Interview

Contexten in de biologieles

Tekst Paul van der Bijl
Gepubliceerd op 17-06-2009 Gewijzigd op 14-11-2016
Beeld EVELYNE JACQ
Biologiedocent Michiel Dam onderzoekt hoe collega’s staan tegenover het concept-contextonderwijs. ‘Je moet uitkijken dat je je tijdens het lesgeven niet te veel laat beïnvloeden door je onderzoek.’

De eerstegraads lerarenopleiding die Michiel Dam na zijn studie biologie volgde, bracht hem tot de overtuiging dat niet alleen biologie maar ook onderwijs een prachtig vakgebied is. Een baan als biologiedocent was dan ook een logische vervolgstap. Vier jaar stond hij voor de klas, eerst in Overveen en daarna in Alphen aan den Rijn. En toen kreeg hij bericht van een van zijn docenten aan de lerarenopleiding: er kwam een interessante promotieplek beschikbaar bij het ICLON te Leiden. Of dat niet wat voor hem zou zijn? En dat was het.

Dam werkt sinds vorig jaar drie dagen per week aan zijn onderzoek en geeft daarnaast twee ochtenden per week les aan het Scala College in Alphen. Voor de verdieping die hij tijdens de lerarenopleiding soms miste, is nu alle ruimte. En hij doet nog steeds wat hij graag doet: lesgeven. ‘Tijdens mijn studie biologie dacht ik al na over de vraag of het onderwijs of onderzoek moest worden. Ik wil graag met mensen bezig zijn, iets overdragen. Maar ik was ook geïnteresseerd in basale vragen als: hoe leren leerlingen, wanneer valt het kwartje?’ 

De 28-jarige bioloog doet onderzoek naar de vraag welke opvattingen biologiedocenten hebben over het zogenoemde concept-contextonderwijs. Deze benadering, voorgesteld door de Commissie Vernieuwing Biologie Onderwijs (CVBO), gaat ervan uit dat leerlingen biologische concepten aanleren aan de hand van hun eigen leefwereld, beroepen en wetenschappelijke vraagstukken. ‘Het kan bijvoorbeeld gaan om een vraag van een palingkweker of van een viroloog’, aldus Dam. ‘Het plaatst leerlingen in een context, en ze moeten zelf de kennis vergaren.’ 

Dam onderzoekt ook hoe op de opvattingen van docenten kan worden voortgebouwd, zodat ze gemotiveerd zijn om lessen te ontwerpen die in lijn zijn met die concept-contextbenadering. De uitkomsten zijn uiteraard van belang om het op nieuwe leest geschoeide biologieonderwijs succesvol te laten zijn. Hij is nu vooral bezig met literatuuronderzoek, de komende jaren houdt Dam enquêtes en interviews om zijn onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. 

Sinds hij met zijn onderzoek is begonnen, probeert hij in zijn lessen wel eens wat uit via concept-contextbenadering. ‘Maar je moet uitkijken dat je je tijdens het lesgeven niet te veel laat beïnvloeden door je onderzoek. Het is net als met autorijden: als je er te veel over gaat nadenken, rij je opeens een stuk slechter. Soms sta ik wel eens les te geven en dan denk ik: wat ben ik hier aan het doen? Wat leren die kinderen hiervan? Dat is verwarrend.’ 

De combinatie onderzoek en onderwijs betekent schipperen, zegt Dam. ‘Onderzoek vergt veel tijd, en een les voorbereiden ook. Dat botst wel eens. Dan moet ik een paper afleveren en de volgende dag lesgeven. Ook is het contact met collega’s en TOA’s lastiger.’ Dam raadt het dan ook zeker niet iedereen aan, de combinatie onderzoek en onderwijs. ‘Ik zie dat veel docenten nu al moeite hebben het hoofd boven water te houden. En onderzoek is behoorlijk individualistisch, daar moet je tegen kunnen.’ Wat hem ook is opgevallen: de onderzoekswereld is vrij hard. ‘Daar ben ik wel tegenaan gelopen. Als je als onderzoeker wat inlevert of je houdt een presentatie, dan krijg je alleen te horen wat er niet goed is. Terwijl ik op school gewend ben om leerlingen positief te benaderen, ze te motiveren.’ En wat als zijn promotieonderzoek achter de rug is? Wordt het de wereld van onderzoek of die van het onderwijs? Dam: ‘Ik heb nog geen vastomlijnd idee welke kant ik op wil. Maar ik wil me hoe dan ook blijven ontwikkelen.’ 

Click here to revoke the Cookie consent