Interview

De favoriete leraar van Esther-Mirjam Sent

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 22-01-2013 Gewijzigd op 24-12-2020
Beeld Martijn van de Griendt
Hoogleraar Economie en Eerste-Kamerlid Esther-Mirjam Sent zat van 1979- 1985 op het Rhedens Lyceum in Rozendaal. Door de lessen van Herman van den Berg, van 1974-1986 leraar op deze school, liep ze warm voor economie.

In haar oratie in 2005 als hoogleraar Economie aan de Radboud Universiteit dankt Esther-Mirjam Sent haar voormalige leraar economie Herman van den Berg: zijn lessen inspireerden haar om economie te gaan studeren. ‘Ik wist meteen: dit gaat ergens over. Het waren geweldig leuke en inspirerende lessen.’
HB: ‘Ik wilde lessen recht voor de raap geven. Zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid. Dat lesboek van Heertje was zo vaag!’
ES: ‘We hingen aan zijn lippen. Dan stond hij voor de klas met zijn handen in zijn bandplooibroek te rammelen met geld en wist je: daar komt weer een mooi verhaal.’ HB: ‘Mijn motto was: verplaats je in de gezichten die je vol onbegrip aanstaren. Ik liep door de klas heen en nam een zak met geld mee. Hier, zei ik, dit kun je uitgeven, maar als het op is, wat dan? Dan riep er altijd wel iemand: maar we sparen ook, hoor. Zo behandelde ik rente en beleggen en al vertellend kwam je dan bij de formules uit. Ik nam ook altijd veel krantenknipsels mee.’
ES: ‘Dat heb ik overgenomen. In mijn colleges gebruik ik ook veel krantenberichten.’


HB: ‘Ik ben eigenlijk geen leraar, ik kwam uit het bedrijfsleven. Ik werkte bij de AMRO-bank en heb ook een tijd in de effectenhandel gewerkt.’
ES: ‘Die verhalen over de AMRO kan ik me nog goed herinneren.’
HB: ‘Toen ik op zoek was naar ander werk, dacht ik: misschien is lesgeven iets voor mij. Verhalen vertellen ligt me wel. Iemand wees me op deze vacature en ik belde meteen de rector. "Dat is geen usance, om zo te solliciteren", zei deze. Maar ik werd mooi wel aangenomen.’
ES: ‘U was iemand die met de voeten in de klei had gestaan en wist waar hij het over had. Dat sprak me aan.’ HB: ‘Ik had ooit gelezen dat de aandachtscurve van leerlingen hooguit dertig minuten is. Na zo’n twintig minuten keek ik op mijn horloge en dacht ik: Herman, kalm aan. Dan ging ik herhalen. Mijn collega zei juist: ik moet vijftig minuten lesgeven, anders kom ik niet door de stof heen.’
ES: ‘Leerlingen uit de parallelklas waren jaloers dat ze geen les van u hadden.’
HB: ‘Ik probeerde wel mijn bevoegdheid te halen, maar ik liep altijd achter de feiten aan. Dan waren mijn tentamens weer eens verlopen, doordat ik liever tijd aan school besteedde dan aan zelf leren. Toen mijn huwelijk op de klippen liep, had ik er bovendien de energie niet meer voor. Ik dacht dat het wel los zou lopen. De inspecteur zei: jij bent de beste leraar die ik ken, je hoeft echt niet weg. Maar ik was ook eigenwijs en dat viel in school niet altijd goed. Uiteindelijk vonden ze iemand die wel bevoegd was en vloog ik eruit.’
ES: ‘Onbegrijpelijk! In mijn praatje bij de opening van de nieuwbouw van deze school heb ik u nog genoemd. Ik zei: als iemand die zo goed kan lesgeven als meneer Van den Berg weggestuurd wordt, deugt er iets niet aan de regels.’ HB knikt: ‘In het onderwijs lijken diploma’s meer te tellen dan hoe je werkt. Eenmaal met een diploma word je alleen nog ontslagen als je je aan leerlingen vergrijpt. Maar als je verder je dagen uit zit, blijf je je leven lang leraar. Dat heeft me altijd tegen de borst gestuit. Ik had wel kunnen protesteren, maar ik vond het ook wel welletjes. Ik was op het laatst meer politieagent dan leraar.’

HB: ‘Ik heb weinig specifieke herinneringen aan Esther-Mirjam. Ze was niet baldadig en werkte hard.’
ES: ‘Ik had wel een wilde periode hoor! Ik ben nog een tijdje punk geweest. Een lerares vroeg me of ik er wel zo bij mocht lopen van mijn moeder. Tja, dit was een nette school, waar iedereen truitjes van La Coste droeg.’
HB: ‘Het was hier inderdaad allemaal sjiek de friemel.’
HB: ‘Ik volg Esther-Mirjam niet op Facebook en Twitter, maar lees wel haar artikelen in de NRC. Toch mooi mijn oud-leerling, denk ik dan. En ik ben natuurlijk reuzetrots dat ze me in haar oratie noemde.’
ES: ‘Ik wilde graag de politiek in en na de lessen van meneer Van den Berg leek een studie economie me daarvoor een goede voorbereiding. Dat viel erg tegen. Op de universiteit ging het alleen maar over matrixen en wiskundige formules. Ik dacht: daar kan ik in de politiek niet mee aankomen, dan sta ik voor aap. Ik snapte ook niet waar economen de arrogantie vandaan haalden om te denken dat ze consumentengedrag in een wiskundige formule kunnen vatten. Ik ben me gaan specialiseren in de filosofie en psychologie van economie.’ HB: ‘Dat vond ik ook interessant: hoe gedragen mensen zich in bepaalde omstandigheden?
ES: ‘Misschien was u uw tijd ver vooruit. Economie met een vleugje gedragspsychologie, dat begint nu pas hip te worden.’ HB: ‘Ik kwam eens een oud-leerling tegen die me vertelde: “Weet u dat ik veel geld aan u heb verdiend?” Hij had al zijn aantekeningen van mijn lessen gebundeld en uitgegeven...’ 

Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2013.

Click here to revoke the Cookie consent