Bezwaren tegen Paarse Vrijdag

Op de tweede vrijdag in december is het Paarse Vrijdag. Op die dag kunnen leerlingen en docenten paarse kleding dragen om te laten zien dat niemand gepest of buitengesloten mag worden om wie ze zijn. In gewone woorden: je bent welkom op school of je homo of hetero bent, trans of biseksueel, etc.

Leerlingen of ouders kunnen bezwaar maken tegen Paarse Vrijdag. Ze kunnen het politiek noemen, het indoctrinatie vinden, ze kunnen vinden dat het niet de taak van de school is om zich hiermee bezig te houden, etc.
Ik ga er in het onderstaande van uit dat leerlingen en ouders op de hoogte zijn van de achterliggende gedachten bij Paarse Vrijdag, u hebt het met hen besproken.

In het onderstaande zijn leerlingen en ouders het niet met u eens. Ze willen géén Paarse Vrijdag op hun school. Sommige leerlingen zeggen zelfs dat ze leerlingen met paarse kleding zullen gaan lastig vallen.

 

GRENZEN STELLEN VANUIT VERBINDING
In het onderstaande ga ik ervan uit dat u duidelijk grenzen wilt stellen én dat u de ander niet wilt beschadigen. U wilt in verbinding blijven én begrenzen: u gaat ‘verbonden begrenzen’. Een gesprek zou als volgt kunnen gaan.

Goed dat je je mening geeft. Vertel, waar heb je moeite mee. Waar zit je bezwaar? Goed dat je opkomt voor wat je vindt. Je hebt net als iedereen het recht om te zeggen wat je van Paarse Vrijdag vindt. …
EN…
Anderen hebben ook het recht om te laten weten wat hún mening is, net als jij. Zij hebben ook het recht om paarse kleding te dragen. Het is waardevol als je daarover in discussie wilt gaan, EN we staan niet toe dat je andere leerlingen beledigt of uitscheldt. We staan ook niet toe dat anderen jou beledigen of uitschelden.
Dus: Ik nodig je uit om je mening te geven als je dat wilt. Je zegt ook dat je gaat uitschelden, pesten, lastig vallen, etc. Als dat gebeurt, gaan we maatregelen nemen.

 

Verbonden begrenzen:

• U waardeert het dat ze opkomen voor hun mening: Goed dat je je mening geeft

• U bent geïnteresseerd in hun bezwaren. Wees echt geïnteresseerd. Waar zit je bezwaar?

• U gebruikt het verbindingswoord EN (in plaats van maar). Nu hoort de leerling dat u ook datgene wat u vóór het verbindingswoordje ‘EN’ zei, meende.

• U gebruikt een dubbel perspectief: … jij mag anderen niet uitschelden… anderen jou ook niet. U zegt daarmee: het is niet tegen jou gericht. We willen dat niemand beledigt en scheldt.

• U bent duidelijk in uw grens-stelling. U bent bovendien niet-beschadigend in de manier waarop u uw grens aangeeft: We staan niet toe dat… Als je zou gaan schelden, dan nemen we maatregelen.

Door deze gespreksopbouw wordt de kans groter dat de leerling of ouders een eventuele maatregel redelijk vinden.

 

Gesprekken over Paarse Vrijdag.

Maar ik ben het er niet mee eens dat de school meewerkt aan Paarse Vrijdag.
Ik weet dat, ik heb net je bezwaren gehoord. … Op deze school wordt verschillend over Paarse Vrijdag gedacht. We hebben het er de afgelopen maanden in de leerlingenraad over gehad, daarna met de ouders en we hebben het in de directie besproken. We vinden het belangrijk dat leerlingen, ongeacht wie ze zijn, zich prettig voelen op school. Voor iedereen moet dit een leuke welkome school zijn. Daarom hebben we de keuze gemaakt om Paarse Vrijdag te steunen.

Wij vinden dat de school zich hier buiten moet houden.
Jij vindt dat Paarse Vrijdag niet bij de taak van de school hoort. Daar hebben we over nagedacht. Wij willen juist duidelijk maken dat de school er is voor iedereen. Als hetero ben je ook welkom 😊.

