Nieuws

Engels kan geen kwaad

Tekst Luutje Niemantsverdriet
Gepubliceerd op 22-01-2013 Gewijzigd op 01-02-2018
Beeld Shutterstock
Kinderen van vier en vijf jaar kunnen Engels leren zonder dat dat ten koste gaat van het Nederlands. Zij leren die taal zelfs op een hoog niveau als zij meer dan een uur Engels per week krijgen van een leerkracht die de taal goed beheerst.

Onderzoek van de universiteiten van Utrecht en Groningen ondersteunt wat sommige basisscholen al in de praktijk zagen. Goed verzorgde Engelse les is goed voor kleuters. Engels behoort tot de categorie ‘kleine vakken’, maar is in ontwikkeling. ‘Sinds 2000 groeit het aantal basisscholen dat vroeg begint en veel aan Engels doet snel’, zegt Annette Thijs van SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. ‘Dat ligt nu al zo rond 10 procent.’

Kwaliteit

Wel kan de kwaliteit beter. Een onderzoek van SLO uit 2011 was voor de Tweede Kamer aanleiding om bij de minister aan te dringen op actie. De meeste basisscholen beginnen pas in groep 7 met Engels, gemiddeld 45 minuten per week, maar de variatie in lestijd is erg groot. Er is niet of nauwelijks sprake van differentiatie. Er is nauwelijks overdracht van leerlinggegevens naar het voortgezet onderwijs. Er worden weinig vakleerkrachten ingeschakeld en groepsleerkrachten zijn lang niet altijd voor het Engels toegerust. Veel leerkrachten hebben weinig scholing in deze taal gehad op de pabo, de animo voor na- en bijscholing op dit gebied is gering. Een treurig beeld? ‘Dat hangt ervan af hoe je ernaar kijkt’, zegt Thijs. ‘Andere vakken geven hetzelfde beeld bijvoorbeeld wat betreft overdracht van gegevens en differentieren. Taal en rekenen uitgezonderd. Als je vindt dat Engels naast taal en rekenen een kernvak moet zijn, net als in het vo, dan moet er nog wel een en ander gebeuren.’

Uit het laatste peilingsonderzoek van Cito (2006) blijkt de kwaliteit van het Engels van leerlingen wel redelijk te zijn. Thijs: ‘Maar teruggeredeneerd vanuit het vo is de vraag of kinderen wel genoeg meekrijgen om de eindtermen te kunnen halen die daar worden gesteld. Voor de onderbouw vo is een diagnostische tussentijdse toets in ontwikkeling, maar dat is nog niet doorgesijpeld naar het basisonderwijs. Daar is nog geen verplichte eindtoets en de bestaande vier kerndoelen zijn zo open en globaal omschreven dat ze weinig richting geven wat betreft niveau. De aansluiting po-vo is een punt van zorg.’

Impuls

Early Bird en het Platform vvto (vroeg vreemde talenonderwijs) onderzoeken op scholen die veel Engels geven, bijvoorbeeld vanaf groep 1 een uur in de week, welk niveau leerlingen halen, gemeten langs niveaus van het Europees Referentiekader (ERK). Thijs. ‘Maar ons onderwijssysteem is nu eenmaal zo dat scholen zelf bepalen hoeveel tijd ze waaraan besteden. Hoe je scholen dan meer in beweging krijgt voor de Engelse les? Met scholing van leerkrachten en pabo-studenten. En een preciezere formulering waar je minimaal naartoe moet werken zou ook helpen. Wij werken nu samen met experts aan een concretisering van de kerndoelen (www. leerplaninbeeld.nl). Met leerkrachten kijken we wat haalbaar en nodig is in de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs. In het vo doet Engels er toe, net als Nederlands en wiskunde. Aan basisscholen de uitdaging om daar een goede basis voor te bieden.’ Alle reden dus om de kwaliteit van de lessen Engels op zowel de basisscholen als de pabo’s te verbeteren. Het ministerie van onderwijs komt in het voorjaar met een plan van aanpak. 

Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2013.

Click here to revoke the Cookie consent