De afgelopen twee jaar hebben we niet veel gemerkt van de betrokkenheid van Tweede Kamerleden bij de voorgenomen curriculumontwikkeling (een overzicht van de tot nu toe ingediende moties staat hier ). Maar binnenkort moeten er knopen doorgehakt worden, dus deze winter lijken ze een inhaalslag te maken. Afgelopen woensdag ontving de vaste Kamercommissie Onderwijs de Onderwijsraad (waarover we vrijdag al publiceerden) en organiseerde ze een rondetafel-debat met onder andere Paul Kirschner, Harrie Eijkelhof en Ad Verbrugge en Wim van de Hulst; 20 en 27 januari volgen nieuwe hoorzittingen, 5 maart is er breed Kameroverleg.
Het rondetafeldebat van 15 januari was een experiment, liet voorzitter Ockje Tellegen weten: experts die elkaar proberen te overtuigen ten overstaan van luisterende Kamerleden. Tot vuurwerk leidde het helaas niet. Lag het aan het uitnodigingsbeleid van de Tweede Kamer? Er zaten golden oldies aan de ene kant – zoals Paul Kirschner, (sinds kort emeritus) hoogleraar aan de Open Universiteit die bij een eerdere hoorzitting over onderwijs2032 in de TK flink uithaalde, maar nu relatief rustig bleef. Een ‘twitterheld’ zonder duidelijke status als Wim van de Hulst, leraar wiskunde, aan de andere kant. Maar waar waren de vertegenwoordigers van het vervolgonderwijs (hbo/wo, denk aan Pieter Duisenberg, voorzitter van de VSNU, of Geert ten Dam, voorzitter van het College van Bestuur van de UvA) en bedrijfsleven, waar waren de pedagogisch experts (zoals Biesta die verhinderd was en zijn input daarom schriftelijk inleverde), waar waren curriculumexperts als een Jan van den Akker of Wilmad Kuiper? Ook voor de hoorzittingen van 20 en 27 januari aanstaande staan zij niet op de rol. Tuurlijk, de teacher is in the lead in dit proces, dat was de afspraak, maar wat meer controle van een groter aantal deskundigen op inhoud en proces van Curriculum.nu (gebeuren de goede dingen op de goede manier?) kan geen kwaad, toch?
Ad Verbrugge (docent filosofie aan de Universiteit Leiden en voorzitter Beter Onderwijs Nederland) mocht de aftrap geven voor het debat en deed dat met verve. Zijn voornaamste kritiekpunt: voor een curriculum van kwaliteit moet je als ontwikkelaars van boven naar beneden (wo naar po) redeneren (backcasting) in plaats van andersom èn focussen op inhoud. Curriculum.nu is wat hem betreft te reflexief bezig (‘na het inslijten van kennis en goede gewoonten kun je pas reflexief bezig zijn’), te weinig wetenschappelijk onderbouwd en denkt teveel in leergebieden in plaats van vakinhoud. Om te laten zien hoe het niet moet, haalde hij zijn studenten aan die geen behoorlijk stuk Duits zouden kunnen lezen. Dat er kortom aan het huidige curriculum iets moet gebeuren, achtte hij aangetoond. Maar of dit het juiste moment is om een onderwijsvernieuwing door te voeren die bovendien onvoldoende getoetst is (of naar het zich laat aanzien, uitgeprobeerd wordt) in de praktijk, betwijfelt hij. Belangrijkste knelpunt: natuurlijk het lerarentekort.
Het verweer van ontwikkelaar/leraar wiskunde Marco ten Hoffe tegen Verbrugges klacht over falende studenten – ‘Duits is geen verplicht vak’ - sneed weinig hout. Zoals Verbrugge terecht opmerkte: ‘Als ze tot en met 3 vwo Duits hebben gedaan en ze kunnen vervolgens niks, hoef je geen Duits te doen op wat nog steeds voorbereidend wetenschappelijk onderwijs heet.’
De voorzitter van de Coördinatiegroep Curriculum.nu, Theo Douma, die de afgelopen maanden eigenlijk weinig inhoudelijk reageerde (‘Onze opdracht is beperkt’) ging nu wel in op de kritiek van Verbrugge. De vraag is of je het hoogste onderwijsniveau als uitgangspunt moet nemen voor het bijvoorbeeld kleuteronderwijs, vroeg hij zich af. Beter is het rekening te houden met de ontwikkelingsfasen waarin kinderen zitten. Backcasting, aldus Douma, wordt bovendien lastiger naarmate het punt waarnaartoe je moet redeneren verder weg ligt. Met andere woorden, het is overwogen ‘maar we hebben nadrukkelijk voor een andere methodiek gekozen.’ Waarna hij zijn argumenten nog een uitsmijter meegaf, waarmee je in Nederland gewoonlijk de handen op elkaar krijgt, namelijk dat nog vroegere selectie in het onderwijs zeer ongewenst is.
