Op steeds meer scholen krijgen leerlingen vanaf de kleutergroep Engels. In 2004 was dat op 37 scholen, in 2012 op ongeveer 650. Minister Bijsterveldt vroeg de afdeling Toegepaste Taalwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek te doen naar vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto). Samen met de Universiteit Utrecht en het ‘Europees Platform internationaliseren in onderwijs’ voeren zij het project FLiPP uit, The Foreign Languages in Primary school Project.Onlangs werden de eerste resultaten van dit driejarige onderzoeksproject gepresenteerd. Aan het onderzoek deden 188 vvto-leerlingen mee die in groep 1 begonnen waren met Engels en 37 controleleerlingen die geen Engels kregen. De leerlingen kwamen van zeventien verschillende scholen. Van dat jaartje blijken de vvto-leerlingen het nodige op te steken. Ze scoren na een jaar op Engelse grammatica en woordenschat significant hoger. Hun Nederlandse woordenschat ondertussen ontwikkelt zich geheel conform hun leeftijd. Het leren van Engels gaat dus niet ten koste van het Nederlands. De bevindingen bevestigen de indrukken van vvto-leerkrachten. Voor Kees de Bot, hoogleraar Toegepaste Taalwetenschap in Groningen, waren de resultaten geen verrassing. ‘Gelukkig niet. Het onderwerp is tamelijk politiek beladen. Niet alle politieke partijen zijn voorstander van vreemdetalenonderwijs op de basisschool. We zijn dus heel tevreden dat er geen significante verschillen zijn geconstateerd in de ontwikkeling van het Nederlands tussen leerlingen die vroeg Engels kregen en zij die dat niet kregen.’ In het derde en laatste onderzoeksjaar vergelijken de onderzoekers het effect van vroeg en laat beginnen met Engels. Hoe belangrijk is het niveau van de taalvaardigheid van de leerkracht? En hoeveel uur les per week is op de basisschool nodig om kinderen goed Engels te leren? De resultaten worden eind 2012 verwacht.
Dit artikel verscheen in Didactief, mei 2012.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven