Interview

In de biotoop van Arjen van Ginkel

Tekst Mirjam van Zuidam
Gepubliceerd op 20-03-2014 Gewijzigd op 26-10-2016
'Ik vind het gewoon ontzettend leuk om te vertellen. Aan mijn leerlingen, in de krant, of nu aan jou'. Arjen van Ginkel is docent geschiedenis op een zelfstandige havo/vwo school, het St. Michaël College in Zaandam.

Daarnaast is hij freelancer voor een aantal bladen, waarvoor hij zo af en toe nog een recensie schrijft over een expositie. Zoals het Verzetsmuseum, dat hij eerder wel eens gerecenseerd heeft. Over de nieuwe kinderafdeling is hij zeer te spreken. 'Het is zo goed gedaan. Je moet er op een gegeven moment door zo'n echte treindeur, dat is onwijs beklemmend. Dan gaat de oorlog opeens leven.'

Eigenlijk is Van Ginkel helemaal niet zo van oorlog. Wel vindt hij het belangrijk om zijn leerlingen te laten zien wat oorlog voor de wereld betekent. Ieder jaar gaat hij met alle derdeklassers wandelen door de Plantagebuurt in Amsterdam: langs de Hollandsche Schouwburg, de Dokwerker en het Monument van Joodse Erkentelijkheid aan de Weesperzijde. Overal waar ze stoppen vertelt hij een verhaal. 'Ik wil leerlingen laten nadenken over de menselijke kant van de oorlog. Hoe ga je daarna verder? Ik ga ze niet vertellen over de tactiek van Generaal Huppeldepup. In plaats daarvan vertel ik over kinderen die terugkomen uit een kamp en de buurvrouw in een jurk van hun moeder zien lopen.'

Dat Van Ginkel leraar is geworden heeft vooral te maken met zijn belangstelling voor mensen. Wilde hij om deze reden eerst wijkagent worden, nu is hij niet meer uit de klas weg te denken. Hij wordt nog iedere dag enthousiast van zijn vak. 'Ik ben daar ook echt een beetje gek in. Ben ik met vrienden in Noord-Frankrijk en zie ik vuursteen op een akker liggen, dan denk ik: oh dat is handig. Neem ik mee naar de eerste klas en vertel ik over vuurstenen bijlen. Ik ben er eigenlijk altijd wel mee bezig.'

Dat is volgens Van Ginkel ook wel nodig. Op de lerarenopleiding zag hij de één na de ander afhaken, tegenwoordig hoort hij veel over leraren die het 'nu wel zo'n beetje weten' . Naast een flinke dosis enthousiasme is het voor hem daarom ook belangrijk dat hij zelf elke dag blijft leren. 'Er is zo veel dat je van leerlingen terugkrijgt. Ik weet inmiddels wat facetime is.'

Altijd blijven leren dus, dat probeert de geschiedenisleraar zijn leerlingen ook mee te geven. 'Ik vertel ze: wat je straks gaat doen, dat is je toekomst. En dat ga je doen op basis van je geschiedenis. Van wat je hebt geleerd. Eerst op de basisschool en nu hier, ieder jaar leg je er een laagje boven op. Zo bouw je aan je eigen toekomst. In het groot werkt het natuurlijk ook zo. In de Zaanstreek, in Nederland, in de wereld. Ik verleid ze op deze manier langzaamaan om over geschiedenis na te denken.'

Geschiedenis is volgens Van Ginkel geen gemakkelijk vak. 'Je moet veel lezen, verbanden zien en het doorgronden. Dat vinden veel leerlingen lastig.' En daarom vertelt hij verhalen, om de verbanden voor leerlingen duidelijker te maken. Zodat geschiedenis meer is dan een rij op zichzelf staande feiten. 'Ik vertel over vrouwen die tijdens de oorlog in munitiefabrieken gingen werken. Omdat de mannen aan het front zaten en er wel granaten nodig waren. Ik laat ze nadenken over wat er aan het bestaan van die vrouwen verandert. Ze waren goed in dat werk. Zo krijg je emancipatie. Verband gelegd. En passant vertel ik ook nog dat die vrouwen daar een gele huid van kregen, van die chemicaliën. En dat hun haar slecht werd. Vinden meiden weer heel interessant."

Bij de vraag of dat, verhalen vertellen, de belangrijkste eis is van een goede geschiedenisdocent, knikt Van Ginkel nadenkend. 'Ja, het gaat in eerste instantie om het verhaal. Hoewel afwisseling van werkvormen en de juiste vragenstellen er ook toe doen. En verhalen worden natuurlijk nog mooier en levendiger door PowerPoint en Prezi. Maar ook zonder die techniek moet je kinderen kunnen meetrekken, inspireren. Dat is nog altijd de kunst'.

Click here to revoke the Cookie consent