En inderdaad, dat wil niemand. Maar voor de onnozele toehoorder leek het toch alsof beide heren niet hetzelfde verstaan onder backcasting. En dat bleek ook uit het weerwoord van Verbrugge. Natuurlijk moet je rekening houden met de leeftijd en ontwikkeling van kinderen in je pedagogisch-didactische aanpak, maar het kan wel helpen je tussendoelen door zuiver terugredeneren te verhelderen.
Verbrugge vond Nellianne van Schaik tegenover zich, leraar Nederlands bovenbouw VO. Ze was betrokken bij de ontwikkelgroep Nederlands, een van de weinige vakgebieden binnen Curriculum.nu waar de beroepsgroep over het algemeen tevreden is over de voorstellen die nu zijn gedaan. Een inkoppertje dus om na het verhaal van Verbrugge gelijk te spelen. Nederlands had geen gebruik van backcasting gemaakt en was toch succesvol geweest … Terugredeneren, zei Van Schaik, was voor ons geen optie. De huidige eindtermen zijn namelijk niet afdoende voor het vervolgonderwijs, academische schrijven bijvoorbeeld ontbreekt er.
Voor Nederlands moge dat zo zijn, het verweer van Van Schaik deed niet veel af aan de meer principiële kritiek van Verbrugge aangaande backcasting. Reden dat Paul Kirschner zich in de discussie mengde. Backcasting betekent niet per se terugredeneren van wo naar groep 1, maar per schoolsoort als het ware, aldus Kirschner, dus wat wil je aan het eind van de basisschool bereiken en wat betekent dat voor de opbouw van je curriculum in de voorgaande groepen? Hij verwees daarbij naar het 4C/ID-model dat hij samen met Jeroen van Merrienboer ontwikkelde voor het ontwerpen van leermateriaal . Heel bruikbaar ook voor curriculumontwikkeling, suggereerde hij.
Even leek zich een discussie te ontspinnen. Met de hem kenmerkende felheid verweet Kirschner de ontwikkelgroepen onvoldoende wetenschappelijke fundering in hun producten. Hij werd geërgerd terecht gewezen door Harrie Eijkelhof, emeritus hoogleraar didactiek van de natuurkunde aan de Universiteit Utrecht en ervaren curriculumontwikkelaar. Beetje doorzoeken, zei deze au fond, dan wordt er wel degelijk naar wetenschappelijke bronnen verwezen, in ieder geval voor het leergebied mens en natuur. Waarna het debat weer verzandde in heen en weer praten over wat er nu wel of niet geleerd moet worden en hoe: interdisciplinair of niet, breed of smal.
Maar Kirschner liet zich niet uit het veld slaan en kwam even later terug op zijn punt, en meer. Waar zijn we nu mee bezig, mensen, zei hij eigenlijk: ‘Ik mis een probleemanalyse, en iedere curriculumdeskundige, bijvoorbeeld Jan van den Akker (oud-directeur SLO, red.), zegt: “Je begint altijd met een probleemanalyse!” Waar willen we zijn en hoe komen we daar?!’ Er is bovendien geen bewijs dat de voorstellen die nu gedaan zijn, werken. Kirschner noemde specifiek ACARA als inspirator van Curriculum.nu – de Australian Curriculum Assessment and Reporting Authority – en verwees deze ook direct naar de coulissen in plaats van centre stage: ‘Er is geen empirisch bewijs dat het werkt’, ‘de wetenschappelijke component van het Australische curriculum is ontzettend zwak’.
Zijn uitsmijter moest toen nog komen: ‘Curriculum.nu streeft naar brede vaardigheden maar die bestaan niet. Je kunt geen schaakprobleem oplossen zonder te kunnen schaken.’ Je kunt procedures leren, maar dat zijn slechts stappen en die kun je niet zetten zonder kennis. ‘Kennis en vaardigheden zijn niet gelijkwaardig – het een is voorwaardelijk voor het ander. Zonder inhoud kun je niks.’
Er ontrolde zich een vreemd gesprek over verantwoordelijkheden en inhoud. Douma benadrukte zoals hij het eigenlijk iedere keer doet als hij Curriculum.nu uitlegt: wij hebben onze opdrachten van de politiek gekregen, ‘de leraar is aan zet’. Op de kenniskwestie ging hij inhoudelijk niet in. Hij lijkt zich niet te realiseren dat hij als voorzitter van de Coördinatiegroep toch moeilijk zijn handen in onschuld kan wassen. Hij is in de beeldvorming nu eenmaal wel degelijk verantwoordelijk, voor inhoud en proces.
