Machogedrag afleren

Tekst Hans Kaldenbach
Gepubliceerd op 15-01-2013
Hans Kaldenbach - 20 praktische aandachtspunten. 1. Is machogedrag alleen maar een modieus vernislaagje? Of is het een deel van de kernidentiteit? Dat onderscheid is van groot belang.

Jongeren voelen zich oprecht beledigd en zijn vaak geschokt als u op grond van hun kleding of taalgebruik te snel vermoedt dat zij ‘straat’ en macho zijn.

2. Wat u negatief ‘machogedrag’ noemt is voor hem of haar (vanaf nu: hem) een pósitief aspect van zijn identiteit. Hij noemt zichzelf ‘een echte vent, iemand met ballen’. Hij zet zich af tegen ‘slappelingen, watjes, slaafjes, lafaards’, het type mens waarin u hem -denkt hij- zo graag veranderen wil.

3. Mensen, ook macho’s, willen misschien wel veranderen, ze willen echter nooit veranderd wórden. Als ze voelen dat u dat van plan bent, dan is de kans groot dat ze hun hakken in het zand zetten. Dan bereikt u niets.

4. Als jongeren voelen dat u hen minderwaardig vindt, als ze u niet mogen of als ze een conflict met u hebben, in die gevallen kunt u beter stoppen met uw pogingen hen te veranderen. Je laat je pas door iemand veranderen als er een band is. Je moet als het ware met iemand gelachen hebben. Daardoor ontstaat het vertrouwen waardoor je de mening van die persoon serieus toelaat in jezelf. Respect, vertrouwen en een band is een voorwaarde.

5. Wat is eigenlijk uw doel? Waar richt u zich op? Welk doel werkt averechts?

* Wilt u proberen iemands grondhouding te veranderen ? Of laat u die grondhouding intact en richt u zich op het tegengaan van bijvoorbeeld vernielingen en geweld?

* Een tweede belangrijke vraag: wilt u iemands machogedrag afleren ten opzichte van burgers en politie? Of wilt u ook het gedrag tussen hem en zijn vrienden veranderen?

Wil niet teveel. Houd uw doelen realistisch.

6. Belangrijk is ook hoe uw eigen grondhouding is. Is uw ‘modus’ dat u de machohouding wilt afleren, tegengaan, bestrijden? Of wilt u die stoere houding benutten, er gebruik van maken, inzetten voor een ander doel? Het eerste is vergelijkbaar met karate, het tweede met judo: meebuigend ombuigen. Ik denk dat alleen dat laatste tot vruchtbare resultaten zal leiden.

7. U ontkoppelt de machohouding en de uitingen daarvan door dit type denken:
Je mag woedend zijn maar je gaat niet slaan. Zeg wat je woedend maakt.
Als je iets niet leuk vindt ga je niet schelden. Vertel wat je kwaad maakt.
Ook als je geil bent, dwing niet tot seks.
Als iemand je discrimineert ga je niet knokken. Zeg hem dat hij discrimineert.
Ook als een ander jou aanraakt: jij raakt hem niet aan. Zeg dat hij van je af moet blijven.

8. U gebrúikt de machohouding (in plaats van die te bestrijden) en buigt die om:
Je bent een vent als je geen onschuldige burgers slaat.
Je bent echt sterk als het lukt om niet over de rooie te gaan als je gediscrimineerd wordt.
Je bent sterk als je huiswerk maakt voor je naar je vrienden gaat.
Wat goed dat je die man toen niet sloeg, ik weet hoe moeilijk dat voor je moet zijn geweest.
Wat moedig dat je die vriend toen probeerde tegen te houden in plaats van mee te vechten.
Wat sterk dat je toen niet met die (foute) vrienden meeging.
Een echte vent laat zijn vriendin niet met een baby zitten.

Het is belangrijk dat u uw eigen woorden gelooft. Is het een truc of bent u echt?

