‘Elke ochtend ben ik om half zeven in mijn lokaal. Ik zet een muziekje aan, bereid materialen voor en kijk even naar de machines. ’s Ochtends heb je daar de rust voor, daar geniet ik van.’ Wim van de Merwe (59) geeft metaaltechniek aan vmbo-leerlingen van CSG Reggesteyn in Rijssen. Na de ambachtsschool ging hij aan de slag als constructiebankwerker en lasser, maar al gauw ontdekte hij dat zijn passie bij het lesgeven lag. Hij werd praktijkdocent. Acht jaar lang bezocht Van de Merwe de avondschool om zijn aktes te halen, drie avonden per week. Nu geeft hij alweer dertig jaar les en nog altijd met plezier. ‘Bij iedere leerling eruit halen wat erin zit, dat geeft me zo veel voldoening. Vaak kunnen ze veel meer dan je denkt. Je moet je leerlingen uitdagen. Laatst zei ik tegen een klas: ga maar met z’n allen een Eiffeltoren maken. Zoiets vinden die jongens fantastisch. Zeven weken zijn ze ermee bezig geweest. Ze hebben op internet de exacte maten en constructie opgezocht, materialen voorbereid, het ding in elkaar gezet. Ze hebben er zelfs een YouTubefilmpje van gemaakt. Die Eiffeltoren staat nu in de hal van de school.’
Jongeren motiveren door ze uit te dagen, daar gelooft Van de Merwe heilig in. Al jaren stimuleert hij zijn leerlingen om deel te nemen aan landelijke laswedstrijden. Op een lijst in zijn praktijklokaal prijken leerlingen die in de prijzen zijn gevallen en daar zitten opvallend veel eerste plaatsen bij. ‘Als ik bij iemand denk: dit wordt een toppertje, dan geef ik hem extra les voor het kampioenschap. Buiten schooltijd. Wil een leerling er tijd in steken, dan doe ik dat ook. Sommige jongens zijn zo gemotiveerd dat ze hier graag in hun vrije tijd komen. Wedstrijden zijn voor hen een enorme stimulans.’
Veel scholen sluiten tegenwoordig hun metaalafdelingen, omdat er te weinig leerlingen zijn. Verontrustend, vindt Van de Merwe. ‘Goede metaaltechnici hebben we hard nodig. Je moet ouders en leerlingen duidelijk voorlichten over wat je allemaal met een beroepsopleiding kunt doen, hoe je daarna kunt doorgroeien. Veel ouders weten dat niet en willen geen praktijkopleiding voor hun kind. Doodzonde. Leerlingen zouden trots moeten zijn op een vmbo-diploma. Als ze maar plezier hebben in wat ze doen, dan komen ze er echt wel. En er zijn topbanen in de metaalsector.’ Dat die banen er zijn, bewijst Van de Merwe zelf. Voor veel van zijn leerlingen regelt hij bijbanen bij metaalbedrijven in de omgeving.
‘Het is een ideale combinatie: die jongens verdienen geld en leren veel bij, het bedrijf heeft een gemotiveerde leerling. In veel gevallen blijven ze er ook na hun opleiding werken.’ Maar de samenwerking tussen Van de Merwe en het bedrijfsleven gaat nog verder. ‘De meeste machines in mijn praktijklokaal zijn gesponsord door bedrijven uit de regio. En als ik ’s morgens vroeg bij ze langs ga, geven ze me vaak materialen mee waar de jongens op kunnen oefenen. Iedereen kent me bij die bedrijven, de meeste van die mannen heb ik zelf lesgegeven.’
Al dat netwerken, die wedstrijden en extra lessen, daar gaat veel tijd in zitten. Maar Van de Merwe fietst nog iedere ochtend fluitend naar school. ‘Mensen zeggen wel eens: Wim, doe het wat rustiger aan, neem eens een dagje vrij. Maar dat vind ik niks. Ik wil niet achteroverleunen, ik wil iets positiefs bijdragen. Leerlingen een duwtje geven. Dat is mijn taak als docent.’
Dit artikel verscheen in de rubriek 'Vakidioot' in Didactief, december 2011.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven