Onderzoek

Berenhulp bij beginnend lezen

Tekst Truus Groenewegen
Gepubliceerd op 20-06-2012 Gewijzigd op 17-01-2018
Beeld Allard de Witte
Kleuters kunnen klanken effectief leren identificeren met hulp van de computer. Voorwaarde is wel dat de software via continue feedback bevordert dat ze blijven opletten en nadenken.

Foneembewustzijn, het identificeren van klanken in woorden, is een belangrijke opstap naar het leren lezen. Het computerprogramma Letters in Beweging is ontworpen om jonge kinderen hierin te stimuleren. De Leidse orthopedagoge Carienke Kegel promoveerde op een door Kennisnet gefinancierd onderzoek naar de werking van deze software.

Kegel bood kleuters in groep 1 Letters in Beweging aan, sommigen mét en anderen zonder online feedback. Zonder feedback leverde de software geen leereffecten op, alleen geschikte oefenstof is dus niet genoeg. Kegel: ‘Kinderen klikken dan willekeurig alsof ze aan het gamen zijn, maar ze leren er niets van.’ De feedback moet wel van goede kwaliteit zijn. In dit geval kregen kinderen continu reacties van een beertje, dat bij een fout antwoord de vraag herhaalde en zo nodig hints gaf. ‘Het beertje doet wat een volwassene zou doen in de ideale situatie, continu helpen maar het niet voorzeggen, zodat het kind uiteindelijk zelf de oplossing vindt. Bij een goed antwoord volgt nog eens uitleg over wat het kind goed heeft gedaan.’

ADHD

Verrassend is dat ook kleuters met een verhoogd risico op aandachtsproblemen (adhd) het goed blijken te doen met berenhulp. Zij scoorden na afloop zelfs beter op de getrainde vaardigheden dan leeftijdsgenootjes. Kegel: ‘Zij hebben baat bij veel structuur en feedback, zoals van het computerbeertje dat hen terugroept als ze afdwalen. Hun leerpotentieel komt dan eigenlijk pas uit de verf. Zij profiteren meer van positieve impulsen dan kinderen die minder gevoelig zijn. Die leren ook wel van minder optimale programma’s.’

Kegel hoopt dat leraren door deze uitkomsten anders tegen risicokinderen aankijken. ‘Het klopt dat kinderen met aandachtsproblemen in een negatieve omgeving achterblijven, maar ons onderzoek laat zien dat deze kinderen in een positieve omgeving goed gedijen en dan zelfs hun klasgenootjes voorbij gaan.’

‘Juist voor de kinderen die je wilt bereiken is de computer een extra hulp’, aldus Kegel, ‘mits voorzien van goede feedback. Natuurlijk geven leerkrachten intuïtief ook veel hulp en feedback, maar welke leerkracht kan zoveel een-op-een aandacht bieden?’

C. Kegel, Differential Susceptibility in Education. Interaction between genes, regulatory skills, and computer games, samenvatting in het Nederlands: http://media.leidenuniv.nl/legacy/kegel-samenvatting.pdf

Letters en klanken

‘Het programma Letters in Beweging spreekt kinderen aan en dat heeft invloed op hoe goed ze onthouden wat ze leren’, denkt Annel Geertsma, intern begeleider op de Shalomschool in Rijswijk. Twee klassen waren van groep 1 tot groep 3 betrokken bij het Leidse onderzoek van Kegel. ‘Leerkrachten waren positief en kinderen boekten goede resultaten’, zegt Geertsma. Voor het aanleren van klanken bij tekens gebruiken de leerkrachten nu Spreekbeeld, een methodiek die aan letters en klanken een verhaaltje en een gebaar koppelt. De school zet nog wel veel software in voor extra training. Essentieel is goede online feedback, bevestigt Geertsma, dan werkt het prima. ‘Omdat veel van onze kinderen echte beelddenkers zijn, hebben ze houvast aan de visuele ondersteuning van de computer.’ 

Dit artikel verscheen in de special Ict in de praktijk. Deze special is gemaakt in opdracht en met financiële bijdrage van Kennisnet. 

Click here to revoke the Cookie consent