9. Macho-jongeren richten zich vaak op stoere beroepen: bokser, voetballer, zelfstandige, piloot. Ze willen een rijschool, een snackbar of een sportschool. Dat zijn beroepen waarin ze ‘zelfstandig’ kunnen zijn, want een zelfstandige is voor hen iemand die met niemand rekening hoeft te houden. Het is het ideaal van volledige vrijheid, helemaal je eigen gang kunnen gaan.
Dat misverstand moet weggenomen worden. Jongeren moeten gaan begrijpen dat je in elk beroep klantvriendelijk moet zijn, je administratie op orde moet hebben , een financiële buffer moet opbouwen, dat je ingekaderd bent in een geheel van voorschriften, wetten en regels, dat je afspraken moet nakomen, et cetera.
Enerzijds sluit u dus aan bij hun macho-beroepsidealen. Anderzijds wijst u op de realiteit dat een sportschooleigenaar diploma’s nodig heeft, zijn betalingen nauwkeurig moet bijhouden, enzovoort. Uiteraard maakt het veel indruk als die eigenaar dat zelf op school komt vertellen. Of een snackbareigenaar die gaat vertellen waardoor hij failliet ging.

10. Bespreek criminele beroepsidealen. Macho-jongeren denken regelmatig echt dat ze een rijk leven kunnen hebben zonder hard te werken. Drugsdealer zijn, inbreken bij iemand die het toch niet mist, iemand beroven die stinkend rijk is, iets pakken als de verzekering het toch betaalt et cetera. U ziet: zelfrechtvaardigingen genoeg. Maak duidelijk dat we zo een rottige samenleving krijgen. Vertel dat uiteindelijk het merendeel van die daders opgepakt wordt en de gevangenis in gaat. En dat het een trots gevoel geeft als je op een eerlijke manier je eigen geld verdient.

11. Het nuanceren en bijschaven van (macho)overtuigingen gaat langzaam. Het is vergelijkbaar met het doen veranderen van andere aspecten in de kernidentiteit zoals denken over homoseksualiteit of een anti schoolse houding. Het is een proces van kleine stapjes met regelmatige terugvallen. Het vereist een lange adem. De kenmerken van dat soort veranderingsprocessen vindt u op mijn website.

12. Het moet jongeren duidelijk gemaakt worden dat ze een keuze hebben. Kiezen ze voor de stoere levensstijl of voor de burgerlijke stijl? Kiezen ze voor school of zetten ze zich daar tegen af? Laat de consequenties van hun keuze zien. Dan wordt het een keuze in hun eigen belang.
Kan je met een straataccent solliciteren bij een callcenter?
Word je in een winkel aangenomen als je straattaal gebruikt?
Kan je een eigen zaak beginnen als je slecht bent in rekenen?
Kom je door je proeftijd hen als je bepaalde kleding draagt?
Kan je met een kort lontje bij de beveiliging?

Laat iemand van een uitzendbureau als Randstad dat komen vertellen.

13. U denkt misschien soms dat uw pedagogische opmerkingen nutteloos zijn omdat jongeren er toch niets mee lijken te doen. Die wanhoop is begrijpelijk, maar…
Het doel van uw pedagogische opmerkingen is dat ze u hebben gehoord zodat uw opvatting een van de opvattingen (stemmen) in hun hoofd wordt. Het gaat dan meewegen in hoe je erover kan denken. Heb de hoop dat die jongere ooit, misschien veel later, uw opvatting meeneemt in zijn eigen denken.
U bent er wél verantwoordelijk voor dat ze uw opvatting gaan meewegen in hun hoofd. U bent niet verantwoordelijk voor de uitkomst hun denken. Wordt niet dwingend, maar blijf zeggen wat u belangrijk vindt.

14. U beseft dat in de puberteit de kracht van de leeftijdsgroep immens is. Ogbu heeft onderzocht wat jongeren op scholen kracht geeft om niet meegezogen te worden in de anti-school cultuur.

a. Steun van de ouders. Naarmate ouders meer interesse tonen voor schoolwerk, hen meer achter de broek zitten om huiswerk te maken, vaker naar ouderavonden gaan et cetera gaan jongeren zich meer op school richten.

b. Een steunnetwerk van pro-schoolse medeleerlingen. Jongeren komen dan op speciale momenten bij elkaar om extra steun te krijgen bij spelling, rekenen, sociale vaardigheden, de macho’s weerstaan. Die onderlinge steungroep helpt hen om zich los te maken van de macholeerlingen in de klas.

15. Kan het denken door slogans worden bijgebogen? Op veel terreinen worden immers slogans gebruikt om het denken te beïnvloeden: Je bent een rund als je met vuurwerk stunt.
Jongeren worden nu vaak gebombardeerd met macho-slogans. Je bent een mietje als je je huiswerk maakt. Je bent stom als je je boeken meeneemt naar school. Je bent een slaafje als je doet wat een leraar zegt.
Zijn er ondersteunende pro-burgerlijke en pro-schoolse slogans mogelijk?
Ga jij maar buiten hangen, ik krijg later een goede baan.
Doe jij maar stoer, ik ga later veel verdienen. Kennis is kracht.
Ik heb geen zin in gedoe met de politie, ik wil een leuk leven.
Huiswerk is niet leuk maar ik wil later een mooi huis kopen.

Zie voor Engelstalige slogans: www.thinkslogans.com.

16. Vooral stevige mensen uit ‘eigen’ kring kunnen veel effect bereiken. Elke groep heeft rolmodellen, die kunnen worden benut.
* In de jaren zestig heeft het televisieoptreden van bisschop Bekkers ervoor gezorgd dat veel katholieken positiever gingen denken over homoseksualiteit.
* Said Bensallam heeft een hard straatleven achter de rug. Later werd hij nachtclubportier. Hij zegt over het oplossen van conflicten: Het belangrijkste werk deed je eigenlijk nauwelijks door je vuisten te gebruiken… Het lijkt een simpele waarheid maar voor mij, nog maar net van de straat, waar het recht van de sterkste gold, was dat een bijzonder inzicht. (Bensallam was Amsterdammer van het jaar 2007.)
U en ik worden waarschijnlijk niet serieus genomen, zij wel. De sportschoolhouder uit de vorige paragraaf ook. Op school kunt u oud-leerlingen uitnodigen.

17. Het aanleren van zelfbeheersing.
Voor stoere jongeren is zelfbeheersing een slappe en softe eigenschap. Als je stoer bent, durf en doe je immers alles wat je wilt. Voor de toekomst betekent dat niet veel goeds. Baumeister schrijft: ‘Psychologen die proberen de vinger te leggen op persoonlijkheidskenmerken die ‘goede resultaten’ in het leven voorspellen, komen altijd bij twee eigenschappen uit: intelligentie en zelfbeheersing’. (Wilskracht, 2012, pag. 1). Daarvan is zelfbeheersing het beste te beïnvloeden.
Zelfbeheersing klinkt voor veel jongeren als slap, tuttig en negentiende-eeuws. Laten we er positieve, krachtige termen voor gebruiken.
Wilskracht hebben.
Weerstand kunnen bieden aan.
Sterk zijn tegen verleidingen.
Niet meelopen met anderen.
Jezelf onder controle hebben.
De moed hebben om tegen de stroom in te gaan.
Je hoofd koel houden.

We kunnen ook de nadruk leggen op de bewezen voordelen van zelfbeheersing. Wie meer zelfbeheersing heeft, verdient meer, krijgt meer vrienden en heeft een groter huis.

Wat zijn voor hedendaagse jongeren oefenmogelijkheden in zelfbeheersing?
-Een half uur je mobiel uizetten.
-Je werk afmaken voordat je gaat pauzeren, ook als het vervelend is.|
-Elke dag voor je naar buiten gaat, eerst je huiswerk maken.
-Geen chips kopen in de kantine.

18. Je invoegen in regels.
Stoere mensen hebben er grote moeite mee om te doen wat een ander wil. Wie ben jij om te zeggen wat ik moet doen? Ze voegen zich niet gemakkelijk in, het tast hun gevoel van zelfstandigheid aan. Zij hebben er moeite mee om te doen wat de politie, een leraar, een scheidsrechter of een parkeerwachter wil. Hieronder noem ik een aantal rationele overwegingen. Zij kunnen jongeren wellicht op een goed spoor zetten.
* Op het voetbalveld moét iemand bepalen wanneer het spel begint, of een doelpunt wel of niet telt, of een actie bestraft wordt. Die taak heeft de scheidsrechter. Zonder een leider kan er niet gevoetbald worden. Elke muziekband, hobbyclub of jeugdhonk heeft zo iemand nodig.
* Ook als de scheidsrechter een slap mannetje is, gehoorzaam je. Jij hebt besloten om akkoord te gaan met zijn beslissingen, ook als je vrienden erbij zijn en ook bij belangrijke beslissingen. Dit is vrijwillige, zelfbesloten ‘gehoorzaamheid’.
Wie zich inschrijft op een school aanvaardt daarmee de regels van die school. Een school moet die regels goed duidelijk maken, bijvoorbeeld met een rituele ondertekening, zodat het echt als een afspraak ervaren wordt. Wie de klas binnenkomt, aanvaardt daarmee de regels van de docent. Iedereen mag de klas verlaten, maar wie vrijwillig naar binnen gaat…
Evelien Tonkens heeft het onderscheid gemaakt tussen vroegere en de hierboven beschreven ‘moderne’ gehoorzaamheid. Bij moderne gehoorzaamheid, het vrijwillig invoegen, mag je uiteraard achteraf protesteren, maar je aanvaardt het oordeel op dat moment. Het is geen oproep tot dictatuur.
Dus je gaat weg als de politie je dat duidelijk vraagt, ook als je het onzin vindt.
Dus je zet je auto weg als de brandweer dat vraagt, ook als je dat onnodig vindt.
Dus je gaat de klas uit, ook als je het er helemaal niet mee eens bent.
Dus je laat je tas doorzoeken, ook als je weet dat je niets gestolen hebt.

19. Machogedrag is sociologisch gezien vaak een onderdeel van de straatcultuur. Het is de cultuur van een deel van de onderklasse, vooral van minderheden daarbinnen. Zij voelen zich gediscrimineerd. In de puberteit slaat het besef van geminacht worden bij hen in alle hevigheid toe. Een deel van hen eist dan op straat door hun machogedrag ‘respect’ terug. U kunt er voor zorgen dat u geen onderdeel bent van die maatschappelijke minachting.

20. U kunt ook op een individueel psychologische manier naar machogedrag kijken. Machogedrag is op microniveau het gevolg van het niet (willen / kunnen/ durven) erkennen van eigen zwakheid. Zwakheid moet met stoer gedrag worden afgedekt.
Wat geldt als ‘zwak’? Alle gevoelens, vooral bang zijn, iets moeten toegeven, moeten bekennen, moeten excuseren, spijt of berouw tonen, twijfelen, iets niet kunnen,iets niet weten, tegenstrijdige opvattingen of gevoelens hebben, vrouwelijk lijken, je inleven in iemand, inschikken voor anderen, kritiek krijgen, hulp vragen, homo of lesbisch zijn, een compliment geven, een compliment aanvaarden, een compromis accepteren, je ongelijk erkennen, beleefdheidswoordjes gebruiken, opdrachten van een ander moeten uitvoeren, behoefte hebben aan tederheid, verdriet voelen, erkennen dat je iets van een ander geleerd hebt, jezelf beheersen.
Dat soort gevoelens kunnen erkend of ontkend worden. Macho’s ontkennen die gevoelens. Het is soft. Het softe moet overschreeuwd worden door stoer. Het verklarende tussenliggende gevoel is waarschijnlijk schaamte. Een gevoel van zwakte roept schaamte op. Schaamte betekent dat je totaal waardeloos bent, een nobody.
U kunt het de 3S verklaring noemen: de trits soft → schaamte → stoer.
Vanuit deze invalshoek bezien is het belangrijk dat macho’s leren het bestaan van hun ‘zwakke’ gevoelens te erkennen. U kunt die gevoelens koppelen aan het krachtige individu dat ze willen zijn:
Ook een echte vent is af en toe bang.
Je kan een stevige vent zijn en je toch gekwetst voelen.
Je kunt het vervelend vinden om te verliezen en toch een echte kerel zijn.
Ook volwassenen twijfelen soms.
Het is juist sterk als je je kwetsbare kanten kunt laten zien.
Alleen als je echt sterk bent kan je een fout toegeven.

Hans Kaldenbach is publicist.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent