Op het moment dat u denkt dat u verdwaald bent, bent u er. Daar, verscholen tussen de boomgaarden van Rhenoy, Acquoy en Gellicum, ligt de openbare basisschool De Bloeiende Betuwe die volgens het huidige voorstel van de Onderwijsraad met zijn 91 leerlingen er negen stuks tekort komt om zelfstandig te mogen voortbestaan.
Bestemming: OBS De Bloeiende Betuwe in Rhenoy (91 leerlingen)
Reisleider: Frank Koelen (29), directeur, leerkracht, bouwvakker, verbinder, doener
Reisbeschrijving: Met zijn nuchtere bevlogenheid zal Frank Koelen u laten zien dat een kleine school (te klein volgens de Onderwijsraad) tot groots onderwijs in staat is. Zijn geheim: een mix van appelbloesemgeur, zuiver Lingewater, een vleugje ongeduld en heel veel betrokkenheid.
Directeur Frank Koelen zit nog in het staartje van zijn les aan groep 7 en 8. Vandaag hebben zijn leerlingen het zwerfvuil van de omliggende dorpen opgeruimd. Hij moet eerlijk zeggen: er lag niet al te veel rommel. Keurig volk die Betuwnaars. Als blijk van dank hebben de leerlingen toch een handdoek en een appel gekregen, gesponsord door de Fruit Masters. Wie anders?
Frank Koelen is nog geen dertig jaar oud maar heeft een cv dat lastig op een A4 past. Dat komt, zegt hij zelf, omdat hij alles snel en in verkort tempo doet. Hij is een aanpakker. En zo kwam het dat hij al op zijn 19e voor de leeuwen werd geworpen als vers afgestudeerde politieagent in de stad Den Haag. Mensen helpen en als mediator optreden bij problemen, dat was wat hij wilde. ‘Maar in dat eerste jaar heb ik meer ellende gezien dan je in twee mensenlevens kunt verwerken’, zegt hij op nuchtere toon. Dan volgt een indrukwekkende opsomming van lijkvondsten, fatale verkeersongelukken en vechtpartijen waarover hij verder niet in detail wil treden. Het werd na dat intensieve jaar tijd om die andere droom in te koppen: meester worden! Hij kwam toch niet voor niets uit een onderwijsnest van een docent Engels en een docente Frans/Engels? Overdag werkte hij als bedrijfsleider bij C1000, ’s avonds deed hij de verkorte Pabo. De liefde bracht hem naar de Betuwe en nu mag hij zich al anderhalf jaar directeur noemen.
De Bloeiende Betuwe mag dan klein zijn, de ambities van Koelen - keurig in pak vandaag - zijn groot. Op de deur van zijn kamer hangt een roadmap naar de titel “excellente school”. ‘Ik zie deze school als mijn eigen kleine non-profit onderneming’, zegt Koelen met een knipoog. ‘Het gaat niet om omvang, het gaat om kwaliteit.’ Het advies van de Onderwijsraad noemt hij dan ook een ‘destructief en krankzinnig idee’. ‘Het is een puur financieel gedreven plan gebaseerd op een willekeurige norm van 100 leerlingen.’ De Bloeiende Betuwe maakt deel uit van Stichting Fluvium. Van de 15 scholen die er onder vallen, zouden 10 scholen moeten verdwijnen als de Onderwijsraad zijn zin krijgt. Koelen: ‘“Efficiënt” en “betaalbaar” zijn de woorden die dan vallen. Dan zeg ik: twintig Connexxionbusjes die straks de kinderen van Acquoy tot Ophemert moeten halen en brengen, is dat soms efficiënt en betaalbaar? Een school moet gewoon dichtbij zijn. Punt.’
In de docentenkamer zitten een paar mannen in overall koffie te drinken. ‘De kracht van onze school’, zegt Koelen als we een rondje door de school maken, ‘is dat we deel uitmaken van de sociale structuur van Rhenoy en omstreken. We zijn het centrum van de dorpskern, een bindende plek. Je gooit één dominosteentje om en het destructieproces is niet meer te stoppen.’ Juist daarom investeert De Bloeiende Betuwe in locale contacten. Er loopt een stageproject met de opleiding mbo-groen voor de schoolmoestuin en samen met Kunstfort Asperen doen ze met de hele school een project rond cultureel erfgoed en kunst. In een cultuurarme omgeving moet je slim zijn, zegt Koelen. Daarom heeft de school een speciale band opgebouwd met muziekvereniging Voorwaarts uit Rumpt. ‘Het orkest geeft hier kennismakingslessen en naschoolse workshops. Leerlingen mogen uiteindelijk optreden met een compleet orkest.’ Trots toont hij het kunstwerk dat de cover is geworden van het fotoboek rond het cultuurproject. ‘Je ziet nu dat leerlingen lid worden van Voorwaarts en zo snijdt het mes aan twee kanten.’
In het lokaal van juf Marije (groep 1 en 2) toont zich een andere ambitie van de school. In alle groepen van De Bloeiende Betuwe wordt sinds kort Engelse les gegeven en Marije heeft na een inspirerende studiereis naar Canterbury een complete Engelse hoek ingericht. Als ze haar Union Flag als shawl draagt wordt er alleen maar Engels gesproken in de klas. Het prentenboek Wij gaan op berenjacht heet in Rhenoy dus The Bear hunt en als je heel erg verschrikkelijk moet plassen dan leer je ‘ken ai go toedeloe’ vrij snel uit je hoofd, verzekert ze.
Het ruikt inmiddels overal naar de gevulde taco’s en guacamole van de naschoolse kookles. De creatieve naschoolse opvang is een van de redenen waarom ouders kiezen voor juist deze school. ‘Maar de belangrijkste reden is wel de zorgstructuur die we hier met zijn allen hebben ingericht’, zegt Frank Koelen trots. We lopen even binnen bij intern begeleider juf Annie die al veertig jaar op deze school werkt. ‘Het kroost van mijn vroegere leerlingen heb ik nu in de klas zitten’, lacht ze. ‘Ik ken de families en hun verhalen, ik ben het levende geheugen van de school.’ Het kleine team dat ze didactisch begeleidt, kent overigens ook alle 91 leerlingen bij naam. Ouders hechten daaraan, weet Koelen.
En in de Betuwe houden ze ook van ondernemende doeners. Met de tamelijk ongeduldige Westlander Koelen hebben ze een lot uit de loterij. Kan het niet zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan, is zijn motto. Geen geld voor een opknapbeurt van de IB-kamer van Annie? Dan legt hij dat plafonnetje er toch zelf in! Ook werd er al acht jaar gesteggeld over een paar extra lantaarnpalen voor de deur. ‘In de duisternis kon je nauwelijks het slot van je autodeur vinden’, zegt Koelen. ‘Het was bovendien onveilig.’ De gemeente verwees naar de provincie, de provincie verwees naar de gemeente en vervolgens haalde iedereen zijn schouders op. Koelen ging persoonlijk naar de gemeenteraadsvergadering en vroeg: ‘Heeft u nog ergens gebruikte lantaarnpalen liggen? We graven zelf de geulen wel.’ Het kostte hem een herfstvakantie maar ze staan er [6]. Aangesloten op het eigen lichtnet, dat dan weer wel.
Dit artikel verscheen in Didactief, mei 2013.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven