Nieuws

Dekker negeert de Kamer

Tekst Maartje Spoelstra
Gepubliceerd op 05-02-2014 Gewijzigd op 22-10-2016
Sander Dekker had hoge ambities met zijn begroting. De gemiddelde Cito-score in Nederland moest snel 2 punten hoger. De Kamer floot hem terug. Hij lijkt die wens nu te negeren.

Maar Dekker trekt zich daar niks van aan, zegt Kamerlid Jasper van Dijk. Hij trekt aan de bel.
Minister Bussemaker heeft onlangs een reactie op de begrotingsbehandeling aan de Tweede Kamer gestuurd. Wie schetst de verbazing van Kamerlid Jasper van Dijk (SP): in de brief geen woord over de gemiddelde Cito-score, terwijl het streven het gemiddelde omhoog te brengen nog wel in de begroting staat.

In de onderwijsbegroting van 2014 stelt staatssecretaris Dekker dat de gemiddelde Cito-score van 535,5 in 2015 naar 537 moet. 'Nederland scoort vaak boven het internationaal gemiddelde, maar kan door een versterking van de kwaliteit nog een stap verder zetten richting de internationale top 5', aldus de bewindsman op de site van OCW. Kamerleden vinden die doelstelling onhaalbaar, en ook Cito zelf stelt dat een gemiddelde score van 537 onhaalbaar is. Al zo'n tien jaar schommelt de gemiddelde Cito score rond de 535.

Dit jaar was de gemiddelde score 535,1. Het jaar daarvoor 535,5. Momenteel krijgt ongeveer 60% van de Nederlandse scholieren op vmbo-niveau les, op basis van een Cito-score tussen de 501 en ongeveer 533/535. Dekker wil dus het gemiddelde naar havo/niveau tillen, volgens Kamer en Cito een onmogelijke opdracht.

Op 31 oktober ging de Kamer akkoord met een motie om deze doelstelling te schrappen. De motie kwam van de Kamerleden Klaver, Rog, Van Dijk, Voordewind en Bisschop. Het lijkt nu alsof de staatssecretaris de wens van de Kamer naast zich neer legt. In de motie werd destijds om twee dingen gevraagd: het schrappen van de hogere meetlat en nuttige criteria om samen de kwaliteit van het onderwijs te meten. Bussemaker biedt nu wel een 'meer uitgebreide set van indicatoren' aan, maar spreekt niet over het schrappen van het streven naar een hogere gemiddelde Cito score. Van Dijk is hier niet blij mee. 'De toetsmanie van Dekker moet een keer ophouden. Wij komen hier beslist op terug.'

Van Dijk, die vroeger zelf ooit docent maatschappijleer was, is niet enthousiast over de manier waarop er de laatste tijd over onderwijs gesproken wordt. De Cito-doelstelling van Dekker komt volgens hem voort uit 'de obsessie met excellentie, met toetsgekte en uit een wantrouwen tegenover het onderwijs en leraren. Scholen worden constant opgejut, het is heel duidelijk dat men zelf niet uit het onderwijs komt. Er wordt over het hoofd gezien dat leraren op dit moment al keihard werken en dat de werkdruk enorm hoog is.'

De bedoeling van de Cito-toets wordt in de ogen van Van Dijk verkeerd opgevat. 'Dekker heeft de zaak omgedraaid: kinderen moeten zich nu aanpassen aan het niveau van de Cito-toets, terwijl de test juist beoogt om het niveau van de kinderen vast te stellen' De Cito-toets is niet bedoeld om kinderen naar een bepaald niveau te dwingen. 'Zowel docenten als leerlingen worden in een keurslijf geperst.'

Click here to revoke the Cookie consent