Onderzoek

Handel met voorkennis

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 09-09-2021 Gewijzigd op 09-09-2021
Beeld Shutterstock
Op de beursvloer riskeer je er forse boetes mee, maar in de klas is het juist een must: handelen met voorkennis. Zoals onderwijspsycholoog David Ausubel schreef: ‘De meest invloedrijke factor voor leren is dat wat de lerende al weet.’ 


Hij was in 1960 met zijn artikel een van de eersten die de rol en het belang van voorkennis voor leren onder de aandacht bracht. Drie jaar later schreef hij een van de belangrijkste boeken uit de onderwijspsychologie, The Psychology of Meaningful Verbal Learning. Zijn onderzoek geeft inzicht in waarom het activeren van voorkennis zo belangrijk is.
 

Gratis download

Dit artikel is gebaseerd op het hoofdstuk ‘Voorkennis als kapstok voor nieuwe stof’ over het wetenschappelijke artikel van David Ausubel uit het boek Op de schouders van reuzen.


Ga voor de volledige tekst met praktische tips en extra bronnen naar opdeschoudersvanreuzen.nl.



Kennisschema’s

We kunnen ons alleen nieuwe kennis eigen maken als er haakjes zijn naar wat we al kennen en weten. Een kleuter die een eerstejaars college vastestoffysica bijwoont, zal er weinig van kunnen navertellen. En als je op een feestje mensen hoort praten over iemand die je helemaal niet kent, zal er ook veel langs je heen gaan.

 

Leerling heeft haakje nodig om nieuwe
kennis op te hangen


Dat komt omdat ons brein de boel graag netjes op orde heeft. Nieuwe kennis moet een plekje kunnen krijgen in bestaande kennisschema’s in ons hoofd. Maar zonder goede kapstok kunnen wij nieuwe informatie nergens aan ophangen. Rondslingerende kennis zonder ophanghaakje vergeten we snel weer.

De kennisschema’s zijn hiërarchisch geordend, van algemene naar steeds specifiekere begrippen. Nieuw te leren kennis wordt ingevoegd in deze bestaande hersenstructuren (assimilatie) en past deze tegelijkertijd ook aan (accommodatie). Een leerling die de steden van Nederland al kent en vervolgens aan de slag gaat met de landen van Europa, voegt die landen toe aan zijn kennisschema met topografische kennis (assimilatie). Daarnaast past hij dit schema aan: hij ziet nu bijvoorbeeld in dat Nederland een relatief klein land is (accommodatie). Zo is leren een continue wisselwerking tussen wat iemand al weet en nieuwe kennis.


Ankerbegrippen

Handelen met voorkennis, zo maakt Ausubel ons duidelijk, omvat in het onderwijs diverse dingen. Je moet bestaande voorkennis van leerlingen verkennen, deze activeren en hun kennisschema’s verrijken en uitbreiden met nieuwe stof.

Met het activeren van voorkennis (‘Vorige les hebben we het gehad over breuken, wie weet nog wat een breuk is?’) zet je als het ware bij je leerlingen een lamp aan: hun brein springt aan en is klaar voor de start. Maar wat nu als een leerling weinig voorkennis heeft op een bepaald kennisgebied? Ausubel adviseert dan ankerbegrippen te gebruiken: begrippen die een centrale rol spelen in een kennisgebied. Deze kun je inbrengen door zogeheten advance organizers: teksten, afbeeldingen, verhalen die je vooraf als kapstok aanbiedt. Zo bouw je samen met leerlingen een kennisschema waarin ze nieuw te leren stof gemakkelijker kunnen plaatsen, verankeren en dus beter onthouden.

Ausubel heeft laten zien dat dit inderdaad zo werkt. Hij voerde een experiment uit onder tachtig studenten van een universitaire lerarenopleiding in de Verenigde Staten. Ze moesten een tekst leren over de metaalkundige eigenschappen van koolstofstaal. Niet bepaald een onderwerp waarover ze al veel wisten. Precies wat Ausubel nodig had, want zo kon hij nagaan of het effectief was om de studenten eerst een aantal ankerbegrippen over metaalkunde aan te bieden.




Beter onthouden

Ausubel verdeelde de studenten in twee groepen. De ene helft kreeg als advance organizer een tekst met een aantal ankerbegrippen. De andere helft kreeg een inleidende tekst over de geschiedenis van de metaalkunde, dus een tekst die wel paste bij het onderwerp, maar die geen steun bood bij de te leren stof. Beide groepen kregen hun tekst twee dagen voor de les en direct voorafgaand aan de les te zien. Tijdens de les bestudeerden ze ruim een half uur de nieuwe stof over koolstofstaal en drie dagen daarna kregen ze hierover een meerkeuzetoets. De groep die ankerbegrippen had gekregen, bleek de stof beter geleerd en onthouden te hebben. Zij hadden (betere) haakjes om de nieuwe stof aan op te hangen.

Bij voorkennis is er nog iets waar je op bedacht moet zijn als leraar. Niet alles wat een leerling denkt te weten, hoeft altijd juist te zijn. Sterker, misvattingen en misconcepties kunnen het leren in de weg zitten. Leerlingen horen van de leraar het een, maar hun hoofd denkt het andere: dat komt er bij mij niet in, want dat klopt van geen kant.

Als leraar moet je dus heel goed weten wat leerlingen al kennen (of denken te kennen). Door samen met de klas over een nieuw onderwerp te praten kom je daarover al het nodige te weten. Je kunt voorkennis ook toetsen, bijvoorbeeld met een korte quiz of door met wisbordjes te werken.

 

Door misvattingen te ontkrachten versterk je de kennisschema’s



Zo bezien is lesgeven het voortdurend bespelen van de kennisschema’s van leerlingen. Door te verwijzen naar eerder opgedane kennis help je leerlingen nieuwe kennis gemakkelijker te verwerken. Dat is de reden waarom herhalen van stof belangrijk is: daarmee verstevig je de schema’s, waarna het invoegen van nieuwe informatie soepeler gaat. Door hun schema’s te corrigeren, dus misvattingen te ontkrachten, help je ze ook. En ten slotte draait onderwijs vooral om het uitbreiden en verrijken van die kennisschema’s.

Aansluiten bij de leef- en belevingswereld van leerlingen, het adagium van onze tijd, berust uiteindelijk simpelweg op het principe van Ausubel: ‘De meest invloedrijke factor voor leren is dat wat de lerende al weet.’ Niet om daarin te blijven steken, maar om dat weten te vermeerderen en zo telkens opnieuw leren en kennis aan te kunnen zwengelen. Hoe meer kennis leerlingen vergaren, hoe meer kennis ze aankunnen.
 

Ausubel, D. P. (1960). The use of advance organizers in the learning and retention of meaningful verbal material. Journal of Educational Psychology, 51, 267-272.



Deze 'Klassieker van de maand' verscheen in Didactief, september 2021.

Verder lezen

1 Klassieker van de maand
2 Rijker kennisfundament

Click here to revoke the Cookie consent