Maar ik ben het er niet mee eens.
Vertel, er is nog iets wat je dwars zit …  Of:
Ik hoor het. Dit is het besluit van de school. (N.B. U gaat niet vragen om instemming),

Ik vind het indoctrinatie.
Als je het ziet als indoctrinatie, dan kan ik me voorstellen dat je er moeite mee hebt. Zoals ik het zie, dringen we niemand een mening op. Je hoeft het niet eens te zijn met Paarse Vrijdag. EN we willen niet dat medeleerlingen worden lastig gevallen.

Dat is toch politiek.
In de wet staat dat de school een welkome plek moet zijn voor alle leerlingen. Daarom staan wij achter Paarse Vrijdag.

Dan word ik nu gediscrimineerd.
Iedereen mag hier vrij zijn mening geven, wat die mening ook is. Iedereen mag denken en zeggen wat ie wil. Jij en iedereen. De school discrimineert niemand.

Maar ik vind homo’s abnormaal.
Ik weet het. Die mening mag je uiteraard hebben. … Je weet ook dat het voor ons anders is. Wij vinden homo zijn etc. een variant van mens-zijn en een variant van liefde. Wij vinden dat Iedereen op deze school welkom is. Dat staat ook in de wet en daar staan we achter. Daarom willen we niet dat iemand hen uitscheldt of pest. We willen ook niet dat jij uitgescholden of gepest wordt.
 

Met ouders:
Ik kan mijn kind ook van school halen.
Ik realiseer me hoe belangrijk dit onderwerp voor u is. Linda van school halen is inderdaad een mogelijkheid. Ik zou dat oprecht jammer vinden, ze is een leuk meisje, voelt zich thuis in de klas. … En we moeten reëel zijn, misschien past deze school, wat dit onderwerp betreft, inderdaad niet bij u. … Van school halen zou voor Linda wel een heel grote beslissingen zijn… Laten we er morgen nog op terug komen. Wilt u dat? Hoe laat schikt het u…?

Als ouders en u het principieel oneens blijven.
Als ik het goed zie is dit de situatie: u wilt iets, en de school heeft daar een andere mening over. Het lijkt erop dat we elkaar bij dit onderwerp niet vinden. Nu dat zo is: wat betekent dat voor u?
Nu legt u de beslissing bij de ouders. Zij moeten nu een keuze maken.

 

TERUGBLIK

Bij veel onderwerpen.
Het bovenstaande type gesprek, eerst begrijpen en dan begrenzen, kunt u benutten bij heel veel onderwerpen.
Bijvoorbeeld als ouders willen dat hun kind per se naast een bepaalde vriendin moet zitten. Als ouders het oneens zijn met uw vorm van strafwerk. Als ouders vrijwel elke dag een gesprek met u willen over de voortgang van hun kind. Of als ouders het niet eens zijn met seksuele opvoeding op school. Of als ouders ertegen zijn dat er voorlichting wordt gegeven over drugs. Ook dan moet u grenzen stellen.
In gesprekken met leerlingen kunt u op een vergelijkbare manier grenzen stellen: als zij petten of jassen of telefoons willen in de klas. Of als ze geen huiswerk willen maken, etc. In al die situaties luistert u naar hun argumenten. EN u maakt duidelijk wat het standpunt van de school is.

Dure woorden.
In het bovenstaande gebruikt u nergens worden zoals inclusiviteit, diversiteit, emancipatie, acceptatie, intersectioneel, etc. Die woorden kunnen worden ervaren als arrogante duurdoenerij en werken dan averechts. Als u ze wel gebruikt, onderzoek svp of u er wellicht behoefte aan hebt u te verschuilen achter dit soort grote woorden. Dan hebt u misschien tot nu toe uw eigen twijfels bij uw standpunt onvoldoende doordacht.

Verder lezen

1 Hoe kan je een leerling brutaal gedrag afleren?
2 Respect man!
3 Machogedrag afleren
4 U of het mobieltje?