, aannames, eigen positie en betrokkenheid), op hun kennis (van zichzelf, de sociaal-culturele achtergrond van leerlingen en pedagogisch-didactische strategieën) en op hun prestaties (zowel in de opleiding zelf als in het lesgeven). Studies die geen effect of tegenstrijdige effecten vonden, stuitten vaak op negatieve emoties van de leraren in opleiding (stress, ongemak of weerstand), onbedoeld bevestigen van het denken in tekorten in plaats van kansen, en de moeilijkheid om didactische modellen in de praktijk toe te passen.
Net als de review van Rowan levert deze van Liao een interessant analysekader. Lerarenopleidingen kunnen met deze bril op bepalen aan welke niveaus ze willen werken. De conclusie lijkt bovendien dat, als je echt werk wilt maken van equity, je op elk niveau actie moet ondernemen.
Crux van beide reviews is vooral dat lerarenopleidingen aandacht moeten besteden aan het veranderen van negatieve opvattingen. De besproken papers geven veel voorbeelden van hoe dit zou kunnen en laten zien dat het opleiden van leraren een schakel in de onderwijspijplijn vormt die kan bijdragen aan het verkleinen van kansenongelijkheid in het onderwijs.
Ongemak
|
Sabine Severiens is hoogleraar Onderwijswetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Bronnen:
Leonie Rowan et al., How Does Initial Teacher Education Research Frame the Challenge of Preparing Future Teachers for Student Diversity in Schools? A Systematic Review of Literature. Review of Educational Research, 2021.
Wei Liao et al., Effects of equity-oriented teacher education on preservice teachers: A systematic review. Teaching and Teacher Education, 2022.
Dit artikel verscheen in Didactief, december 2022.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven