Onderzoek

Beter inprenten

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 08-09-2020 Gewijzigd op 10-09-2020
Stof overbrengen die leerlingen onthouden. Zo zou een simpele definitie van lesgeven kunnen luiden.

Hoe simpel ook, ze roept meteen vragen op: welke stof dan en waarom moeten leerlingen die onthouden? Die laten we hier liggen – dat is voer voor curriculumontwikkelaars – om alle schijnwerpers te richten op een andere wezenlijke vraag voor leraren: hoe breng je stof dusdanig over dat leerlingen die ook onthouden?

Precies de vraag waar psycholoog Allan Paivio ook antwoord op wilde hebben. Hij redeneerde: als we weten hoe ons brein informatie verwerkt, kunnen we daarop inspelen en leerlingen zo helpen beter te leren. Met zijn beroemde Dual Coding Theory (DCT, theorie over dubbel coderen) heeft hij hier helder licht op geworpen.

 

Gratis download

Dit artikel is een bewerking van het hoofdstuk ‘Spreek tot de verbeelding’, over de publicatie van Paivio, uit het boek Op de schouders van reuzen.

Volledige tekst met praktische tips en extra bronnen: opdeschoudersvanreuzen.nl.

 

Dubbel opslaan

Met zijn artikel uit 1969 legde Paivio de basis voor zijn theorie. Zijn onderzoek leidde tot de conclusie dat ons geheugen op safe speelt. Het heeft niet één, maar twee systemen om alle informatie die via onze zintuigen binnenkomt, te verwerken: een verbaal en een non-verbaal systeem. Het geheugen codeert in woord en beeld, vandaar de naam van zijn theorie: dubbel coderen.

Het verbale systeem slaat informatie op in de vorm van woorden; deze vorm noemt Paivio logogens. Het non-verbale systeem slaat informatie op zoals we die in de echte wereld, buiten ons hoofd, met onze zintuigen waarnemen (die vorm heet imagens). Als we bijvoorbeeld aan een tennisbal denken, kunnen we het woord oproepen, maar we kunnen ook oproepen hoe het voelt om een tennisbal vast te houden en hoe deze eruitziet en ruikt.
Binnen elk systeem kunnen verbindingen ontstaan. Een woord als ‘school’ kun je bijvoorbeeld associëren met andere woorden, zoals ‘rekenen’, ‘leraar’ of ‘lokaal’. En het beeld van een school kun je associëren met de geur van het gymlokaal of de tekeningen aan de muur.

Ook tussen beide systemen kunnen verbindingen ontstaan. Het woord ‘school’ roept bijvoorbeeld een beeld op van je eigen school of die geur van het gymlokaal. En het beeld van een schoolgebouw roept woorden op als ‘klas’ en ‘leren’ (en natuurlijk ook ‘school’).
Hoe meer verbindingen, hoe steviger een logogens of imagens in ons geheugen verankerd zit.

Kern van de DCT is dat beide systemen, het verbale en het non-verbale, samenwerken om onthouden, dus leren, te bevorderen. Want twee kunnen meer dan één.

 

Beelddenken is een mythe

Woord én beeld leren samen dus beter dan een van beide. Paivio’s theorie betekent voor het onderwijs dan ook: bevorder dat leerlingen beide systemen benutten, want dan onthouden en dus leren ze beter. En dat kan door nieuwe informatie zowel in woord als beeld aan te bieden.

De DCT maakt daarmee korte metten met het vermeende onderscheid tussen beelddenkers en taaldenkers. Dat de een het beste via beelden zou leren en de ander via woorden, is een misvatting. Iedereen gebruikt beide systemen en iedereen heeft baat bij dubbel coderen. Je zou leerlingen tekortdoen door ze eenzijdig beeld of taal voor te schotelen. Hoe vaker leerlingen de twee systemen in samenhang gebruiken, hoe sterker het spoor in het geheugen.

Niet voor niets maken leraren al eeuwenlang gebruik van beelden in het onderwijs. Denk maar aan een van de beroemdste leermiddelen uit het Nederlandse leesonderwijs, het leesplankje van Hoogeveen met daarop Aap, Noot, Mies in woord en beeld. In de zeventiende eeuw gebruikten scholen ook al beelden om woorden aan te leren, met als bekend voorbeeld de Orbis Pictus (1658) van Comenius, een geïllustreerd leerboek voor kinderen. En fameus zijn natuurlijk ook de historische schoolplaten van onder meer Isings.
Dat is in onze tijd niet anders. Kinderen leren praten én lezen met aanwijsboeken en in het rekenonderwijs gebruiken we pizzapunten om percentages of breuken uit te leggen. Aanschouwelijk onderwijs noemen we dat. Het helpt leerlingen om de stof beter in te prenten. 

 

Tot de verbeelding

Weinig nieuws dus onder de zon met die Paivio? Dat is te kort door de bocht. Het belang van zijn onderzoek is dat het verklaart waarom de dingen die je als leraar doet, werken. Hij heeft het onderliggende mechanisme van leren blootgelegd en biedt je daarmee een fundament onder je handelen.

Zijn DCT maakt ook duidelijk waarom voorbeelden en concrete informatie belangrijk zijn wanneer je nieuwe stof behandelt. Die zijn voor het geheugen van je leerlingen gemakkelijker te verwerken, omdat ze meer ‘tot de verbeelding spreken’: ze roepen sneller en makkelijker beelden en associaties op dan abstracte informatie. Zo ontstaan ook weer haakjes om nieuwe informatie aan te verbinden.

Denk ook maar aan het verschil tussen het verwerken van een concreet concept als ‘boom’ versus een abstract woord als ‘vrijheid’. Bij ‘boom’ ploppen sneller woorden en beelden op dan bij ‘vrijheid’. Je kunt ‘vrijheid’ uitleggen met een voorbeeld: door te wijzen op het verschil tussen lestijd en speelkwartier. Of door leerlingen te vragen waar zij aan denken bij het woord ‘vrijheid’.

 

Wereld buiten de klas

De dubbele codering kun je als leraar ook versterken door leerlingen te vragen om dat wat zij gelezen of gehoord hebben, uit te beelden of om een afbeelding in woorden te beschrijven. Zo activeren ze beide verwerkingssystemen en legt hun geheugen verbindingen.
Ten slotte maakt de DCT duidelijk waarom het zinnig is om de wereld buiten het klaslokaal te benutten. Een excursie naar de kinderboerderij, een middeleeuws kasteel of een waterzuiveringsbedrijf maakt veel meer indruk op ons geheugen dan een droge tekst over dieren, middeleeuwse forten of waterreiniging. Niet voor niets vermeldt Paivio’s DCT wat een rijke basis voor leren is: ruime ervaring met objecten en omgevingen.
 

Paivio, A. (1969). Mental imagery in associative learning and memory. Psychological Review, 76(3), 241-263.

 

Dit artikel verscheen in Didactief, september 2020, als onderdeel van de serie 'Klassieker van de maand'. 

Click here to revoke the Cookie consent