Jan van Tartwijk (foto Evelyne Jacq) , lid van de wetenschappelijke adviesgroep van Curriculum.nu en hoogleraar Educatie aan de Universiteit Utrecht, was realistischer. Hij bewoog een beetje mee met Kirschner en speelde met de schaakvergelijking: je kunt kinderen wel de principes van het bordspel leren. Als ze wiskundeproblemen leren oplossen, helpt dat ze waarschijnlijk in de bètavakken. Kirschner betwistte dit: ‘Als je de principes van schaak als bordspel kent, heb je er geen sikkepit aan als het gaat om dammen, GO of backgammon, laat staan Monopoly: allemaal bordspelen!’
Van Tartwijk concludeert óók uiteindelijk mét Kirschner: ‘Kennis en vaardigheden zijn niet hetzelfde, daar heeft u gelijk in.’ Waarop Douma toch nog maar even benadrukte dat de 143 leraren uit de ontwikkelgroepen hem dat zullen nazeggen. Wat de discussie een vreemde dimensie geeft, want in de voorstellen van de ontwikkelgroep staat dat er niet, zoals Kirschner terecht opmerkt.
Je vraagt je af wie uiteindelijk verantwoordelijk voor de teksten is die bij de Tweede Kamer zijn ingeleverd? En in hoeverre de wetenschappelijke adviesgroep waarvan Van Tartwijk lid is, alles in het snotje heeft. Het lijkt zelfs even in zijn woordkeuze of Van Tartwijk de voorstellen niet volledig gelezen heeft als hij over de kennis/vaardigheden zegt: ‘Het is een risico inderdaad als het zo in de voorstellen staat’ (cursivering redactie).
De rest van het rondetafeldebat pietert uit. Wim van de Hulst, die onlangs een blog over Curriculum.nu publiceerde, pleitte voor meer nuance in het debat en suggereerde toch een Permanente Commissie voor curriculumherziening in te stellen (zoals voorgesteld door de Onderwijsraad, https://didactiefonline.nl/artikel/curriculumnu-zwijgen-onderwijsraad-is-geen-toestemming). Van Tartwijk bleef positief: goed dat de teacher in the lead is, maar we moeten er nu gewoon goed onderzoek op zetten.
Als laatste spreker kwam Eijkelhof in het geweer die nog een keer de zorgen van Kirschner onderschreef dat vaardigheden zo centraal staan. Ook hij is kritisch op het geheel en op heel veel details: er moet een meer solide basis voor de kerndoelen komen, het is onduidelijk wat er vakinhoudelijk onder samenhang wordt verstaan in de voorstellen. Voorlopig constateert Eijkelhof vooral overladenheid in de huidige plannen: er moet geprioriteerd worden, zegt hij, want nu gaat het over ‘de verbinding van alles met alles’. ‘Dit is een verzameling ideeën en dat vereist een nieuwe stap.’ En die is risicovol, zoveel is duidelijk uit zijn verhaal. Want hoe specifiek of hoe vaag gaan die kerndoelen omschreven worden en hoeveel worden het er überhaupt? ‘Bij de basisvorming hadden we destijds 108 specifieke kennis- en vaardigheidsdoelen, nu telde ik alleen al 168 van dit soort doelen bij het leergebied mens en natuur.’
Met zijn aandacht voor de kerndoelen, heeft Eijkelhof de onverdeelde aandacht van de aanwezige leraren-ontwikkelaars. Leraren zitten er nu mee in hun maag hoe vaag ze zijn, aldus leraar Nederlands Van Schaik: ‘Veel leraren hebben zelf niet de feeling om van kerndoelen onderwijs te maken.’ Dat doen in Nederland de methodemakers dus. Precies, zegt leraar wiskunde-ontwikkelaar Van Hoff: ‘Dus je gaat braaf het boek volgen; het is verlammend.’ Die opmerking maakt het des te curieuzer dat de uitgevers en curriculumexperts niet expliciet zijn uitgenodigd bij de komende hoorzittingen. / MM
Joanneke Prenger van SLO verspreidde n.a.v. hoorzitting en debat in de Tweede Kamer op 15 januari nog deze trendanalyse Nederlands die geldt startnotitie voor de curriculumherziening Nederlands.
SLO heeft ten behoeve van curriculum.nu in startnotities de stand van zaken en uitdagingen van de leergebieden meegegeven aan de ontwikkelteams.
Deze startnotities staan op de website van curriculum.nu: Bewegen en Sport; Burgerschap; Digitale geletterdheid; Engels & MVT; Kunst & Cultuur; Mens & Maatschappij; Mens & Natuur; Nederlands; Rekenen & Wiskunde.
1 Curriculum.nu: zwijgen Onderwijsraad is geen toestemming
2 Curriculum.nu
3 NL/MVT tevreden
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven